The Dutch horticulture sector has to deal with challenges related to sustainability and advancing technology. Engaging professionals and (engineering) students by working together in learning communities (LCs) is an emerging approach to respond to ‘wicked problems’. In the Greenport West-Holland there are different types of these public-private collaboration initiatives. They work and learn together in LCs in order to innovate. Research has been done on how to start a LC, however it is not completely understood how it can (effectively) last. This research, funded by the province of South Holland, aims to gain insight into what it takes to engage participants of LCs in the longer term. Our research question is: What factors contribute to sustainable learning communities in the Greenport West-Holland? We interviewed public and private partners (n=10) of five LCs. All interviews were recorded, transcribed and analysed in Atlas Ti. Results show that collaboration between private and public parties is crucial in a sector in transition. Different disciplines come together: technical domains (e.g. robotization), horticultural knowledge, business and educational knowledge. The type of LC matters. The analysis revealed that to sustain the collaboration the LC should focus, among other things, on attracting people with drive and personal commitment to the shared ambition (instead of inviting organisations), should continually work on community building and show intermediate outcomes of actions and impacts. Identified preconditions for sustainable LCs are a good reputation and and long-term (financial) support.
DOCUMENT
'Napoleon voor dummies' is een erg slecht boek. Zonder geschiedskritische houding wordt een veel te rooskleurig beeld van de megalomane dictator opgehangen.
DOCUMENT
De Technische uitvinder Tesla heeft 700 patenten op zijn naam staan als hij overlijdt. Zijn uitvindingen hebben de wereld in de 20e eeuw volledig veranderd. Zijn wisselstroom generator hebben heel de VS van elektriciteit voorzien. Radioverkeer , remote control werd mogelijk dankzij Tesla. Volgens Tesla zou onbeperkte energie mogelijk zijn via vacuümenergie of nulpuntsenergie.
LINK
Kunstsocioloog Pascal Gielen verdedigt de hypothese dat de geglobaliseerde kunstwereld een ideaal terrein voor economische uitbuiting is. In de roes van de creative cities en de creatieve industrie omarmen overheden dit postfordistische werkmodel en sluiten zo naadloos aan bij de mondiale, neoliberale markteconomie. Gielen diept deze situatie uit en wil tegelijkertijd nieuwe alternatieven aanreiken, die de kunstwereld nodig heeft om haar eigen dynamiek en vrijheid te bewaren. Zijn zoektocht leidt hem naar plaatsen van gedeelde intimiteit en ‘slowability’ temidden van de hectische, globale flow van artistieke ontwikkelingen en trends. Deze derde editie is geheel herzien en bijgewerkt met Gielens meest recente inzichten in de politieke dimensies van kunst, autonomie en de relatie tussen kunst, ethiek en democratie.
DOCUMENT
Waar wijsheid ontbreekt heerst niet vanzelf domheid. Men kan geleerd zijn, zeergeleerd of zelfs hooggeleerd, maar zichzelf geen geleerde vinden. Men kan bovenal van mening zijn zelf de wijsheid niet in pacht te hebben. Laat staan te willen poseren als een wijze. Maar dit soort bescheidenheid is in ons land schaars. Wij noemen nog graag iedere doctorandus een academicus, en iedere hooggeleerde een geleerde. Wij maken nog graag een absoluut onderscheid tussen wetenschappelijk onderzoek en allerlei denkwerk van minder allooi. Wij claimen nog graag een aparte plaats voor de wetenschap. Wij menen nog dat iedere relatie met de universiteit recht geeft op individuele academische vrijheid. Maar waar beperkingen worden bedekt met pretenties ligt domheid op de loer. Zo ontstaat het soort hooggeleerde domheid waar dagelijks menige krantencolumn mee wordt gevuld. Door haar opgeblazen betweterigheid is dit soort hooggeleerdheid misschien vooral lachwekkend. Maar door haar agressieve verwerping van iedere betrokkenheid, of dat nu is bij de professionele beroepspraktijk of bij de vragen van bedrijfsleven en samenleving, verwordt zij tot een gevaarlijke onbescheidenheid. Tegen die domheid wilde ik vanmiddag maar eens waarschuwen.
DOCUMENT
Het romantische beeld van de kunstenaar-bohemien, dat in de 19de eeuw werd geconcipieerd en aan de basis ligt van het autonome kunstenaarschap, heeft de laatste decennia zijn verbeeldingskracht verloren. Onderzoeksrapporten en boeken die ingaan op de beroepspraktijk van beeldend kunstenaars signaleren ‘cross-overs’ (Markusen, Gilmore e.a., 2006) of schetsen een beeld van de kunstenaar als ‘artiste pluriel’ (Bureau, Perrenoud, e.a., 2009). Dat kunstenaars hun artistieke praktijk vaak combineren met andere werkzaamheden zoals doceren of met een baantje in de horeca, is een oud gegeven. Aangezien slechts een kleine groep van zijn of haar beeldende werk kan leven, dienen andere inkomenstenbronnen te worden aangesproken. Wat nieuw zou zijn is echter dat kunstenaars vanaf het postindustriële tijdperk steeds vaker een alternatief beroepsinkomen vinden in de culturele en de creatieve industrie. Van belang is dat ze niet toevallig terecht komen in deze laatste, sterk groeiende bedrijfstak. Ze zouden daar worden aangesproken op hun artistieke en creatieve capaciteiten. De centrale hypothese van dit onderzoek luidt dan ook dat een microsociologisch fenomeen, met name de hybridisering van een beroepspraktijk, in de pas loopt met een macrosociologisch/economisch fenomeen, te weten de opkomst van de cultuur- en creatieve industrie
DOCUMENT