© 2025 SURF
Geert-Jan van Bussel, bijzonder lector Digital Archiving & Compliance, sprak op dinsdag 16 oktober 2012 zijn lectorale rede uit in het Kohnstammzaal. Van Bussel sprak over de betrouwbaarheid van informatie en de manieren waarop ‘Digital Archiving’ en ‘Compliance’ de informatiestromen in organisaties besturen.
DOCUMENT
Artikel studenten Hoger Toeristisch en Recreatief Onderwijs
MULTIFILE
Hoe verwerken en presenteren studenten in het hoger onderwijs informatie tijdens een digitale authentieke taak? En welke strategieën voor informatievaardigheden hanteren ze daarbij? Josien Boetje schreef er met vier collega’s een artikel over, dat onlangs is gepubliceerd in het wetenschappelijke tijdschrift Computer in Human Behavior Reports. Hieronder een samenvatting van de belangrijkste bevindingen.
LINK
Dit artikel biedt inzicht in de kern, doelgroep, methode van handelen en resultaten van Informatie & Advies als werkwijze van het professionele jongerenwerk. Om zelfstandig keuzes te kunnen maken is het nodig dat jongeren kunnen beschikken over de juiste informatie en vaardigheden leren om zelf informatie te vinden en te interpreteren. Informatie & Advies in het jongerenwerk draagt hieraan bij, doordat zij jongeren de benodigde informatie verstrekt en de gelegenheid biedt om de benodigde informatievaardigheden te ontwikkelen. Vragenlijstonderzoek onder jongeren laat zien dat Informatie & Advies in het jongerenwerk effectiever is dan informatie en advies buiten het jongerenwerk voor wat betreft het vergroten van de maatschappelijke participatie van jongeren en even effectief is voor wat betreft het vergroten van de verantwoordelijkheid van jongeren en aanleren van informatievaardigheden. In de huidige informatie- en participatiesamenleving neemt het belang van de informatie- en adviesfunctie van het jongerenwerk alleen maar toe. De meerwaarde van Informatie & Advies in het jongerenwerk is dat het jongeren bereikt die via de gebruikelijke bronnen (zoals vrienden, familie, internet, school, instanties, informatiepunten, en de gemeente) geen of onvoldoende informatie en advies ontvangen.
DOCUMENT
Studenten van de academische pabo voeren een afstudeeronderzoek uit waarbij wetenschappelijk onderzoek en verbetering van de onderwijspraktijk binnen scholen met elkaar in verbinding moeten worden gebracht. De ervaring leert echter dat dit afstudeeronderzoek niet automatisch leidt tot onderwijsontwikkeling binnen de school. In dit artikel vatten we het afstudeeronderzoek op als ‘boundary object’. Kenmerkend voor een boundary object is dat er sprake is van eigenaarschap en betekenis bij alle betrokkenen en dialoog tussen die betrokkenen. Door de student te laten aansluiten bij een onderzoeksgroep in de school waar ook de begeleider vanuit de opleiding in participeert, zou het afstudeeronderzoek sterker kunnen fungeren als boundary object en bijdragen aan eigenaarschap, betekenis en dialoog en daarmee aan ontwikkeling binnen de school. Om na te gaan of dit daadwerkelijk het geval is, zijn vier afstudeeronderzoeken van studenten aan de Universitaire Pabo van Amsterdam (UPvA) gevolgd. Op verschillende momenten tijdens het afstudeeronderzoek is nagegaan in hoeverre er in de ogen van de student en de onderzoeksbegeleiders vanuit de school en opleiding sprake was van eigenaarschap, betekenis en dialoog, en in welke mate dit heeft geleid tot nieuwe inzichten en opbrengsten bij de betrokkenen. De uitkomsten laten zien dat een hoge mate van eigenaarschap, betekenis en dialoog bijdraagt aan inzichten en opbrengsten voor alle betrokkenen. Expliciete aandacht voor deze factoren versterkt bovendien het proces van boundary crossing. De onderzoeksuitkomsten worden vertaald naar implicaties voor de betrokkenen en voor het curriculum van de academische pabo's om de verbinding tussen het afstudeeronderzoek en schoolontwikkeling verder te versterken.
DOCUMENT
Introductie. Op het internet is de meest uiteenlopende informatie te vindenvan zowel professionals als leken. De gezaghebbendheid, actualiteit, volledigheid,nauwkeurigheid en leesbaarheid van professionele informatiestaat ter discussie. Naast enkele formele eisen en een goede leesbaarheidmoet de inhoud van pedagogische informatie over een complexe opvoedstrategieals time-out, die bij een onjuiste uitvoering tot machtsmisbruik kanleiden, expliciet gebaseerd zijn op empirische evidentie en op aanwijzingenvan experts. Doel. Vaststellen of online informatie over time-out aankwaliteitscriteria voldoet. Methode. Via een zoekstrategie identificeerdenwe Nederlandstalige websites (N = 24) met informatie over time-out. De gevondenteksten werden geëvalueerd aan de hand van drie formele criteria(HON), vijf evidence-based inhoudelijke criteria, vijf door experts genoemdepractice-based criteria en het leesbaarheidsniveau (CEFR), resulterend ineen score van 0-10. Resultaten. Een kwart van de websites scoorde voldoende(laagste cijfer: 2, hoogste cijfer: 7.6; M = 4.6; SD = 1.5). Het leesbaarheidsniveauvan de teksten was goed tot redelijk goed. Aan twee van de drieformele criteria werd slecht voldaan. Geanalyseerde websites voldeden redelijkaan één van de vijf op empirisch bewijs gefundeerde inhoudelijkecriteria over time-out en goed tot redelijk aan drie van de vijf inhoudelijkecriteria die in de praktijk belangrijk zijn. Op de websites die als eerste getoondworden in de resultaten van een standaard zoekmachine kunnenouders de meest essentiële informatie over time-out vinden. Discussie. Deinformatie over time-out op Nederlandstalige websites is meestal niet volledigen voldoet vaak niet aan formele en inhoudelijke criteria. Een 'goudenstandaard' voor informatie over time-out ontbreekt evenwel. Onderzoekersnoemen diverse opties om met de gevaren van onjuiste informatie op hetinternet om te gaan: mediawijsheid van ouders vergroten, verantwoordelijkheidvan beroepskrachten versterken, een 'gouden standaard' hanterenof een keurmerk instellen. Aan de hand van de resultaten van dit onderzoekwordt gepleit voor een combinatie van de diverse opties en nadrukgelegd op de mediaverantwoordelijkheid van individuele beroepskrachtenin het pedagogisch werkveld.
DOCUMENT
De auteurs beschrijven de ontwikkeling, uitvoering en evaluatie van een post-HBO cursus voor ervaringsdeskundigen in de GGZ en de Verslavingszorg. De cursus betreft het geven van voorlichting, informatie en advies op basis van ervaringsdeskundigheid.
DOCUMENT
Object-based media gaan grote invloed hebben op hoe we media maken en verhalen vertellen. Daar ben ik van overtuigd sinds ik in februari bij een NPO Innovatie -sessie hoorde over deze manier van werken. Het maakt interactieve storytelling mogelijk en stelt de maker centraal in een werkveld waarin AI-tools steeds prominenter worden.
LINK