Onderzoek naar de ondersteuningsbehoeften in het ouderschap bij aanstaande ouders en ouders met jonge kinderen. Het kenniscentrum GUTS heeft vanuit het lectoraat Jeugdhulp in transformatie een onderzoek uitgevoerd en dit rapport gepubliceerd. Hierbinnen is gebruik gemaakt van het thema lab Kansrijke Start van het Living Lab Publieke Gezondheid van het Kenniscentrum -Health Innovation van De Haagse Hogeschool. Een mooie co- creatie van 2 kenniscentra
MULTIFILE
Het nieuwe leren wordt gesitueerd in een context van ontwikkelingen in het denken over onderwijzen, opleiden en organiseren. Bi het nieuwe leren gaat het niet alleen om het leren van de leerlingen, maar ook om een paradigmaverschuiving in het denken over onderwijs; een rechtstreeks gevolg van paradigmaverschuiving in de wetenschap. Hierna wordt in vogelvlucht geïnventariseerd welke implicaties de theorieën over leren en ontwikkelen hebben voor het onderwijs en voor het ontwerpen van leerarrangementen. Daarna wordt de overstap gemaakt naar de complexe beroepspraktijk. Hoe kan deze het beste begrepen worden: door een reductie van die complexiteit en het zoeken naar algemeen geldende verklaringen achteraf of door een systeemdynamische analyse van die werkelijkheid en in dialoog met betrokkenen op zoek gaan naar werkzame principes en causal loops? In het vervolg worden twee tot nu toe in de literatuur over het nieuwe leren nog weinig aan bod gekomen aspecten geïntroduceerd. Hoe organiseren we het leren en hoe werkt dat bij een nieuwe generatie leerlingen? Dan wordt geprobeerd de slag te maken van de principes van het nieuwe leren naar het ontwerpen van leerarrangementen waarin dat nieuwe leren mogelijk wordt. Er wordt een voorlopig denkraam gepresenteerd, dat in de projecten binnen dit lectoraat een heuristische functie kan vervullen bij het verder zoeken naar ontwerpparameters. Tenslotte wordt het werkprogramma van het lectoraat en de kenniskring globaal geschetst.
Aan de hand van recente bevindingen van hersenonderzoek en research rond ontwikkelingstheorieën wordt de vraag beantwoord: in hoeverre zijn jongeren toegerust voor het nieuwe leren en in staat tot zelfsturing? Op basis hiervan worden aanbevelingen geformuleerd voor de onderwijspraktijk.
Neurowetenschappelijke kennis over het ontstaan van antisociaal gedrag neemt sterk toe. In de praktijk komt deze kennis nauwelijks aan bod, terwijl antisociaal gedrag voortkomt uit een mix van sociale, psychologische én neurobiologische factoren. Professionals die werken met antisociale jongeren zouden daarom gebaat zijn bij deze kennis.Doel Hersenontwikkeling en de invloed daarvan op het gedrag bij jongeren met antisociaal gedrag is een nog onderbelicht onderwerp binnen het dagelijks handelen van professionals en in hun opleiding. Het HU-lectoraat Kennisanalyse Sociale Veiligheid is daarom in samenwerking met Hogeschool Windesheim een onderzoek gestart met als doel het versterken van neurowetenschappelijke kennis bij zowel studenten, docenten als professionals. Resultaten Als eindproduct van Neurocriminologie voor toekomstige hbo-professionals is de HU-projectpagina van Brainstorm in het leven geroepen. Looptijd 01 mei 2019 - 01 mei 2021 Aanpak Bij studenten, docenten en professionals werd in kaart gebracht welke kennis zij al hebben, welke houding ten opzichte van neurowetenschappelijke kennis ze hebben, en welke kennis men graag op zou doen.
Neurocriminologie betreft de invloed van neurobiologische (bv. hersenontwikkeling, hartslag) en neuropsychologische (bv. impulsiviteit) factoren op het ontstaan van crimineel gedrag. In de forensische zorgpraktijk wordt dit de komende jaren op grote schaal toegepast. Voordat (aankomende) professionals dit kunnen uitvoeren moeten zij voldoende neurocriminologische kennis, vaardigheden en een professionele beroepshouding ontwikkelen om deze kennis toe te passen.