Veel hedendaagse vraagstukken in het onderwijs, de kinderopvang en de jeugdzorg, zowel in het preventieve als curatieve domein, zijn complex en stellen pedagogische professionals voor ingewikkelde vragen en dilemma's in het werken met jeugdigen en gezinnen.Interprofessionele samenwerking, mits op de juiste wijze uitgevoerd, kan de basis vormen voor het bundelen van expertise en inzichten om hedendaagse (complexe) problemen van kinderen, jongeren en ouders het hoofd te bieden. Verschillende lectoraten binnen de HvA hebben onderzoek gedaan naar de werkzame factoren van interprofessionele samenwerking in het sociale domein. Deze onderzoeken van drie faculteiten (FMR, FOO en FBSV) zijn thematisch geanalyseerd. Hieruit zijn vijf thema’s naar voren gekomen die voor interprofessionele samenwerking belangrijk zijn: randvoorwaarden voor interprofessionele samenwerking, ontmoeting en afstemming, partnerschap en eigenheid, betrokkenheid en zicht op effect/uitkomsten.Dit rapport laat zien voor welke dilemma’s en uitdagingen jeugdprofessionals staan in de grootstedelijke beroepspraktijk en hoe de beroepsopleiding hierop kan inspelen.
DOCUMENT
De publicatielijst bevat alle publicaties van het lectoraat Jeugd en Samenleving in de periode 2013 - 2020
DOCUMENT
Hoe kan Digital Twin-technologie de Nederlandse maakindustrie helpen om efficiënt energiezuinig en circulair te werken? Met praktijkgericht onderzoek helpt het lectoraat Industriële Digital Twins van de Hogeschool van Amsterdam (HvA) bedrijven om CO2-neutraal te worden en daarmee internaal competitief te blijven.
DOCUMENT
Situated analytics shopping assistent (SASA) systemen voor klanten maken nieuwe diensteninnovaties in winkels mogelijk. Met behulp van computer vision (CV) en augmented reality (AR) kunnen deze smartphonetoepassingen achtereenvolgens winkelproducten identificeren, aangeven of die identificatie geslaagd was (bijvoorbeeld met kleuren), informatie over producteigenschappen visualiseren en productadvies geven. Door de transparantie over producteigenschappen te vergroten kunnen ze bewuster aankoopgedrag stimuleren. Dit is bijvoorbeeld relevant voor supermarkten vanwege hun belangrijke rol in de maatschappelijke duurzaamheids- en gezondheidstransities. Hoewel er behoefte aan is, blijken SASA-systemen vooral qua productidentificatie-functionaliteit nog onvoldoende inzetbaar in de supermarktpraktijk. Dit biedt kansen voor mkb-bedrijven in de hightechsector, waaronder 360Fabriek. 360Fabriek wordt, net zoals veel andere bedrijven in de immersieve technologie-branche, bij de ontwikkeling van SASA-systemen voor supermarkten echter geconfronteerd met de beperkingen van beschikbare CV-oplossingen. Deze kunnen slechts een beperkt aantal producten op een supermarkt-rek real-time identificeren en hebben moeite met productidentificatie onder realistische supermarktomstandigheden. Tegelijkertijd beschikt 360Fabriek niet over de kennis om de vereiste CV-oplossingen zelf te ontwikkelen. Daarnaast heeft men behoefte aan aanvullende kennis over de inzet van AR in SASA-systemen. 360Fabriek zou daarom de volgende praktijkvraag graag beantwoord zien: Hoe kunnen CV en AR-technieken in SASA-systemen ingezet worden voor een effectieve en positief ervaren productidentificatie en visualisatie van de identificatieresultaten, onder realistische supermarktomstandigheden? Om deze vraag te beantwoorden, zullen de HvA en 360Fabriek dit project samen met Jumbo Bas Bobeldijk uitvoeren. Hiertoe zal een initieel SASA-prototype ontwikkeld worden, dat supermarktproducten identificeert, visualiseert of die identificatie geslaagd was, het merk en type van geïdentificeerde producten toont, en supermarktklanten instructies geeft voor het gebruik van de smartphonetoepassing. Dit prototype zal in een Jumbo-supermarktvestiging worden getest. Het project zal naast het SASA-prototype resulteren in doorontwikkelde technologische CV-oplossingen en nieuwe technologische CV en AR-kennis. Deze zullen breed gedeeld worden met de beroepspraktijk in een eindpresentatie en in twee vakpublicaties.
Dit project richt zich op het in kaart brengen van de rol van servicedesignbureaus in het versnellen van de transformaties die nodig zijn om de problemen in Nederlandse stedelijke kernen aan te pakken. De creatieve industrie is bij uitstek in staat oplossingen voor stedelijke kernen te ontwikkelen en in dit project onderzoeken hoe zij met Key Enabling Methodologies bezoekersbelevingen in steden kunnen orkestreren en ontwerpen. Zij ondersteunen hierbij niet alleen individuele retail- en cultuurorganisaties in hun functie, maar dragen daarbij ook bij aan het oplossen van meer algemene problematiek van stedelijke kernen, zoals leegstand en verminderde leefbaarheid. We richten ons in het bijzonder op: 1) De rol van servicedesign in de orkestratie en vormgeven van een gezamenlijke bezoekersbeleving van cultuur- en retailorganisaties om de kwaliteit en leefbaarheid van stedelijke gebieden en de noodzakelijke innovatie te realiseren. 2) Verkennen en uitwerken van passende sleutelmethodologieën (KEM’s) om deze orkestratie en vormgeving en samen met stakeholders (in het bijzonder retail en cultuur) uit te voeren. 3) Opbouwen van het consortium voor een SIA-RAAK-aanvraag. Dit project levert een set van ontwerpeisen om servicedesignbureaus optimaal in staat te stellen de gezamenlijke orkestratie van de bezoekersbeleving van cultuur- en retailinstellingen vorm te geven. Tegelijkertijd brengt het project in kaart hoe een innovatie-ecosysteem waarin cultuur en retail samenwerken met servicedesignbureaus gestructureerd kan zijn. Dit project vormt de opmaat naar een SIA-RAAK-aanvraag met dezelfde of vergelijkbare stakeholders. De deliverables van het project zijn: 1. Visualisatie en rapport met overzicht van KEM’s en de toegevoegde waarde. 2. Visueel overzicht verschillende soorten stakeholders, belangen en posities in het winkelgebied voor een drietal binnenstedelijke gebieden. 3. Visualisatie van het orkestratie proces en de benodigde KEM’S 4. Toolkit cultuur/retail: methodieken en tools voor samenwerking cultuur en retail in winkelgebied 5. Verslag van kick-off en vraagarticulatieproces 6. Concept RAAK-aanvraag 7. Blog op platformdenieuwewinkelstraat.nl
Door de vergrijzing neemt het aantal ouderen met complexe revalidatievragen sterk toe. Deze revalidatie vindt toenemend plaats in een ambulant traject. Therapeuten in de geriatrische revalidatiezorg geven aan dat het daardoor steeds moeilijker wordt om zicht te krijgen op de voortgang van de revalidatie. In een samenwerking tussen de Hogeschool van Amsterdam (HvA) en het Amsterdam UMC is Hipper ontwikkeld, een combinatie van een behandelprotocol en technologie om op afstand de activiteit van revalidanten thuis te meten. Via een dashboard kunnen de therapeuten de data bekijken en hun behandeling bijstellen. De B.V. Hipper Therapeutics (HipperTx) exploiteert de dienst en levert momenteel aan een aantal zorginstellingen. De zorginstellingen willen weten of ze door het inzetten van eHealth toepassingen zoals Hipper ook daadwerkelijk hun kosten kunnen verlagen in het huidige zorgstelsel. Technologieleveranciers – die Hipper en andere eHealth toepassingen willen implementeren – hebben vragen over hoe deze kunnen voldoen aan de richtlijnen voor informatiebeveiliging in de zorg: zijn de vereiste certificeringen haalbaar? In het voorliggende voorstel schetsen wij een project waarbij het Amsterdam UMC samen met de betrokken zorginstellingen een business case voor de zorg maakt en waarbij de HvA i.s.m. de technologieleveranciers de informatieprocessen in de dienst in kaart brengt voor een adequate certificering. Aan het eind van het project zal er een whitepaper geschreven zijn waarin de business case beschreven staat en zullen de voorbereidende werkzaamheden voor een NEN7150 certificering zijn uitgevoerd. Het whitepaper zal openbaar zijn en zal kunnen dienen als een voorbeeld case voor vergelijkbare implementaties. Het project draagt bij aan het Missiegedreven Innovatiebeleid, meer specifiek de missie ‘In 2030 wordt zorg 50% meer (of vaker) in de eigen leefomgeving georganiseerd, in plaats van in zorginstelling’. Daarnaast kan op basis van de uitkomsten van dit voorstel een onderzoeksaanvraag rondom doelmatigheid van ambulante revalidatie gedaan worden.