Vastgoedmonitor Zuidoost-Brabant omschrijf de stand van zaken van het vastgoed in 23 SRE gemeenten. Naast, prijsen, vraag en aanbod is er ook aandacht voor infrastructuur en economische thema's
MULTIFILE
De natuur staat onder druk en de negatieve gevolgen van klimaatverandering lopen veel sneller op dan 10 jaar geleden voorspeld (Masson-Delmotte et al., 2021; Tollefson, 2021). Het beschermen van onze leefomgeving, onze natuur, water, klimaat maar ook de verschillende landbouwers actief op het platteland heeft de hoogste prioriteit. De focus moet komen te liggen op een duurzame (kringloop) landbouw waar alle sectoren aan bijdragen, met specifieke aandacht voor groenblauwe dooradering van het Nederlandse landschap (LNV et al., 2022). Dit vraagt om een slimme aanpak die, waar mogelijk, inspeelt op de potentie en mogelijkheden die er al liggen. Relevante uitvoeringsplannen op landelijk, provinciaal en lokaal niveau moeten hier invulling aan zien te geven.
MULTIFILE
Het project “Sporttoerisme - Sportas Amsterdam” draait om de vraag: welke kansen biedt sporttoerisme voor Sportas? De aanleiding voor het project is het bredere programma rond het gebiedsconcept Sportas Amsterdam. Dit programma behelst de ambitie van de gemeente Amsterdam, gemeente Amstelveen en partners om één ruimtelijk geheel te maken van het gebied en de sportfaciliteiten die in zuidwest Amsterdam zijn gelegen, grofweg van het Olympische Stadion tot en met de sportfaciliteiten in het Amsterdamse Bos. Het programma draagt bij aan city branding (regio Amsterdam), lokale bedrijfsontwikkeling (o.a. horeca, retail, dienstverlening), ondersteunen lokaal verenigingsleven en sportfaciliteiten (vitaliteit kantines en accommodatie), veiligheid (ruimtelijke eenheid, levendig) en leefbaarheid (toegankelijke en aantrekkelijke openbare ruimte). Bovenal kan de Sportas bijdragen aan het aantrekken en binden van de relatief hoogopgeleide en weinig plaatsgebonden leeftijdsgroep van 18-35 jaar. Dit sluit aan bij de ideeën van auteurs als Richard Florida (“The rise of the creative class”) en Charles Landry (“The art of city making”) over het aantrekken en vasthouden van de creatieve klasse en de kenniswerker. Het idee van de Sportas veronderstelt een transitie, van een versnipperd sportgebied naar geïntegreerd vrijetijdslandschap. Het gebied is momenteel al interessant voor sporttoerisme (topsport, breedtesport) en kan door deze transitie een impuls krijgen. Tegelijkertijd is de ontwikkeling van sporttoerisme een schakel in deze transitie. Er is echter nog te weinig bekend over de omvang van sporttoerisme en de potenties van de Sportas op dit vlak.
Het beschermen van onze leefomgeving en het verhogen van het herstellend vermogen van de natuur is belangrijker dan ooit. Het Nationaal Programma Landelijk Gebied maakt duidelijk waar de prioriteiten liggen: een duurzame (kringloop) landbouw waar alle sectoren aan bijdragen, met als doel 10% groenblauwe dooradering in 2050. De paardenhouderij is onderdeel van de plattelandseconomie en toch wordt de impact van deze sector regelmatig onderschat. Het houden van paarden gaat namelijk gepaard met extensief grondgebruik en kan aanzienlijk bijdragen aan een groenere, biodiverse en duurzamere leefomgeving. Het project “Biodiverse paardenhouderijen” komt voort uit de vraag van hippische ondernemers hoe biodiversiteit en paardenwelzijn te verbinden met nieuwe verdienmodellen binnen de kaders van het verhogen van de groenblauwe dooradering en de landschapskwaliteit. Het doel van dit project is om samen met hippische ondernemers (tevens praktijklocaties), onderzoeks- en onderwijsinstellingen, brancheorganisaties, overheidsinstanties, maatschappelijke partners en hippische toeleveranciers te onderzoeken hoe paardenhouderijen biodivers en paardvriendelijk ingericht kunnen worden met aandacht voor duurzame verdienmodellen in een gebiedsgerichte context en de groenblauwe dooradering van het landelijke gebied. Op basis van de onderzoeksresultaten worden gerichte adviezen ontwikkeld voor de praktijklocaties hoe hun erven ingericht kunnen worden. Vervolgens wordt een brede modelwerkwijze voor biodiverse paardenhouderijen ontwikkeld, voor een brede toepassing in de hippische sector. De kern van dit project ligt in de nauwe samenwerking tussen de praktijk, toegepast onderzoek en het onderwijs in het wo, hbo en mbo. Praktijkgericht onderzoek wordt uitgevoerd op locatie bij hippische ondernemers. De opgehaalde resultaten worden vervolgens geïmplementeerd en breed gepubliceerd naar alle relevante partijen binnen en buiten de sector. Het project benut de kracht van toegepast onderzoek om échte praktijkproblemen aan te pakken. Door concrete adviezen op te leveren welke direct aansluiten bij de wensen en behoeften van werkveldpartijen, levert dit project tevens een bijdrage aan de transitieopgaven van het landelijke gebied.
Het platteland is in transitie om de balans tussen economie, ecologie en de sociale omgeving opnieuw vorm te geven. Binnen de grote diversiteit aan actoren en belangen op het platteland heeft de boerderij, het boerenbedrijf dat een agrarische onderneming werd, een sleutelpositie om veranderingen concreet te maken. De boerderij heeft perspectief nodig voor een bedrijfsstrategie die economisch verantwoord en van waarde is voor de sociale en ecologische omgeving. De focus ligt sterk op de negatieve effecten van het boerenbedrijf, dit project onderzoekt de huidige en potentiële positieve effecten. We verdiepen de kennis over het boerenbedrijf vanuit beroepsidentiteit, regionale identiteit en de communicatie over het boerenbedrijf. Het instrument BoerenDonut meet objectief de effecten op de omgeving en maakt zo eenduidig communiceren over de waarde mogelijk. Dit instrument wordt doorontwikkeld en vertaald naar de hippische sector, daarbij onderzoeken we hoe de inzet van het instrument kan met behoud van onafhankelijkheid. De opgedane kennis wordt verbonden aan innovatieve initiatieven om het boerenbedrijf te verbinden met de sociale en ecologische omgeving. De ontwikkelde kennis en instrumenten dragen bij aan het handelingsperspectief van boerenbedrijven doordat het kansen vanuit sociale en ecologische omgeving voor het boerenbedrijf beter inzichtelijk maakt. Om herkende kansen economische verantwoord te kunnen realiseren is het samenspel van alle actoren op het platteland nodig. In dit project werken Aeres Hogeschool, Van Hall Larenstein, HAS Green Academy en Christelijke Hogeschool Ede samen met een aanvulling vanuit Amsterdamse Hogeschool voor de Kunsten voor het perspectief van cultuurhistorie en levend erfgoed. Met een dynamische groep praktijkpartners wordt kennis ontwikkeld en vertaald naar relevante doelgroepen. De Double Diamond methode vanuit Design Thinking borgt tijdens het project de concretisering van activiteiten om op basis van opgedane kennis en inzichten instrumenten te ontwerpen voor praktijk en onderwijs.
Het practoraat "Dierenwelzijn en Gezondheid" van Aeres MBO Barneveld heeft, in het verleden, onderzoek gedaan naar de fysiologische belasting van paarden tijdens het rijden en longeren. Uit de hartslagmetingen bleek dat longeren meer inspanning vergt dan rijden. Deze bevinding leidde tot aanpassing van de belastingscoëfficiënt voor paarden, die wordt geregistreerd met behulp van de HTP-software (Hippisch Totaal Pakket). Twee ondernemers uit de hippische sector vroegen vervolgens om onderzoek naar de inspanning van manegepaarden in relatie tot het niveau van lessen en ruiters. Manegepaarden zijn cruciaal voor manegebedrijven en hun fysiologische belasting tijdens lessen moet gezond blijven. Het onderzoek richt zich op het meten van hartslag en het herkennen van verschillende gedragsindicatoren, zoals zweetproductie, gezichtsuitdrukkingen en lichaamsuitingen (het extreem bewegen met het hoofd, bokken, of steigeren, rennen of juist verzet). Inzicht krijgen in de fysieke en mentale belasting van de paarden tijdens de rijlessen, en hoe deze tijdig herkent kunnen worden door huidige en toekomstige instructeurs, moet vervolgens leiden tot gezondere en comfortabelere werkomstandigheden voor de paarden. De samenwerking omvat de Goudsemanege en Hippisch Centrum Nootdorp, beide bedrijven zijn FNRS-lid en SBB-erkend, PPHO, een bedrijf dat advies en producten biedt voor de hippische ondernemer, en het lectoraat Duurzame paardenhouderij en paardensport van de Hogeschool Van Hall Larenstein. Deze innovatievraag is vernieuwend vanwege de integratie van praktijk en onderzoek, de multidisciplinaire benadering, focus op duurzaamheid, gebruik van technologie en versterking van (bestaande en nieuwe) netwerken. Het stimuleert ethisch en maatschappelijk verantwoord ondernemen, wat steeds belangrijker wordt voor klanten en de samenleving.