Afgelopen zomer lanceerden wij een nieuwe themareeks over de gezonde leefomgeving op Rooilijn platform. Gezondheidsvraagstukken krijgen veel aandacht in het nieuws, beleid en wetenschap. Het meest recente voorbeeld is de publicatie van de Volksgezondheid Toekomst Verkenning door het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM, 2024), waaruit blijkt dat het aantal mensen met overgewicht in Nederland zal oplopen tot ruim 64 procent in 2050. Ter vergelijking: in 2022 was dat percentage nog 50. Dergelijke gezondheidsproblemen in de samenleving zijn complex en worden door een veelvoud van factoren beïnvloed, zoals genetische aanleg, leefstijl en leefomgeving. In deze themareeks stond de relatie tussen gezondheid en de leefomgeving centraal.
LINK
Om de maatschappelijke waarde van topsportevenementen te vergroten heeft het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) samen met NOC*NSF en de Vereniging Sport en Gemeenten (VSG) een Nationale Topsportevenementen Strategie (NTS) voor de periode 2021-2030 ontwikkeld. De minister voor Medische Zorg en Sport geeft in de kamerbrief (d.d. 25 november 2020) aan daaraansluitend een onderzoeksprogramma naar de maatschappelijke betekenis van sportevenementen te willen (laten) ontwikkelen en financieren, zoals ook de Nationale Sportraad eerder adviseerde. Het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) heeft aan de Haagse Hogeschool (HHS) en de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen (HAN) gevraagd om gezamenlijk een eerste stap te zetten voor een breed gedragen en duurzaam onderzoeksprogramma op het gebied van (top)sportevenementen. De onderzoeksvragen daarbij luiden: 1) Welke kennisbehoefte is er bij stakeholders om een breed palet aan maatschappelijk verantwoord georganiseerde topsportevenementen te realiseren, waarbij gebruik wordt gemaakt van het bijkomende podium en 2) op welke manier dient het proces georganiseerd te worden volgens stakeholders om te komen tot bruikbare inzichten die voorzien in deze kennisbehoeften.
Ik wil vandaag vooral ingaan op de vraag hoe gedrag als object van studie gedefinieerd kan worden en hoe daar onderzoek naar gedaan kan worden. Aan de orde komen achtereenvolgens de psychologische, pedagogische, epistemologische en professionele plaatsbepaling van het lectoraat, dat als opdracht heeft om praktijkgericht onderzoek uit te voeren naar gedrag in de educatieve praxis. Die opdracht zal ik verbinden met de noodzaak om onderzoek naar gedrag van leerlingen en leraren te verbinden met onderzoek met en door leerlingen en leraren (c.q. studenten).
De mondgezondheid van veel jonge kinderen in Nederland is slecht. Vooral kinderen uit gezinnen met een lagere sociaaleconomische positie (SEP) hebben last van tandbederf (cariës) en worden onvoldoende bereikt voor preventieve mondzorg. Ouders van deze kinderen hebben vaak te weinig baat bij huidige voorlichtingsmethoden om adviezen omtrent mondverzorging, fluoridegebruik en voeding in praktijk te brengen. Ook mondzorgverleners geven aan sterk behoefte te hebben aan kennis en handvatten om het mondgezondheidsgedrag van ouders en kinderen te kunnen veranderen. In 2017 is de Uitblinkers-interventie ontwikkeld om de mondgezondheid van jonge kinderen te verbeteren. Uitblinkers is een gespreksmethodiek die ingrijpt op de onderliggende opvoeding- en gezinsfactoren die een drempel vormen voor een goede mondverzorging bij het kind. Hierbij worden wetenschappelijk-gefundeerde gesprekstechnieken toegepast en componenten gebruikt uit pedagogische interventies die effectief zijn gebleken voor de preventie van overgewicht bij kinderen. Uitblinkers is met veel enthousiasme door het mondzorgveld ontvangen en pilotonderzoek laat veelbelovende resultaten zien. Aanhoudende vragen uit het werkveld zijn of de Uitblinkers-interventie daadwerkelijk effectief is in het verbeteren van mondgezondheidsgedrag, vooral bij kinderen met lage SEP, en wat er nodig is om de interventie te kunnen uitvoeren in de praktijk. Daarnaast spraken mondzorgverleners de behoefte uit voor dezelfde interventie voor het verbeteren van voedingsgedrag. Deze aanvraag is daarom gericht op de effectevaluatie, toepassing en doorontwikkeling van de Uitblinkers-interventie. In 20 mondzorgpraktijken wordt een niet-gerandomiseerde, gecontroleerde trial uitgevoerd naar het effect van de interventie op poetsgedrag. Voorafgaand en gedurende de trial worden kwalitatieve gegevens verzameld over implementatiefactoren die de uitvoering van de interventie belemmeren of bevorderen. Daarnaast wordt co-design toegepast met ouders, mondzorgverleners en jeugdverpleegkundigen voor de doorontwikkeling van de Uitblinkers-interventie op voedingsgedrag, voor toepassing op het consultatiebureau. De vergaarde kennis is zeer relevant voor het werkveld en onderwijs om de kloof in mondgezondheid tussen verschillende SEP groepen terug te kunnen dringen.
De multidisciplinaire minor Actieve en Gezonde Leefstijl (AGL) is een minor voor derde of vierdejaars interne en externe HBO studenten. Binnen deze minor komen de IWP Actie en Gezonde Leefstijl, praktijk-onderzoeks-projecten en onderwijs samen. De minor heeft als doel kennis en vaardigheden te ontwikkelen om mensen te begeleiden naar een actieve(re) en gezonde leefstijl in samenwerking met andere professionals. Dit wordt gedaan door bewegen, voeding en gezondheidsgedrag een onderdeel te laten zijn van de leefstijl van mensen.
Het doel van dit PD traject is om zowel vanuit de mondzorg als vanuit de maatschappij betere mogelijkheden te creëren om meer jongvolwassenen (18-25 jaar) te bereiken met preventieve mondzorg om hun mondgezondheid te bevorderen. De invloed van peers, marketing en socialmedia op keuzes van jong volwassenen om te komen tot een geambieerde levensstijl is enorm. Gewenning aan onverstandige keuzes maakt een urgent en complex praktijkprobleem. Het is algemeen bekend dat de gevolgen op termijn desastreus zijn voor het gehele lichaam, maar de mond wordt hierbij vaak vergeten. Voor de mond zijn aanwezigheid van geassocieerde risicofactoren een gestaag groeiende ramp. Dit PD traject wil aansluiting gaan zoeken bij deze leeftijdsgroep en deze te begeleiden in het zelfstandig gezonde keuzes maken. Dit zal plaats gaan vinden binnen reguliere mondzorgpraktijken door te kijken naar innovatieve, effectieve, efficiënte en praktisch haalbare verbeteringen die kunnen worden uitgevoerd door mondzorgprofessionals. Daarnaast gaan we werken aan een betere aansluiting bij de doelgroep zelf en aansluiting bij zorg- en welzijnsorganisaties. Er wordt gewerkt vanuit het concept positieve gezondheid. Via transdisciplinaire samenwerking beogen we jongvolwassenen empowerment te geven om gezond mondgezondheidsgedrag te stimuleren en daarmee in de toekomst o.a. hoge kosten, kiespijn, schaamte en daardoor sociale isolatie te voorkomen. Deze leeftijdsgroep ervaart significante levensveranderingen en loopt tevens risico op verminderd contact met preventieve mondzorg vanwege de beëindiging van de mondzorgvergoeding vanuit het jeugdbasispakket. Het traject gaat ook vanuit een flink aantal mondzorgpraktijken in kaart brengen wat de huidige prevalentie is van tandbederf, erosieve gebitsslijtage, tandvlees problemen en de uitval van deze leeftijdsgroep in de mondzorgpraktijk. Als we dat weten kunnen we gaan bekijken welke preventieve behandelstrategieën geïmplementeerd of afgebouwd moeten worden voor een succesvol mondzorgpreventie programma bij jongvolwassenen. Daarbij zullen we kennis op gaan doen over een passende implementatiestrategie.