Electrification of transportation, communication, working and living continues worldwide. Televisions, telephones, servers are an important part of everyday life. These loads and most sustainable sources as well, have one thing in common: Direct Current. The Dutch research and educational programme ‘DC – road to its full potential’ studies the impact of feeding these appliances from a DC grid. An improvement in energy efficiency is expected, other benefits are unknown and practical considerations are needed to come to a proper comparison with an AC grid. This paper starts with a brief introduction of the programme and its first stages. These stages encompass firstly the commissioning, selection and implementation of a safe and user friendly testing facility, to compare performance of domestic appliances when powered with AC and DC. Secondly, the relationship between the DC-testing facility and existing modeling and simulation assignments is explained. Thirdly, first results are discussed in a broad sense. An improved energy efficiency of 3% to 5% is already demonstrated for domestic appliances. That opens up questions for the performance of a domestic DC system as a whole. The paper then ends with proposed minor changes in the programme and guidelines for future projects. These changes encompass further studying of domestic appliances for product-development purposes, leaving less means for new and costly high-power testing facilities. Possible gains are 1) material and component savings 2) simpler and cheaper exteriors 3) stable and safe in-house infrastructure 4) whilst combined with local sustainable generation. That is the road ahead. 10.1109/DUE.2014.6827758
DOCUMENT
De uitingen van de crossmedia dringen zich steeds nadrukkelijker aan ons op. Een toenemend aantal crossmedia diensten en producten doet een beroep op onze aandacht en financiën: van interactieve televisieprogrammas op websites, tot themakanalen op mobiele apparaten, fysieke bijeenkomsten van online communities, en virtuele werelden waarin wordt gehandeld, gestolen en waarin je echte schulden kan maken. Oude en nieuwe media vinden elkaar in IPTV en podcasts. Traditionele spelers worden links en rechts ingehaald door creatieve pioniers en actieve consumenten die zich niets aantrekken van bestaande marktverdelingen en gevestigde namen. De ene baanbrekende dienst valt over de andere innovatie heen: nog maar net gewend aan het bloggen of iedereen slaat aan het twitteren. Zelfs een achteloze journaalkijker kan de hysterische taferelen die hiermee soms gepaard gaan niet ontlopen, blijkens de nieuwe introductie van een oud apparaat zoals de telefoon: de iPhone.
DOCUMENT
Deze publicatie is binnen het project 'nieuwe materialen' ontwikkeld en geeft informatie over nieuwe(re) roestvaste staalkwaliteiten, en is gericht op de verwerkers van dunne plaatmaterialen met dikten van 0,3 t/m ca. 3 mm. Een deel van de informatie is evenwel ook van toepassing voor andere plaatdikten en andere producten uit roestvast staal. In het kader van dit project zijn tevens uitgegeven: TI.04.18 'Hoge Sterkte Staal in dunne plaat en buis', TI.04.20 'Scheidingstechnieken voor dunne plaat en buis', TI.04.21 'Aluminium in dunne plaat en buis' en TI.04.22 'Ontwerpen van dunne plaat producten en de Eindige Elementen Methode.
DOCUMENT
Als geen andere grondstof is metaal oneindig herbruikbaar. De Koninklijke Metaalunie heeft daarom de ambitie uitgesproken om samen met de ketenpartners - onderwijs- en kennisinstellingen, de ministeries van Infrastructuur en Milieu (IenM) en Economische Zaken (EZ) en ondernemers - onderzoek en projecten uit te voeren om de circulariteit van de metaalketen te verbeteren. De sector sluit daarbij aan bij het stimuleringsbeleid van de Rijksoverheid gericht op de overgang naar een 100 procent circulaire economie. De Metaalunie wil geen volger zijn, maar een actieve rol vervullen om circulariteit binnen de metaalsector te bevorderen. Kennis is er weliswaar voldoende maar vindt nog onvoldoende zijn weg naar de sector. Wanneer meer bedrijven in de metaalketens de potentie van de circulariteit zien, zal dit leiden tot nieuwe en verbeterde producten. De verwachting is dat door het in kaart brengen en benoemen van de meerwaarde/toegevoegde waarde, meer bedrijven de circulaire economie als uitgangspunt zullen nemen bij productontwikkeling. En dit creëert dan weer afzetmogelijkheden, verbetert de concurrentie-positie en draagt bij aan groei en werkgelegenheid. De Metaal Recycling Federatie (MRF) stelt zich het bevorderen van de milieuvriendelijke en economisch verantwoorde recycling van alle gebruikte metalen in Nederland ten doel. De MRF vertegenwoordigt 160 van de 400 ondernemingen die actief zijn op de recycling van ferro en non-ferro. De federatie vertegenwoordigt daarmee 85 procent van het totale verhandelde volume van de gehele branche in Nederland. De MRF constateert dat gebruikt metaal weliswaar voor meer dan 90 procent wordt gerecycled, maar is van mening dat verdere optimalisatie kan worden bereikt door de producten (nog) beter geschikt te maken voor hergebruik. Dat stelt bijzondere eisen aan het ontwerp van die producten: design-for-recycling. Met dit KIEM-project wil de MRF een beter inzicht krijgen in de problemen die recyclers ondervinden bij de demontage en vervolgens recycling van producten waarin metaal is verwerkt. Uiteraard wil de MRF vervolgens bezien hoe de knelpunten kunnen worden weg genomen. Twee MRF-leden, die zich bezig houden met resp. de verwerking van elektronica en restmaterialen en met het inzamelen van accu?s en non ferro materialen, hebben concreet aangegeven hun keten meer circulair in te richten. Zij hebben behoefte aan praktisch toepasbare kennis hoe dit te realiseren. Het project legt de focus op het inzicht krijgen in de mogelijkheden (het HOE) van de elektrische huishoudelijke apparaten en de accuketens om de circulariteit van de ketens verder te verbeteren. Het slaat daarmee een brug tussen beschikbare kennis en de toepassing daarvan, met als uiteindelijk doel dat meer bedrijven in de metaalsector de circulaire economie als uitgangspunt hanteren in hun business model. De praktijkvragen van de bedrijven zijn vervat in drie clusters: 1. De wijze waarop hoogwaardig hergebruik en recycling van huishoudelijke apparaten en accu?s (verder) kan worden verbeterd; 2. Onderzoek naar de praktijk van ontmanteling, scheiding en recycling van producten: - Welke keten- c.q. netwerksamenwerkingen zijn opportuun? - Welke knelpunten (techniek, communicatie, anders) moeten opgelost worden? - Welke internationale kennis en ervaring is opportuun? 3. Wat betekent dit voor de, overwegend MKB-, bedrijven in de metaalrecycling sector? Er wordt samengewerkt met Avans Hogeschool en partners in de elektrische huishoudelijke apparaten en accu-recycling ketens. De uitkomsten van het project zijn: - een beschrijving van de circulaire keten met de verbeteringen daarvan in elk van de twee gekozen ketens, t.w. huishoudelijke elektrische apparaten en accu?s; - een voorstel voor oplossingsrichtingen naar verschillende aspecten: ontwerpmethodes, verdienmodellen, juridische en samenwerkingsaspecten, en tenslotte - ?best practices? vanuit de twee ketens.
The transition to a circular economy requires innovative digital solutions to extend the lifespan of electrical and electronic appliances (EEA) and reduce the volume of waste generated by this product stream. Digital Product Passports (DPPs) make product and usage information accessible to supply chain partners and serve as a crucial tool for optimising circular strategies. DPP data on performed maintenance, upgrades, (sensor) data on EEA usage, diagnostics and repairs support supply chain actors throughout the product lifecycle in carrying out their circular responsibilities. This project focuses on the application of DPPs in the "Middle-of-Life" phase of EEA products, specifically dishwashers and coffee machines. The central research question is: How can the EEA supply chain design and actively manage a DPP in a way that creates value for all stakeholders in the Middle-of-Life phase and contributes to product life extension and circularity? The applied methodology is based on Design Science Research (DSR) and Co-design, in which manufacturers, repair services, collection partners and DPP solution providers collaborate on a practice-oriented implementation. In co-design sessions, the requirements and functionalities of DPPs are defined based on identified circular roles and related information needs. These are then translated into a DPP "Proof of Concept", which is tested by partners across the electronics value chain. The intended outcome is an implemented and validated DPP concept that unlocks product data, optimises circular processes, and strengthens collaboration within the supply chain. This project contributes to strategic policy agendas on digitalisation and circularity and offers a blueprint for the broader application of DPPs in the EEA sector. The project partners – ATAG Benelux, E-Care, Beekman B.V., Holland Circulair, Eviden, Saxion University of Applied Sciences, and HU University of Applied Sciences Utrecht – combine their expertise to develop a future-proof, scalable and practice-based DPP solution.
Overheden willen de transitie naar een circulaire economie versnellen. Reductie van grondstoffen- en energieverbruik, levensduurverlenging, hoogwaardige verwerkingspraktijken en een groei van tweedehands markten zijn hierbij leidend. In het Nationale plan Circulaire Economie worden consumptiegoederen, waaronder (elektrische) huishoudelijke apparatuur, als een prioritaire productketen aangemerkt vanwege de negatieve impact op mens en milieu. De verkoop van (elektrische) huishoudelijke apparaten is de afgelopen decennia sterk toegenomen, maar worden door gebruikers op grote schaal ook weer vroegtijdig afgedankt. Gevolg is een omvangrijke afvalstromen (E-waste) en een vervangingsvraag die aanzet tot nieuwe productie. Professionals in de re-use sector vragen zich af hoe zij het tij kunnen keren. Praktijkgerichte observaties bij burgers, inzamelaars en reparateurs maken duidelijk dat de vroegtijdige afdanking van huishoudelijke apparaten veroorzaakt wordt door gebrekkig onderhoud. Eenvoudig onderhoud, zoals het ontkalken of verwisselen van filters, verlengt de levensduur van apparaten en voorkomt onnodige E-waste. Gebruikers weten vaak niet hoe zij het onderhoud moeten uitvoeren, beschikken niet over onderhoudsproducten, zijn onvoldoende geïnformeerd over benodigd onderhoud of vinden het ‘te veel gedoe’. Veel producenten voelen zich niet aangesproken voor het bieden van een oplossing en volstaan met hun informatieplicht. Professionals in de re-use zien meer zorg voor langdurig productgebruik (lees: levensduurverlenging), als oplossing; maar hoe bevorderen we dat gebruikers producten beter onderhouden? Met de ambitie om onderhoud door gebruikers aan huishoudelijke apparaten te vergroten werkt in dit project een consortium van een gemeente, afvalinzamelaar, RepairCafés, de ConsumentenBond, een producent en retailers samen. In het project wordt het onderhoud van huishoudelijke apparatuur door hun gebruikers geïdentificeerd. We onderzoeken welke onderhoudsactiviteiten gebruikers uitvoeren, welke onderhoud-mindset zij hebben en welke ondersteuning hierbij nodig is. Het project richt zich op het ontwikkelen van een gevalideerde interventiemethode die gebruikers aanzet en ondersteunt in het onderhouden van hun huishoudelijke apparatuur. Voor dit doel worden verschillende onderhoudsstimulerende interventies bij gebruikers getest.