Stedelijke natuurversterking is bij uitstek een thema dat door de schalen heen moet worden bekeken. Van pocket park en gevelbekleding tot stedelijke groenstructuur, de biodiversiteit komt het beste tot bloei door samenhang.In het SIA-project Natuurinclusieve Gebiedsontwikkeling onderzochten vier hogescholen - Aeres Hogeschool, Avans Hogeschool, Hogeschool van Amsterdam en Hogeschool Van Hall Larenstein - drie schaalniveaus van gebiedsontwikkeling om de transitie naar natuurinclusieve gebiedsontwikkeling te versnellen. Gekoppeld aan drie casussen waren dit: gebouw (Spoorzone Waarder), straat (Knowledge Mile Park - KMP - Amsterdam), en gebied (Almere Centrum-Pampus). De casussen belichten veelvoorkomende typen ingrepen, zoals kleinschalige nieuwbouw, verbetering van de publieke ruimte, en binnenstedelijke woningbouw. Ondanks dat elke case een eigen thematisch zwaartepunt had - biobased materialen (Spoorzone Waarder), natuurlijke vergroening (KMP), en governance (Almere) - heeft via deelonderzoeken en tussen hogescholen kruisbestuiving plaatsgevonden. De white paper geeft de belangrijkste resultaten en lessen hiervan weer.Urban nature enhancement is a theme that needs to be considered across different scale levels. From pocket parks and façade greening to urban green infrastructure, biodiversity thrives best through connectivity.In the SIA-project Nature-inclusive Area Development, four universities of applied sciences - Aeres University of Applied Sciences, Avans UAS, Amsterdam UAS, and Van Hall Larenstein UAS- researched three scale levels of area development to accelerate the transition to nature-inclusive area development. This was linked to three case studies: Waarder Railway Zone (building), Knowledge Mile Park (KMP - street - Amsterdam), and Almere Centre-Pampus (area). The case studies represent common types of urban interventions, such as small-scale new developments, improvement of public space, and inner-city densification. Despite each case having its own thematic focus - biobased materials (Waarder Railway Zone), natural greening (KMP), and governance (Almere) - cross-pollination took place through sub-studies and collaboration between universities. The following pages present the main results and lessons learnt.
MULTIFILE
In het middelbaar beroepsonderwijs worden hybride leeromgevingen, waarin de contexten van school en werk worden geïntegreerd, gezien als een veelbelovende manier om onderwijs en praktijk beter op elkaar aan te laten sluiten. Er is weinig bekend over het duurzaam ontwerpen van deze integratieve leeromgevingen binnen een mbo-instelling als geheel, waarbij het gaat om leeromgevingen van verschillende sectoren. In deze meervoudige, tweejarige case study zijn 45 integratieve leeromgevingen op de grens van school en werk, verspreid over zes sectoren binnen één onderwijsinstelling in kaart gebracht. Deze leeromgevingen zijn in focusgroepen geanalyseerd op 1) waar zij zich bevinden op de dimensie school-werk, 2) de ontwerpkenmerken inhoudelijk, sociaal, temporeel, instrumenteel en ruimtelijk, en 3) bevorderende en belemmerende factoren bij het ontwerpen en uitvoeren van integratieve leeromgevingen. Dit onderzoek geeft inzicht in hoe deze leeromgevingen zijn ontworpen en welke factoren daarbij van belang zijn. Integratief samenwerken met het werkveld blijkt in alle sectoren mogelijk. De ontwerpkenmerken inhoudelijk, sociaal en ruimtelijk worden vaker als integratief ervaren dan het ontwerpkenmerk temporeel. Vanuit het temporele perspectief blijken vooral kaders van school leidend en komen daarmee naar voren als een belangrijke factor in het succesvol opschalen en verduurzamen van leeromgevingen.
MULTIFILE