Het schoolvak Lichamelijke Opvoeding (LO) beoogt leerlingen te motiveren voor een actieve leefstijl. Tegelijkertijd worden leerlingen veelal met een cijfer beoordeeld op hun sportieve prestaties. In een promotieproject wordt momenteel onderzocht wat de invloed is van beoordeling bij LO op de motivatie van leerlingen
LINK
uit onderzoek (naar het werpen van een bal) is gebleken dat het geven van een voorbeeld vooraf op video, ondersteund door verbale aanwijzingen, een groter leereffect geeft dan alleen verbale feedback of alleen een videovoorbeeld. Er is echter nog niet of nauwelijks goed onderzoek gedaan naar het leereffect van persoonlijke videofeedback in de gymles. Met andere woorden: verbeteren leerlingen meer als ze zichzelf terugzien op video? Dit artikel beschrijft achtereenvolgens twee onderzoeken die hiernaar zijn uitgevoerd door studenten van Fontys Sporthogeschool.
In 2013-2014 is er een onderzoek uitgevoerd naar motivatie en bewegingsvaardigheden van kinderen in groep 7 en 8 op 4 basisscholen in Groningen. Na afloop van het onderzoek is voor elke deelnemende school een afrondende onderzoeksrapportage geschreven met de resultaten. Over het algemeen blijkt dat leerlingen zich competent voelen, maar weinig autonomie ervaren. Leerlingen zijn wel intrinsiek gemotiveerd voor de gymles en scoren gemiddeld tot hoog op bewegingsvaardigheden.
De Gemeente Groningen stimuleert kinderen binnen de Gemeente Groningen tot een actieve en gezonde leefstijl door middel van het sportieve leefstijlproject, BSLIM. BSLIM vormt de paraplu waaronder interventies en een uitgebreid activiteitenaanbod voor met name basisschoolleerlingen i.s.m. scholen, kennisinstellingen en andere organisaties wordt vormgegeven. Met BSLIM wil de Gemeente Groningen kinderen de mogelijkheid bieden hun sportieve talenten te ontdekken en ontwikkelen. De gemeente heeft daarbij als primair doel de structurele sportdeelname van alle kinderen positief te beïnvloeden. Bijzondere aandacht gaat daarbij uit naar kinderen die (nog) niet structureel sporten en naar de mogelijke talenten. Een goede bewegingsvaardigheid, passend sport(ief)gedrag en plezierige bewegingservaringen zijn van grote invloed op de mate waarin kinderen nu en later structureel deelnemen aan sport en voldoende blijven bewegen. De gemeente Groningen stimuleert daarom samen met schoolbesturen de ontwikkeling van een goede bewegingsvaardigheid van kinderen middels kwalitatief hoogwaardig bewegingsonderwijs door brede vakdocenten in de BSLIM-wijken.Onderzoeksthema’s 1. BewegingsonderwijsDe kwaliteit van het bewegingsonderwijs in de Bslim wijken wordt onderzocht.a. Het Leerlingvolgsysteem (LVS) dat in 2015-2016 is geïmplementeerd wordt gebruikt om de vaardigheid van leerlingen in de Bslim wijken in kaart te brengen en waar mogelijk te vergelijken met landelijke normenb. Effectiviteit van interventies gericht op de vaardigheid, de beleving en/of het gedrag van leerlingen, waarbij met name oog is voor de (uit zichzelf) minder actieve leerlingenc. Effectiviteit van interventies die gebruik maken van expliciet en impliciet leren binnen bewegingsonderwijs en/of MRT-praktijken2. Tussen gymzaal en sportvereniginga. Monitoring sportdeelname en motieven om wel/niet te sporten en bewegen + analyse van trends en ontwikkelingen in de sportdeelname in de onderzoekswijken. Hierbij wordt een ruim pallet in acht genomen: Van bewegingsonderwijs tot buiten spelen, en van Bslim- en Schoolsportclub activiteiten tot sportdeelnameb. Onderzoek naar de effectiviteit van interventies gericht op actieve pauzes, waarbij met name oog is voor de (uit zichzelf) minder actieve leerlingen c. Onderzoek naar de effectiviteit van interventies gericht op het voor- tussen en naschools aanbod mbt leefstijl en belevingd. Onderzoek naar de effectiviteit van Bslim activiteiten en Schoolsportclub op de sportbelevinge. Uitvoeren van een Pilot mbt de stimulatie van de motivatie voor bewegen van vmbo leerlingen binnen en buiten de gymles3. Structurele sportdeelnamea. Effectiviteit van een interventie gericht op trainers om motivatie van kinderen te stimuleren en daarmee uitval te beperken b. Ontwikkelen en uitvoeren van een toolkit waarmee de koppeling tussen kind en sport optimaal gemaakt wordt en mogelijke talenten geïdentificeerd worden
Aanleiding Kinderen in het basisonderwijs bewegen van huis uit te weinig. Goed bewegingsonderwijs leidt tot verbeterde motoriek, waardoor kinderen meer plezier in bewegen hebben en dus ook meer gaan bewegen. Dat leidt weer tot een kleinere kans op overgewicht en het verbetert de gezondheid. Scholen hebben de taak vroegtijdig passende zorg te organiseren als de gezonde ontwikkeling stokt. Dit gebeurt nu nog onvoldoende. Gymleraren kunnen een rol spelen bij het signaleren van problemen op het gebied van motorische ontwikkeling en (over)gewicht. Zij hebben dan wel kennis, vaardigheid en de juiste instrumenten nodig. Doelstelling De centrale doelstelling van dit project is de huidige en toekomstige gymleraren beter uit te rusten om de motorische ontwikkeling van kinderen te verbeteren en bij achterblijvende motorische ontwikkeling adequaat te kunnen doorverwijzen. De deelnemers aan het project onderzoeken of de zogenoemde 4Ssen-scan een geschikt instrument zou kunnen zijn om de grove motoriek van kinderen te meten. Daartoe zullen ze de betrouwbaarheid en validiteit van de scan bepalen. Voor de gymleraren stellen ze een meetprotocol op om met een meetinstrument tijdens de gymles een scan te maken. Daarnaast zullen ze in samenwerking met de jeugdgezondheidszorg (JGZ) een zorgprotocol opstellen, waarin ze de zorgketen en zorgpaden beschrijven. Dit alles zal leiden tot verdere professionalisering van gymleraren, zodat zij beter in staat zijn kinderen beter te leren bewegen, en samen te werken met de JGZ en andere professionals in de zorgketen. Beoogde resultaten De concrete resultaten van het onderzoek zijn een zorgprotocol met een beschrijving van de zorgketen en zorgpaden, en een meetprotocol met meetinstrument dat geschikt is voor een scan tijdens de gymles. Om de opgedane kennis te verspreiden publiceren de deelnemers aan het project wetenschappelijke artikelen in internationale peer-reviewed tijdschriften. Een Nederlandse vertaling zal worden aangeboden aan de Nederlandse vakbladen voor gymleraren. Verder wordt de kennis verspreid via presentaties op congressen en via de websites van deelnemende organisaties.
Van alle leeftijdscategorieën zitten jongeren, met gemiddeld 10,6 uur per dag, het meest. Een groot deel daarvan zitten ze - letterlijk- op school. Leerlingen willen graag meer bewegen tijdens de schooldag, maar zien weinig aanleiding daarvoor. Docenten geven aan daar weinig ruimte voor te hebben in de les. Tijdens de COVID-19 lockdown is veel ervaring opgedaan met beweegchallenges vanuit de gymles op afstand. Binnen dit project gaan docenten, leerlingen en een app-ontwikkelaar samen de mogelijkheden verkennen om de ervaringen met beweegchallenges in te zetten voor het dynamischer maken van de schooldag ondersteund door digitale technologie. Tijdens een dynamische schooldag wordt langdurig zittend leren, regelmatig onderbroken voor een bewegingstussendoortje. Omdat het voor het slagen van een (gezondheids)interventie belangrijk is om de doelgroep mee te nemen in het ontwikkelproces, zal binnen dit project een participatieve aanpak worden gebruikt. Afzonderlijk van elkaar zullen LO-docenten en leerlingen input leveren op randvoorwaarden waaraan een interventie ondersteund door digitale technologie en gericht op een dynamischere schooldag volgens hen aan moet voldoen. De app-ontwikkelaar is expert op het gebied van digitale technologie en zal mee denken over de haalbaarheid van de de geschetste randvoorwaarden. Vervolgens maken docenten, leerlingen en de app-ontwikkelaar samen een selectie van een breed gedragen set van randvoorwaarden. Aan dit project werken voortgezet onderwijs scholen mee uit zowel Amsterdam als Groningen.