Naar aanleiding van een Tegenlicht documentaire "Groene dromen" is op Strijp-S een Meet Up bijeenkomst gehouden over de circulaire economie.
LINK
Overcoming Challenges in local green H2 economies Organizer: Dr Beata Kviatek, Jean Monnet Chair in Sustainable EU Economy, Centre of Expertise Energy / International Business School / Hanze University of Applied Sciences Groningen, the Netherlands One of the main pathways of the current energy transition includes development of regional green hydrogen economy, usually based in the so-called hydrogen valleys. The development of regional green hydrogen economies enables to green up regional industry and mobility, brings new business opportunities for local and regional businesses, redirects regional investments and financial streams, and proposes new avenues for regional education, knowledge, and research institutions. However, the complexity of regional transformation towards green hydrogen economy, poses challenges that require a close cooperation between different local and regional stakeholders at multiple levels, including national and European. What are these challenges in developing regional green hydrogen economies here, in the northern part of the Netherlands, and in other regions of Europe and what are the new pathways to overcome challenges in regional green hydrogen economies? – is the main question of the proposed panel discussion that will involve academics, policy makers, and practitioners from the northern part of the Netherlands as well as some European regions.
DOCUMENT
Op basis van een uitgebreide literatuurstudie, 25 interviews met gebiedspartijen in Midden-Delfland en een aantal multi-stakeholders workshops is in kaart gebracht hoe een gebiedsgerichte aanpak gericht op landschapinclusieve kringlooplandbouw in Midden-Delfland vorm krijgt dan wel versterkt kan worden. Hiervoor is de Transitiebloem-aanpak (TBA) gebruikt als holistische, transdisciplinaire en praktijkgerichte transitiebenadering. Deze benadering helpt gebiedspartijen bij het realiseren van een integrale systeemaanpak en collectief handelingsperspectief gericht op de samenhang van verschillende gebiedsopgaven met betrekking tot landbouw, water, voedsel, bodem, biodiversiteit, energie, klimaat, erfgoed, stadplattelandrelaties en economie.
DOCUMENT
In dit rapport wordt beschreven hoe ETFI in 2015 samen met Jam Visual Thinking een project gestart zijn om de bouwstenen voor een strategienota aan te dragen. De gemeente Emmen heeft Stenden ETFI gevraagd de bouwstenen voor de nieuwe strategienota aan te dragen en een begin te maken met de politiek-bestuurlijke dialoog. Die bouwstenen dienen zich inhoudelijk vooral te richten op: • De ontwikkeling van de arbeidsmarkt en sociale structuur in de gemeente; • De economische positionering van de gemeente (industrie, techniek, logistiek, toerisme en recreatie).
DOCUMENT
We zitten momenteel in een transitie-periode waarin we van een lineaire economie op basis van bestaande business modellen gericht op economische waarde maximalisatie toegaan naar een circulaire economie, waar business modellen streven naar waarde behoud. De volgende stap is de overgang naar een regeneratieve of restauratieve economie, waarin niet alleen economische waarde, maar ook ecologische en sociale waarde wordt gecreëerd (meervoudige waardecreatie). Vanuit accounting perspectief is een parallelle ontwikkeling zichtbaar. Ons huidige accounting systeem is met name gericht op economische waarde. Als gevolg van de transitie van een lineaire economie naar een circulaire economie, zijn er accounting modellen en frameworks in ontwikkeling gericht op meervoudige waardecreatie. De auteurs zijn echter van mening dat in de literatuur een cruciale gap bestaat tussen de ontwikkeling van accounting en meervoudige waardecreatie, en dat huidige modellen en frameworks gericht op meervoudige waarde vooral leiden tot ‘greenwashing’. In deze bijdrage gaan wij na in hoeverre de vigerende concepten van accounting bruikbaar zijn om te sturen op meervoudige waarde. Onder sturen wordt in dit kader bedoeld het bepalen, meten en waarderen. Dit doen wij aan de hand van een conceptuele analyse waarbij we de toepassing van de vigerende accounting concepten ten aanzien van profit vergelijken met mogelijke toepassing van deze concepten in relatie tot people en planet. Wij concluderen dat deze concepten over het algemeen niet toepasbaar zijn voor people en planet. Wij stellen daarom een alternatieve benadering voor, waarbij wij menen dat vigerende accounting concepten grotendeels toepasbaar zijn op people en planet. Dit is gebaseerd op een aanpak waarin het huidige ontologische uitgangspunt van accounting wordt verlaten en waarin we een aangepast ontologisch uitgangspunt verder uitwerken aan de hand van de Triple Depreciation Line (TDL) van Rambaud & Richard (2015). Tenslotte hebben we kritiekpunten geformuleerd op de TDL systematiek en stellen we een alternatieve TDL systematiek voor. Hiermee beoogt dit paper een bijdrage te leveren aan het inzichtelijk maken van de praktische en conceptuele problemen bij de toepassing van vigerende accounting concepten in een circulaire economie, om vervolgens mogelijke oplossingsrichtingen aan te reiken, gericht op bescherming, herstel en regeneratie van natuurlijk en sociaal kapitaal.
DOCUMENT
Honger is nog steeds een wereldwijd probleem, terwijl iedereen genoeg te eten zou hebben als we het beschikbare voedsel goed zouden verdelen en benutten, en het niet zouden verspillen. Maar alleen al in Nederland gooien we ruim 33 kilo voedsel per persoon per jaar weg. Dat moet anders! Door voedsel slimmer te verpakken, kunnen we voedselverspilling én onnodig verpakkingsafval voorkomen. Binnen het project Goed Verpakt hebben we verschillende partijen samengebracht om integraal aan dit onderwerp te werken. Het breed samengestelde consortium bestond uit kennisinstellingen, producenten van aardappels, groente en fruit, producenten van maaltijden en portieverpakkingen, producenten van verpakkingsmaterialen en een brancheorganisatie. Onze centrale onderzoeksvraag was: Hoe kunnen bedrijven in de voedingssector op een meer duurzame manier in de behoefte van de eindgebruiker voorzien, waarbij de gekozen totaaloplossing van de product-verpakkingscombinatie past binnen en circulaire economie en aansluit bij de vereisten van de hele keten? Samen hebben we naar slimme product-verpakkingscombinaties gezocht, waarbij we hebben geanalyseerd welke duurzaamheidsdilemma’s partijen in de keten ervaren en hoe we die kunnen oplossen of wegnemen. Daarbij hebben we ook in beeld gebracht wat de betrokken partijen zelf kunnen doen en wat zij voor elkaar kunnen krijgen door een nauwere samenwerking binnen de keten. Voor slimme product-verpakkingscombinaties is ook de overheid een onmisbare partner. Onduidelijkheid, een gebrek aan daadkracht en te eenzijdige wet- en regelgeving werken averechts en ondermijnen het streven naar meer duurzaamheid binnen de sector. Beleidsmakers onderschatten de expertise die nodig is om dit goed te regelen. Maar verduurzaming is dus vooral een kwestie van nauwer samenwerken. Met partners binnen de branche, met interessante partijen buiten de branche én met de overheid. We formuleren in dit document alvast onze negen gouden regels van integraal duurzaam verpakken. Daarnaast blijven de betrokken kennisinstellingen onderzoek doen naar dit onderwerp. Bijvoorbeeld naar consumentengedrag en – intenties en naar de inzet van de Rethink-methode voor het herontwerpen van product-verpakkingscombinaties. Zo zorgen alle betrokken partners voor een circulaire toekomst waarin voedsel steeds slimmer verpakt wordt en we met een minimum aan afval zo veel mogelijk voedsel beschikbaar maken voor iedereen.
DOCUMENT
DOCUMENT
Uit de conclusie van het proefschrift : " De centrale vraag is opgedeeld in vier onderzoeksvragen. Aan de hand van deze onderzoeksvragen wordt een antwoord op de centrale vraag gegeven. 1 Wat zijn de principes van de Stichting Architecten Research (SAR) en gerelateerde concepten en welke aspecten zijn hieruit af te leiden om de toekomstbestendigheid van renovatieconcepten te beoordelen? 2 Welke overige factoren zijn van invloed op de toekomstbestendigheid van renovatieconcepten en welke aspecten zijn hieruit af te leiden om de toekomstbestendigheid van renovatieconcepten te beoordelen? 3 Welke renovatieconcepten worden er anno 2015 in Nederland aangeboden? 4 Op welke wijze voldoen de renovatieconcepten aan de aspecten die bepalend zijn voor de toekomstbestendigheid? Dit onderzoek is een evaluerend onderzoek naar 25 renovatieconcepten. Het doet geen aanbevelingen aan de conceptontwikkelaars. De 25 aangedragen concepten moeten verder onderzocht worden om de toepasbaarheid van elk van de aspecten nauwkeuriger te beschrijven en gerichter van aanbevelingen te kunnen voorzien. Zo is verder onderzoek naar de aanpasbaarheid van de installaties in combinatie met de verwachte klimatologische veranderingen een onderzoeksgebied. "
DOCUMENT