De schuldenproblematiek in Nederland neemt al jaren toe. Er zijn inmiddels bijna een miljoen huishoudens met een (risico op) problematische schulden (941.000). Omdat schuldhulpverlening lang niet altijd tot een schuldenvrije toekomst leidt, daarop flink bezuinigd wordt en de effectiviteit van schuldpreventie niet is aangetoond, is vroegsignalering van groot belang. Diverse crediteuren en partijen die betrokken zijn bij het oplossen van problematische schulden hebben gezamenlijk een systeem voor vroegsignalering ontworpen, het Landelijk Informatiesysteem Schulden (LIS). Door huur-, energie-, BKR-achterstanden te registreren op op daartoe gezette momenten door woningcorporaties, energiebedrijven, banken en kredietverstrekkers te laten raadplegen, kunnen zij waar nodig andere, meer passende keuzen maken in de levering van hun diensten en producten. Als gevolg hiervan komen minder huishoudens in een problematische schuldsituatie en/of zullen zij eerder schuldhulp zoeken.
DOCUMENT
Vaker sporten. Minder alcohol drinken. Stoppen met roken. Nu echt op tijd naar bed. Dat leefstijlverandering lastig kan zijn, weten we allemaal. Maar voor sommigen lijkt het welhaast onmogelijk. Leefstijlverandering kost energie en aandacht. Wat als je daar helemaal geen ruimte voor hebt, omdat je wordt afgeleid door belangrijkere zaken, zoals de zorg voor een ziek familielid of doordat je de huur weer niet kunt betalen? Waar moet je het in zo’n situatie vandaan halen om gezonder te gaan leven? Vooral onder mensen met een lage sociaaleconomische status (SES) komt zo’n situatie regelmatig voor. Welke bijdrage zou de eerstelijnsgeneeskunde hieraan kunnen leveren? De oplossing is gecompliceerd en de weg ernaartoe is vaak frustrerend, vooral omdat gezondheidscommunicatie alleen kan werken als het in nevenschikking met andere instrumenten wordt gecombineerd. Het antirookbeleid is een mooi voorbeeld waar veel is bereikt door een combinatie van instrumenten.
LINK
De schuldenproblematiek in Nederland is nog steeds groeiende. De impact op de schuldenaar, maar ook op de samenleving, is groot. Financiële problemen zijn voor een groot deel een gedragsvraagstuk. In deze dissertatie staat het gedrag van de groep consumenten met een financiële achterstand centraal. Uit de analyses blijkt dat het niet één specifieke gedraging is die leidt tot financiële problemen, maar een combinatie van verschillende gedragingen die het risico op financiële problemen vergroten. Zo spelen niet bijhouden van de administratie, post en niet vooruit plannen een rol. Analyses naar de oorzaken van deze gedragingen laten bovendien zien dat er verschillende factoren en processen zijn die samenhang vertonen met het financiële gedrag. Onder meer de rol van self-efficacy, self-control en sociale steun, is onderzocht en blijken een samenhang te hebben. Financiële problemen kennen een eigen dynamiek. Eenmaal geconfronteerd met financiële problemen, verandert het gedrag van de consument. Deze verandering wordt deels veroorzaakt, doordat hij zich moet aanpassen en bijvoorbeeld meer gaat bezuinigen. Maar de verandering van gedrag is ook het gevolg van processen zoals schaarste en een veranderende houding ten opzichte van schulden.
DOCUMENT
De gemeente Helmond is vijftien jaar geleden gestart met het professionaliseren van het vastgoedbeheer. Dit is gedaan door het vastgoed te centraliseren in één afdeling, het team Vastgoed. Een grote operatie aangezien de gemeente ruim 150.000m² vastgoed bezit. De gemeente Helmond is een van de eerste gemeenten die zich zo intensief bezig heeft gehouden met het centraliseren van het vastgoedbeheer binnen de gemeente. Inmiddels is het team Vastgoed op het punt aangekomen dat zij een inventarisatie willen van de mening over de dienstverlening van het team Vastgoed. Samen met het Consortium Maatschappelijk Vastgoed is er besloten om een onderzoek te starten naarde gebruikerstevredenheid van de gemeente Helmond. De uitkomsten van dit onderzoek kunnen een basis vormen voor andere gemeenten om de professionalisering goed aan te pakken. De gemeente heeft invloed op de huurders doordat zij de subsidiestromen hebben gekoppeld aan de huur.Organisaties ontvangen subsidies om activiteiten te organiseren en om daarnaast de huur te kunnen betalen. Indien een huurder zich niet gedraagt als een goede huurder heeft de gemeente op deze manier een middel om de huurder te dwingen om te verhuizen of om zijn gedrag te veranderen. Eenander voordeel van deze manier van financiering is dat vastgoed de huur rendeert die het nodig heeft om de kosten aan het vastgoed te dekken. Hierdoor lijdt de gemeente geen kapitaalverlies op het vastgoed.De probleemstelling van dit onderzoek is de volgende:Welk beeld hebben huurders van het maatschappelijk vastgoed van de dienstverlening van het team Vastgoed van de gemeente Helmond?’Studentenonderzoek in het kader van het thema Leefomgeving.
DOCUMENT
Vorig jaar op 21 april 2013 kwam RTL Nieuws met het volgende bericht: “Grootschalige fraude Bulgaren met toeslagen”. Wat was er aan de hand? In Rotterdam bleken Bulgaren zich in te schrijven met een identiteitsbewijs en een vals huurcontract bij het loket burgerzaken, op basis waarvan ze meteen een Burgerservicenummer kregen toegekend. Deze Bulgaren waren in Bulgarije geronseld om zich hier in te schrijven en na inschrijving meteen weer terug te gaan. Natuurlijk niet voordat het Burgerservicenummer, tegen een kleine vergoeding, was overgedragen aan een bende fraudeurs. Deze maakte meteen een DigiD aan en vroeg daarmee, met terugwerkende kracht, huur- en zorgtoeslag aan. Bedragen tot soms wel achtduizend euro in één keer. Deze toeslagen worden door de belastingdienst meteen uitbetaald en controle vindt meestal pas achteraf plaats. Deze vorm van fraude is mogelijk gemaakt doordat processen en informatie(systemen) voor inschrijving als burger, aanvragen van toeslagen, betaling en controle over verschillende organisaties lopen. Hierdoor is er niet voldoende transparantie en heeft niemand een duidelijk overzicht met betrekking tot het functioneren van het proces.
MULTIFILE
In dit onderzoeksrapport staat de wijk de Drielanden te Groningen Centraal. Aan de noordoostzijde van de stad Groningen is de wijk gelegen. De wijk drielanden bestaat sinds 1995, in die tijd was het een vooruitstrevende wijk op het gebied van duurzaamheid. Tegenwoordig worden veel nieuwe duurzame wijken gebouwd, maar er is een terugloop geconstateerd in de koop van woningen in duurzame wijken. Met behulp van dit onderzoek wordt duidelijk hoe er in de toekomst op koop- en verkoopmotieven ingespeeld kan worden. Er gaat onderzocht worden wat de motieven zijn voor de koop van een duurzame woning, het gaat hier om bewuste, onbewuste en psychologische motieven. Dit leidt tot de volgende probleemstelling: Welke kenmerken van de bewoners uit de Drielanden hangen samen met de koopmotieven? Het vraagtype van de probleemstelling is definiëren. Het onderzoek is uitgevoerd met een enquête, dit is het meetinstrument. Het totale domein van dit onderzoek bedraagt 390 huishoudens verdeeld over de drie straten in de wijk Drielanden; Waterland met 166 huishoudens, Zonland met 142 huishoudens en Mooiland met 82 huishoudens. Het onderzoek is uitgevoerd om de verkoop- en koopmotieven in de duurzame wijk te onderzoeken, dit zijn de onderzoekseenheden van het onderzoek. De methode die gebruikt is voor het onderzoek is een combinatie van de kwantitatieve (desk research) en de kwalitatieve strategie (enquête).De doelstelling van het onderzoek is weten welke motieven kopers van 'duurzame woningen' hebben om een dergelijke woning te kopen, zodat de neergang in de verkoop en verhuur van duurzame woningen kan worden tegengegaan. De hoofdresultaten uit het onderzoek hebben betrekking op de leefstijlen, toepassing van duurzaamheid en de koop- en huurmotieven van de bewoners van de Drielanden. Er zijn vier leefstijlen te onderscheiden. Eén leefstijl is minder vertegenwoordigd, namelijk vitaliteit. Deze beslaat de bevolkingsgroep die ego georiënteerd en extravert is. De toepassing van duurzaamheid is gemiddeld matig tot licht voldoende. Voor een duurzame wijk is dit zeer beneden de maat. In verhouding tot de motieven is dit te verklaren aangezien ongeveer 1 op de 10 bewoners voor duurzaamheid heeft gekozen. De overige bewoners hebben andere redenen als ligging en een ruimere woning. Dit zijn direct de twee meest voorkomende motieven. Er zal ongetwijfeld samenhang zijn tussen duurzaamheid en een ruim opgezette wijk. Het ruimer wonen kan dus in verband staan met het motief duurzaam wonen. Dit zal een juist onderwerp zijn voor een eventueel vervolgonderzoek. Studentenonderzoek in het kader van het thema Duurzaam bouwen
DOCUMENT
Het verkrijgen van een huur- of koopwoning in Amsterdam is moeilijk. Al jaren prijken verontrustende titels over een overspannen woningmarkt op de voorpagina’s van kranten en websites. Amsterdam wordt een stad voor de lucky few. Ondertussen kampen sectoren zoals zorg, onderwijs en politie met grote arbeidstekorten. Sinds 2017 hanteert Gemeente Amsterdam een voorrangsregeling op sociale en middeldure huurwoningen om deze drie beroepssectoren in de stad te behouden. Zorg, politie en onderwijs zijn immers essentiële beroepen waar een stad niet zonder kan, toch? Essentieel voor de stad, onmisbaar door hun vitale rol - sinds de COVID-19-uitbraak in 2020 vliegen termen als ‘essentiële, ‘cruciale’ en ‘vitale’ beroepen je om de oren. De beroepsgroepen die hiermee bedoeld worden behoren veelal tot de lage- en middeninkomens, en meer aandacht voor hun woon- en werksituatie is van het grootste belang. Achter voorrangsregelingen zoals die van gemeente Amsterdam schuilt echter ook een gevaar. Er worden altijd groepen van dit soort regelingen uitgesloten – en laten dit nou net dezelfde groepen zijn die altijd al over het hoofd worden gezien.
LINK
Bedrijventerreinen hebben grote potentie als het gaat om de urgente transitievraagstukken van nu, zoals verduurzaming en de leefbaarheid van steden. En dat is nog los gezien van de bijdrage aan de werkgelegenheid en (circulaire) economie. Toch blijft de politiek veel te eenzijdig inzetten op woningbouw, constateert Cees-Jan Pen. Het verduurzamen van bedrijventerreinen is een gezamenlijke opgave, stelt John van Veen, die met PVB Nederland oplossingen dichterbij wil brengen. ‘Energyhubs kunnen een belangrijke rol gaan spelen in het energienetwerk van de toekomst.
LINK
In reactie op de kinderopvangtoeslagaffaire kondigde het kabinet de zogeheten Catshuisregeling aan. De 26.000 gedupeerde ouders krijgen een forfaitair bedrag van 30.000 euro of, als hun schade hoger uitvalt, ook het meerdere, vergoed van de Belastingdienst. Uit onderzoek van Van de Bunt, dat wordt gepubliceerd in het Nederlands Juristenblad, blijkt dat een groot deel van de ouders opnieuw vermalen dreigt te worden door het systeem. Het kabinet moet daarom met spoed terug naar de tekentafel.
LINK