In Nederland hebben mensen met een hoge sociaaleconomische status meer kansen op een goede gezondheid dan mensen met een lage sociaal economische status. Ondanks de groeiende welvaart in Nederland en de toegenomen sociale mobiliteit blijken sociaaleconomische gezondheidsverschillen een hardnekkig fenomeen. Hoe komt dat nu, en wat kunnen we daar aan doen? Verschillende lectoraten van Platform Stad en Wijk doen hier al jaren onderzoek naar. In het digitale magazine ‘Gezondheidsverschillen’ bundelen we deze kennis. Deze publicatie is een samenwerking van zestien lectoraten van elf verschillende hogescholen die samenwerken in het Platform Stad en Wijk. Deze onderzoeksgroepen van hogescholen verschaffen inzicht in en dragen oplossingen aan voor maatschappelijke vraagstukken in stad en wijk. Met name gericht op participatie en veerkracht.
LINK
Landelijk is er veel aandacht voor het terugdringen van gezondheidsverschillen, ook via sport en bewegen. Zowel de rijksoverheid als gemeenten zetten al vele jaren in op sport en bewegen voor het bevorderen van de fysieke en mentale gezondheid. Er bestaan veel interventies (subsidies, buurtsportcoaches e.d.), toch lukt het niet om bewoners meer te laten sporten. Hoe kan dit? In dit artikel laten we zien hoe verschillende kennisbronnen van belang zijn. Ervarings-, praktijk- en vakkennis zijn allemaal betekenisvol om samen een passende activiteit en passend sportstimuleringsbeleid te maken. Echter, in de praktijk wordt niet alle kennis op dezelfde waarde geschat. Dit is niet alleen onrechtvaardig te noemen, het zorgt ook voor het in stand houden van gezondheidsverschillen.
DOCUMENT
Het gezonder maken van de leefomgeving kan een belangrijke bijdrage leveren aan het verkleinen van gezondheidsverschillen. Dit vereist een integrale en interdisciplinaire aanpak. Maar hoe kan worden gefaciliteerd dat gemeentelijke afdelingen uit het fysieke en sociale domein hierbij met elkaar en met andere stakeholders samenwerken?
LINK
Lector Gezonde Stad Jeannette Nijkamp richt zich met haaronderzoeksprogramma op een gezonde stedelijke fysieke leefomgeving.Doel is het verkleinen van gezondheidsverschillen tussen bewoners meteen hoge en lage sociaaleconomische status. Deze laatste groep heeftnamelijk een kortere levensverwachting, een slechtere gezondheid en eenongezondere leefstijl.Het Nederlandse gezondheidsbeleid zette tot voor kort vooral in opleefstijlinterventies. Vanwege de hardnekkige gezondheidsverschillenis er nu echter ook aandacht voor een gezonde fysieke leefomgeving.De geschiedenis leert namelijk dat fysieke ingrepen, zoals bijvoorbeeldde aanleg van riolering, een belangrijke bijdrage kunnen leveren aangezondheidsbevordering voor alle bewoners en het verkleinen vangezondheidsverschillen.Binnen het onderzoeksprogramma Gezonde Stad wordt onderzochthoe de fysieke leefomgeving zodanig kan worden ontworpen eningericht dat stadsbewoners zich hier prettig voelen en worden verleidtot gezond gedrag. Hiertoe worden interventies ontwikkeld, waarbijwordt samengewerkt met allerlei partijen zoals gemeenten, bedrijven,organisaties en kennisinstellingen en vooral ook met de bewoners. Ookwordt onderzocht hoe de verschillende partijen kunnen samenwerken bijhet gezonder maken van de leefomgeving.Docent-onderzoekers en studenten werken in hun onderzoek samen metgemeentelijke professionals uit zowel het fysieke als het sociale domein endragen zo bij aan de verbinding tussen beide domeinen. De praktijk heeftgrote behoefte aan deze verbinding, want een combinatie van fysieke ensociale interventies is vaak effectiever.
DOCUMENT
Lectorale Rede van Harmieke van Os, woensdag 17-09-2025: In mijn rede heb ik uiteengezet dat het lectoraat Innovatie in de oncologische (netwerk)zorg zich richt op persoonsgerichte essentiële zorg door verpleegkundigen en verpleegkundig specialisten. Die zorg start in de zorgrelatie. Verpleegkundigen en verpleegkundig specialisten staan voor complexe opgaven: de zorgvraag neemt toe, terwijl er minder verpleegkundigen zijn, de impact van kanker op patiënten en hun naasten is groot en gezondheidsverschillen spelen een rol. Om persoonsgerichte zorg te bieden werken zij nauw samen in netwerken, zetten ze in op preventie en een gezonde leefstijl en maken ze gebruik van (digitale) innovaties. Het lectoraat wil via praktijkgericht onderzoek bijdragen aan de kwaliteit van leven en sterven van patiënten met kanker, en aan de professionalisering van verpleegkundigen en verpleegkundig specialisten. Ik heb een schets gegeven van drie met elkaar samenhangende onderzoeksthema’s: • Interprofessionele samenwerking in (netwerk)zorg; • Preventie door leefstijlverpleegkunde; • Innoveren in de oncologische zorg. Samenwerking is hierin essentieel. Ik heb het belang toegelicht van samenwerking met patiënten, verpleegkundigen, verpleegkundig specialisten, professionals uit zorg- en aanpalende domeinen, docenten en studenten. Samen werken we aan persoonsgerichte zorg!
DOCUMENT
Al geruime tijd wordt geprobeerd om gezondheid te verbeteren via de inrichting van de leefomgeving. De leefomgeving heeft op verschillende manieren invloed op gezondheid. Denk hierbij aan omgevingsfactoren als luchtvervuiling, het stedelijk hitte-eiland effect, wandel- en fietsinfrastructuur, ontmoetingsplekken, groenstructuren en het voedselaanbod. De rijksoverheid stimuleert lokale overheden, woningcorporaties, gezondheidsinstellingen en private partijen om invulling te geven aan gezonde en leefbare buurten. Ondanks de toegenomen aandacht voor de ruimtelijke aspecten van gezondheid, bestaat er nog veel onduidelijkheid over de vraag welke inrichtingsmaatregelen het meest effectief zijn voor het verbeteren van gezondheidsuitkomsten. Wat is er bekend over de samenhang tussen de leefomgeving en gezondheid? Op welke wijze kan ruimtelijke ordening bijdragen aan een gezonde leefomgeving? En hoe is aandacht voor ruimtelijke gezondheidsverschillen momenteel verankerd in beleid en praktijk? Deze themareeks zoekt antwoorden op deze vragen vanuit onderzoek en praktijk. Dit artikel begint met een beschrijving van de relatie tussen ruimtelijke ordening en gezondheid in Nederland en introduceert daaropvolgend de themareeks.
LINK
Stoppen met roken is moeilijker voor mensen in een lagere sociaaleconomische positie. Om stoppen-met-roken zorg toegankelijker te maken zijn daarom vanuit het samenwerkingsverband Rookvrij Kennemerland bewoners geworven en getraind als ‘rookvrijambassadeur’. Deze ambassadeurs zijn ervaringsdeskundigen die met mensen praten over (stoppen met) roken en ze vervolgens doorverwijzen naar passende rookstopzorg. In dit verslag beschrijven wij hoe een training tot rookvrijambassadeur eruit kan zien en wat hierbij de werkzame elementen zijn. We benadrukken het belang van werven op interne motivatie, het bieden van duidelijkheid over de rol van de ambassadeur, het faciliteren van zelfdeterminatie en het prioriteren van oefeningen en praktische inzichten. Door vanuit deze principes te werken draag je bij aan empowerment in de wijk en overbrug je de kloof tussen bewoners en de beschikbare zorg- en ondersteuningsfaciliteiten.
DOCUMENT
Hoe komt het toch dat gezondheidsverschillen zo hardnekkig zijn en waarom lukt het ons niet om daar verandering in aan te brengen? Daar gaat het proefschrift ‘rechtvaardige preventie’ van Carla Kolner over en ze geeft zelfs hoop door een richting aan te geven die meer kansen heeft.
DOCUMENT
Jeannette Nijkamp onderzoekt hoe de fysieke leefomgeving gezonder kan worden ingericht. Doel is het bevorderen van de gezondheid van stadsbewoners en het verkleinen van gezondheidsverschillen. Dit is een complex vraagstuk, dat vanuit verschillende invalshoeken kan worden belicht en waarbij van alles komt kijken. Samen met de gasten Erik Buskens (UMCG), Miranda Venekamp-Brandt (VanWonen) en Marieke Zwaving (gemeente Groningen) gaat zij hierover in gesprek, onder leiding van host lector Mark Mobach.
LINK
[Uit de inleiding:] Veel gezondheidsproblemen (bijvoorbeeld obesitas, luchtwegklachten, hart- en vaatziekten, diabetes en depressies) zijn effectiever aan te pakken als het ‘accounthoudend’ ministerie van VWS samenwerkt met andere ministeries, omdat bijvoorbeeld onderwijs, woon- en werkomstandigheden, het milieu of de economie grote effecten op de volksgezondheid kunnen hebben.Gecoördineerde samenwerking tussen verschillende sectoren heeft als voordeel dat iedere sector zijn eigen achterban heeft waardoor een groot bereik van interventies mogelijk is. Bovendien is iedere sector te beschouwen als bron van mens/denkkracht en middelen. Toch blijkt deze samenwerking tussen ministeries en horizontale verbinding van beleidsterreinen vaak moeilijk, op zijn minst niet-vanzelfsprekend. Het lectoraat Public Governance van De Haagse Hogeschool richt zich in onderzoek en onderwijs op het functioneren van de nationale overheid, met name de rol van beleidsambtenaren. De term governance staat daarbij voor prioriteren, sturen en verantwoorden in netwerken van relaties (Theisens, 2012). In de afgelopen drie decennia zijn taken en bevoegdheden van veel nationale overheden verschoven naar andere actoren: internationale organisaties, andere onderdelen van de nationale overheid, andere overheden, maatschappelijke organisaties, burgers en bedrijven. Deze beweging heeft grote gevolgen voor governance en ambtelijke professionaliteit: verbinding zoeken met partners uit het netwerk is de nieuwe werkelijkheid voor de overheid om publieke doelen te kunnen realiseren. De algemene perceptie is dat binnen de rijksoverheid beter moet worden samengewerkt, onder andere door de kerndepartementen. Dat moet de efficiëntie en kwaliteit van de beleidsvorming helpen verhogen in contexten van toegenomen onderlinge afhankelijkheid, complexiteit en coproductie bij de aanpak van toekomstige maatschappelijke problemen [...]
DOCUMENT