Eindrappotage. De virusuitbraak en de maatregelen om die in te dammen, confronteert gezinnen met heel nieuwe uitdagingen. Door een beperking van hun sociale omgeving en fysieke leefruimte, zijn gezinnen noodgedwongen op zichzelf aangewezen. Ze zijn meer beperkt tot hun eigen woning en moeten (thuis)werk, thuisonderwijs en zorgtaken combineren. Ook kunnen er onzekerheden zijn over bijvoorbeeld gezondheid, werk- en financiële situatie en de maatschappelijke impact. Met dit onderzoek wordt onderzocht hoe gezinnen omgaan met de uitdagingen in deze coronatijd en hoe ze de inbreuk op hun normale leefomstandigheden ervaren. Op basis van die ervaringen worden conclusies en aandachtspunten geformuleerd voor de ondersteuning van gezinnen. Het doel van het onderzoek is tweeledig: • Zicht krijgen op een aantal thema’s (combinatie werk-gezin, gezinsfunctioneren, relatie grootouders-kleinkinderen) die aan het gezinsleven raken in deze coronatijd; • Aandachtspunten formuleren voor de ondersteuning van gezinnen.
De corona-pandemie gaat vergezeld van een tweede pandemie: die van angst en onzekerheid. Die vervult een sleutelrol in zowel de aanpak van de volksgezondheidscrisis áls in de financieel-economische crisis. Vanaf het begin van de crisis vertaal ik de wetenschappelijke inzichten over de doorwerking van die angst en onzekerheid in compacte mindmaps met korte toelichtingen Inmiddels is versie 4.0 beschikbaar, die u hier kunt downloaden: Mindmaps maatschappelijke doorwerking angst voor corona 4.0 Ik sta vanzelfsprekend open voor toelichting of feedback.
De verhalen van de bewoners en professional in Mariahoeve laten zien wat de impact van corona is op hun eigen leven, de buurt en in hun werk. In deze verhalen lezen we dat corona ook in Mariahoeve de nodige gevolgen heeft. Bewoners en professionals vertellen over de impact die corona heeft op een groeiende groep bewoners die in armoede dreigt te raken. Dit zijn deels nieuwe groepen die doordat zij hun werk zijn kwijtgeraakt in de knel (dreigen te) raken. Deze inkomensonzekerheid leidt ook tot meer angst en stress. In het onderwijs is sprake van een vrees voor toenemende taalachterstand als gevolg van de sluiting van de scholen. Zorgprofessionals vertellen over zorgmijding onder bepaalde cliënten die uit angst voor besmetting niet langs durven komen, en er zijn kwetsbare bewoners van wie het (hulp)netwerk door corona is weggevallen, terwijl dit juist nu extra nodig is. De jeugd zit thuis en mist structuur, ouderen vereenzamen omdat ze niet even naar het winkelcentrum kunnen. Het videobellen als alternatief voor een face-to-face gesprek blijkt lang niet voor iedere patiënt een passende oplossing. Ook wordt door verschillende professionals genoemd dat er sprake is van toegenomen burenoverlast, die wordt veroorzaakt door slecht geïsoleerde woningen. Daarbij wordt de tolerantiegrens, doordat bewoners nu veel meer thuiszitten, eerder dan normaal bereikt. Maar onderlinge spanningen in de wijk worden ook veroorzaakt door het wisselende beleid vanuit de overheid. De verwarring die hierdoor ontstaat, leidt soms tot onnodige confrontaties tussen buurtbewoners. Daarmee heeft COVID-19 een forse impact op het leven van uiteenlopende groepen in Mariahoeve. Maar dit is slechts één kant van het verhaal. We lezen ook dat in deze tijd, waarin gevoelens van eenzaamheid zowel bij jong als oud toenemen, het belangrijk is om naar de ander om te kijken. En dat dit ook door buurtbewoners, familie en vrienden wordt gedaan en wordt ervaren. De verhalen laten eveneens zien dat hoewel veel activiteiten in het afgelopen jaar niet konden doorgaan, er heel veel nieuwe activiteiten en initiatieven zijn gestart. Variërend van het bezorgen van eten bij kwetsbare groepen, tot balkonbingo’s en online (sport) evenementen. Het corona activiteitenbudget dat hiervoor vanuit het stadsdeel beschikbaar is gesteld, wordt hiervoor als een belangrijke impuls ervaren. De verhalen laten daarbij ook de veerkracht van de bewoners zien, die hun activiteiten en werkzaamheden in het afgelopen jaar continue hebben aangepast aan de op dat moment geldende regels. Tot slot, in de afgelopen maanden hebben verschillende bewoners het vele groen dat zo kenmerkend is voor Mariahoeve als groot voordeel ervaren. Bewoners maken er recreatief veel gebruik van, maar de tuinen zijn in het afgelopen jaar ook gebruikt om culturele activiteiten te organiseren die binnen niet door konden gaan. Het belang en de meerwaarde van een groene wijk zoals Mariahoeve wordt in deze tijd dan ook door verschillende bewoners extra onderschreven.
In onze binnensteden zijn de gevolgen van Corona fysiek misschien wel het meest zichtbaar: in het voorjaar lege straten, veilige looproutes, afzettingen en vergrote terrassen. Ook de gedeeltelijke lockdown van dit najaar raakt binnensteden hard. Daarmee is een al langer lopende transitie in de retailsector zich versneld aan het doorzetten. De vraag hoe binnensteden zich kunnen ontwikkelen van ‘place to buy’ naar ‘place to be’ heeft daarmee aan urgentie gewonnen. De centrale vraag in onze challenge is hoe we snel en adequaat kunnen inspelen op deze versnelde transitie. We willen zorgen dat de binnenstad ook na Corona aantrekkelijk blijft om te bezoeken. Grootschalige leegstand zou desastreus zijn voor de uitstraling en beleving. Een neerwaartse spiraal willen we voorblijven. Een aantrekkelijke en vitale binnenstad is bovendien noodzakelijk om jong talent in onze stad te behouden en aan te trekken. We gaan studenten uitdagen concrete maar flexibele invullingen te bedenken voor het geval er een groot en beeldbepalend pand leeg komt te staan. Toerisme-studenten (HBS ) focussen zich daarbij op de food- en beverage-sector. StadsLAB-studenten (ABR&R ) gaan na welke ruimtelijke functiecombinaties hiermee mogelijk zijn incl. de mogelijke impact op de directe omgeving van een pand. We bouwen daarbij voort op lopende studentprojecten die zich n.a.v. Corona op een meer conceptueel niveau bezighouden met de toekomst van de binnenstad, bijv. gericht op smart routings waarbij veiligheid en gastvrijheid hand- in hand gaan. Uiteraard nemen we ook de opgedane ervaringen met Corona-maatregelen mee: wat werkte best goed en wat was noodzakelijk kwaad.
In september 2017 startten de lectoraten LEAN-World Class Performance en Automotive Research van de HAN University of Applied Sciences met het onderzoek ‘Werkplaats op Weg’ (cofinanciering door SIA middels het RAAK-MKB subsidieprogramma). Hierin werd de vraag beantwoord: “Wat betekenen alle technologische ontwikkelingen voor de gewenste inrichting van onze onderhoudsprocessen? Wat betekent dit voor acties die we nu en in de nabije toekomst moeten nemen?” De autowerkplaats van de toekomst zal - door innovaties in autotechnologieën, toenemende zorgen over het milieu en klimaat, en een veranderende toekomstvisie op mobiliteit - verschillen van huidige werkplaatsen. Deze ontwikkelingen leidden tot grote onzekerheid bij MKB-ondernemers, met name over de mogelijke effecten op de onderhoudsvraag van voertuigen. Werkplaats op Weg heeft het kennishiaat hieromtrent opgepakt. Op basis van specifieke casussen, interviews en praktijkonderzoeken zijn zes potentiële bedrijfstypes voor het MKB gedefinieerd. Deze zijn gelinkt aan de eerder beschreven technologische en maatschappelijke ontwikkelingen. De relevantste technologische ontwikkelingen die hierin centraal stonden zijn Connected, Autonomous, Shared en Electric Vehicles (CASE; zie figuur 1). De analyse heeft geleid tot concrete en toegankelijke aanbevelingen en online tools. Hiermee kunnen bedrijven binnen de sector hun eigen strategische keuzes maken met betrekking tot het uitvoeren en organiseren van werkzaamheden in hun werkplaats. Tevens is vastgesteld welke consequenties er zijn voor automotive opleidingen. Resultaten van het onderzoek zijn verzameld op de website: www.werkplaatsopweg.nl Figuur 1: Resultaten Werkplaats op Weg Met behulp van de Top-Up willen we onderzoeken hoe ondernemers, onderwijzers en onderzoekers om kunnen gaan met onverwachte, disruptieve veranderingen zoals de Coronacrisis, als aanvulling op de eerdere bevindingen die vooral gericht waren op het omgaan met verwachte technologische innovaties. Gezien de enorme en radicale impact van de huidige coronacrisis, is dit het perfecte moment om de sector extra aandacht en ondersteuning hiertoe aan te bieden.
Dit project sluit naadloos aan op de Nationale transitieagenda circulaire economie voor de materialengroep ThermoPlastische Composieten (TPC): (Ontwikkelrichting 1: Preventie): Dankzij de toepassing van vezels kan zaanzienlijk op het verbruik van materialen worden bespaard, hetgeen bovendien kan leiden tot kostenbesparingen en tot CO2 besparing tijdens de productiefase en de gebruiksfase. (Ontwikkelrichting 2: Meer hernieuwbare kunststoffen): Door toepassing van gerecyclede en biokunststoffen, die vervolgens ook goed recyclebaar zijn en in de meeste gevallen bioafbreekbaar wordt een belangrijke bijdrage aan de hernieuwbaarheid geleverd. Het Lectoraat Lichtgewicht Construeren verricht al meer dan 5 jaar onderzoek naar industriële verwerkingstechnieken voor TPCs ten behoeve van grootserie producten, maar tot nog toe is nauwelijks onderzoek verricht naar beoogde materialen. Het Lectoraat Sustainable Polymers van de NHL Stenden hogeschool verricht al jaren onderzoek naar bio-gebaseerde en bioafbreekbaar thermoplasten en vezels. Hoewel er ook al veel toegepaste kennis is opgedaan met biocomposieten, zijn de cruciale verwerkingstechnieken in dit project geheel nieuw voor het betrokken lectoraat, en ook geheel nieuw in de TPC markt. Nieuw in dit project betreft daarom de circulariteit van de te onderzoeken TPC materialen in combinatie met de nieuwste grootserie productietechnieken. Iedere vezel-thermoplast combinatie heeft zijn specifieke eigenschappen ten aanzien van maakbaarheid, verwerkbaarheid en uiteindelijke eigenschappen bij gebruik. Deelnemende bedrijven willen de circulariteit van hun materialen nog verder vergroten en hebben daarom behoefte aan verder onderzoek. De centrale onderzoeksvraag luidt: In hoeverre zijn circulaire thermoplastische composieten te ontwikkelen die seriematig te verwerken zijn met de nieuwste TPC-processen? Bij de uitwerking van de onderzoeksvraag richten we ons concreet op onderzoek naar: • Produceerbaarheid van halffabricaten (commingled weefsels, tape, inserts) van circulaire TPCs • Verwerkbaarheid in producten en recyclebaarheid van circulaire TPCs • Bepalen van materiaalprestaties, waaronder: mechanische eigenschapen, levenscyclus analyse (LCA) en bestendigheid tegen weersinvloeden van circulaire TPCs