Steeds meer straten, buurten en wijken ontwikkelen hun eigen websites. Ontstaan hierdoor nieuwe virtuele buurtgemeenschappen? Liggen er kansen voor het grijpen om mensen in buurten meer te betrekken bij elkaar en bij hun wijk?
DOCUMENT
De gezondheidstechnologie ontwikkelt zich snel. De Haagse Hogeschool doet veel onderzoek naar de toepassing van nieuwe technologieën als het gaat om vitality, cure en care. Deirdre Beneken genaamd Kolmer, lector Mantelzorg aan De Haagse Hogeschool, en Ineke van der Meule, directeur Centrum voor Lectoraten en Onderzoek, over de uitdaging om instrumentele en relationele paradigma's in elkaar te laten grijpen die van nature niet hand in hand gaan.
DOCUMENT
Het waarderen van effecten waar geen markt voor is, is een van de lastigere problemen bij het maken van een maatschappelijke kosten-batenanalyse (MKBA). Er is dan ook regelmatig discussie over of MKBA’s wel kloppen en waarom dit soort zachte effecten niet wordt meegenomen. Deels worden dit soort zachte effecten niet gewaardeerd omdat op voorhand niet duidelijk is hoe belangrijk deze effecten zijn, en het goed kwantificeren en waarderen vaak een flinke klus is, zeker als er geen gebruik gemaakt kan worden van bestaande kengetallen. Een van de ‘oplossingen’ is om dit soort niet-markteffecten niet te waarderen maar hooguit te beschrijven. Met een recent voorbeeld uit de sporteconomie willen wij graag pleiten voor het vaker waarderen van niet-markteffecten.
LINK
Hulpverlening vindt door de coronacrisis in veel gevallen digitaal plaats, evenals het onderwijs. Echter is de inhoud van de lessen nog steeds gericht op fysieke hulpverlening. Het onderwijs zou de kans moeten grijpen om digitale hulpverleningsvaardigheden aan te leren aan de studenten van Social Work.
MULTIFILE
Politici en feministes grijpen naar wetenschappelijke waarheden om hun politieke standpunten over emancipatie en ouderschap te onderbouwen. De één kiest voor traditioneel moederschap en verwijst naar de genen, de ander idealiseert de vrije keuze van mannen en vrouwen en vertrouwt op de maakbaarheid van de hersenen.
DOCUMENT
Industrial robot manipulators are widely used for repetitive applications that require high precision, like pick-and-place. In many cases, the movements of industrial robot manipulators are hard-coded or manually defined, and need to be adjusted if the objects being manipulated change position. To increase flexibility, an industrial robot should be able to adjust its configuration in order to grasp objects in variable/unknown positions. This can be achieved by off-the-shelf vision-based solutions, but most require prior knowledge about each object tobe manipulated. To address this issue, this work presents a ROS-based deep reinforcement learning solution to robotic grasping for a Collaborative Robot (Cobot) using a depth camera. The solution uses deep Q-learning to process the color and depth images and generate a greedy policy used to define the robot action. The Q-values are estimated using Convolutional Neural Network (CNN) based on pre-trained models for feature extraction. Experiments were carried out in a simulated environment to compare the performance of four different pre-trained CNNmodels (RexNext, MobileNet, MNASNet and DenseNet). Results showthat the best performance in our application was reached by MobileNet,with an average of 84 % accuracy after training in simulated environment.
DOCUMENT
Professionals in het publieke sociaal domein hebben een complexe maatschappelijke opdracht. Ze verdelen schaarse publieke middelen en hun beslissingen grijpen direct in op de levens van burgers. Om meer zicht te krijgen op hoe deze professionals leren en professionaliseren, en wat hun behoeften hierin zijn, hebben we een vragenlijstonderzoek uitgevoerd.
LINK
De energietransitie is sinds decennia een van de grootste veranderingen waar de Nederlandse samenleving mee te maken krijgt. Deze verandering gaat alle huishoudens en organisaties in Nederland aan en dient daarom ook, zoveel mogelijk, in samenspraak met hen te gebeuren. Elke transitie is namelijk mensgericht en daarom is het ook een sociale transitie. Als transities op een goede manier verlopen kan het ook kansen bieden op andere domeinen, zoals werkgelegenheid, sociale cohesie en gezondheid. Het is daarom een uitgelezen mogelijkheid om de energietransitie met elkaar aan te grijpen om én de overstap naar een fossielvrije samenleving te maken én de samenleving als geheel een stap vooruit te brengen. Het doel van dit onderzoek was om te verkennen hoe eigenaarschap van de bewoners van Smitsveen in Soest over de energietransitie kon worden bevorderd.
DOCUMENT
Met dit onderzoek is getracht een indruk te krijgen van de overtuigingen die er in de praktijk bestaan ten aanzien van effectief ingrijpen om de ontwikkeling van ernstig crimineel gedrag in de adolescentie te voorkomen. Bij dit onderzoek is aan alle kanten de breedte opgezocht. Er is gekeken naar een brede range van factoren die van invloed zijn op een antisociale ontwikkeling en naar een heel scala aan inter-venties dat hierop aan kan grijpen. Dit heeft een breed overzicht van mogelijke aangrijpingspunten en daarop aansluitende, beschikbare interventies opgeleverd. De bij de praktijk opgehaalde resultaten dui-den op grote overeenstemming tussen respondenten over de prioritering van beschikbare interventies. Daarbij zien de respondenten duidelijk meerwaarde, voor de gehele ontwikkelingsperiode, in het ver-sterken van goed opgroeien (universele preventie) nog vóór er sprake is van problematisch antisociaal of delictgedrag. In grote lijnen zijn respondenten het ook eens over het inzetten van interventies gericht op het bijsturen in reactie op zorgwekkende signalen (primaire preventie) of op het stoppen en ombui-gen van delictgedrag (secundaire preventie). Wel is de mate van overeenstemming daarvoor iets min-der groot dan bij universele preventie. Praktijkprofessionals, onderzoekers en ervaringsdeskundigen sluiten met hun keuze voor deze interventies vooral aan bij interventies gericht op Familie, Kind en School om bijtijds in te grijpen op een antisociale ontwikkeling. Voor het bij bewoners versterken van gedeelde opvattingen rondom prosociaal gedrag in hun buurt is minder support, maar in de literatuur zijn er duidelijke aanwijzingen die het belang ervan onderschrijven. Tenslotte toont de literatuurstudie de meerwaarde om interventies multimodaal in te zetten, maar de wijze waarop dit het meest effectief is vraagt om aanvullend onderzoek. De resultaten van dit onderzoek bieden houvast voor beleidskeuzes, zowel landelijk als meer regionaal en lokaal. In respons op gesignaleerde problemen kan als eerste stap, met de praktijkprofessionals, lo-kaal informatie verzameld worden over: • beschikbare interventies voor 0-15 jarigen, gericht op Kind, Familie, School en Buurtfactoren op de verschillende preventieniveaus; • de wijze waarop deze interventies gecombineerd en multimodaal ingezet kunnen worden, best passend bij gesignaleerde problemen. • de keuze van interventies die ingezet kunnen worden als een antisociale ontwikkeling persistent en in toenemende mate ernstig blijkt te zijn. Ook kan er meer kennis opgedaan worden in het combineren van erkende interventies met ondersteunende vormen van advies, belangenbehartiging en begeleiding op dagelijkse stress verhogende om-standigheden. Beperkingen van het onderzoek liggen in: • de brede spreiding van respondenten waardoor zij als beroep of functie niet representatief zijn; • de beknopte vertaalslag van de interventies naar vragen in het Delphi-onderzoek die respondenten ruimte bood tot interpretatie; • de beperkte mate waarin respondenten op elkaars uitslag konden reageren.
DOCUMENT