MULTIFILE
Presentatie Paper NVMO 2014, 6 november 2014.AchtergrondVeranderingen in de zorg, waarbij ingespeeld moet worden op een vergrijzende populatie en efficiëntie en effectiviteit steeds belangrijker worden, zorgen voor groeiende aandacht voor excellentie en het bevorderen van excellentie.1 Dit geldt zeker ook voor de paramedicus. Een manier om excellentie te bevorderen is het implementeren van honoursprogramma’s, programma’s in het Hoger Onderwijs voor talentvolle studenten die meer willen en kunnen dan hun reguliere opleiding biedt. Voor het vormgeven van honoursprogramma’s is het van belang te weten welke competenties horen bij een excellente professional, in dit geval de excellente paramedicus. In deze presentatie richten we ons op twee vragen: 1) Welke competenties beschrijven , volgens professionals, de excellente paramedicus? 2) Hoe beoordelen honours studenten het profiel van de excellente paramedicus, en hun eigen ontwikkeling in de competentiedomeinen van het profiel?
Het hoofddoel van deze studie is het verkrijgen van inzicht in welke factoren van het honoursonderwijs een meerwaarde opleveren voor het leren van studenten in honoursprogramma’s. Deze studie draagt hiermee bij aan kennis over de relatie tussen excellentiebevorderend onderwijs enerzijds en leergedrag en motivatie van studenten anderzijds. De praktische relevantie van deze studie ligt in het ontwikkelen van kennis voor het opzetten en verbeteren van talentgericht doceren, ter bevordering van het professionaliseren van docenten. In deze studie wordt bestudeerd wat volgens docenten de meerwaarde voor studenten is van honoursonderwijs. In deze exploratieve kwalitatieve interviewstudie werden twaalf docenten in drie verschillende honoursprogramma’s voor talentvolle bachelorstudenten bevraagd over hun opvattingen. De meerwaarde van hethonoursonderwijs voor studenten wordt volgens de docenten gekenmerkt door: (1) studentgerichtheid; (2) gebruik van andersoortige onderwijsvormen; (3) nadruk op ‘inquiry-based’ strategieën; (4) gerichtheid op kritisch en creatief denken; (5) hoge verwachtingen en ambitieuze doelen; en (6) kleinschaligheid en interdisciplinair karakter. Deze resultaten worden besproken en geïllustreerd met interviewfragmenten. Tevens worden de resultaten gerelateerd aan professionalisering voor docenten in honoursprogramma’s in het hoger onderwijs.