The EU-28’s food service sector generates excessive amounts of food waste. This notwithstanding, no comparative, cross-national research has ever been undertaken to understand how food waste is managed in restaurants across the EU-28. This study contributes to knowledge by presenting a first attempt to conduct a comparative analysis of restaurant food waste management practices in the UK and the Netherlands. It finds that although restaurateurs in both countries use demand forecasting as a prime approach to prevent food waste, forecasting does not always work. When this happens, food waste management programmes such as repurposing excess foodstuffs, redistribution of surplus food and consumer choice architecture are mostly considered commercially unviable. To improve the effectiveness of food waste management in the food service sectors of the UK and the Netherlands it is necessary to ensure that food waste mitigation becomes a corporate target for restaurateurs and the progress towards its achievement is regularly monitored by top management. This corporate commitment should be facilitated by national policy-makers, but also by EU regulators, by raising consumer awareness of food waste, incentivising surplus food redistribution and enabling food waste recycling.
LINK
Service design is literally the design of services. Service designers improve existing services or design completely new ones. Nothing new so far. Services have been around for centuries, and every service was conceived and designed by someone. However, service design takes a different angle; a different perspective as its starting point: it is a process of creative inquiry aimed at the experiences of the individual user. ‘Service design, insights from 9 case studies’ is the final publication of the Innovation in Services programme. During this programme, creative design agencies applied the methods of service design in nine different projects.
From the paper: "Abstract This study investigates whether there are major differences between process management and innovation between the IT and more traditional industries. Although both industries are quite similar, the research results show that the IT industry is more innovative in comparison to more traditional industries. The traditional industries are more risk averse towards new technologies, which makes them less innovative than the IT industry."
MULTIFILE
De markt vraagt om steeds meer productvariëteit. Het aanbieden van productvariëteit is echter niet eenvoudig: het zet druk op afdelingen zoals sales, engineering, productie en service. Veel bedrijven realiseren productvariëteit nu door hun producten stuk voor stuk te ontwikkelen (engineer-to-order/EtO). Binnen Industry 4.0 bestaan er methoden om met het spanningsveld tussen externe en interne eisen om te gaan. Klanten zouden bijvoorbeeld zelf online hun producten kunnen samenstellen (configureren). Hiervoor is nodig dat verschillende productonderdelen gestandaardiseerd worden, dat het product modulair wordt opgebouwd en dat dezelfde productonderdelen bij verschillende producten gebruikt kunnen worden (commonality). Zo kan, zonder extra engineeringsactiviteiten, een product eenvoudig geconfigureerd worden (configure-to-order/CtO) en de klant productvariëteit worden geboden zonder alle interne druk. Het implementeren van CtO is echter niet eenvoudig. Het vraagt om aanzienlijke capaciteit, kennis en kunde op het gebied van productontwikkeling, procesontwikkeling en het veranderproces. Betrokkenheid van medewerkers uit alle belangrijke afdelingen (verkoop, engineering, productie, service etc.) is een vereiste. Mkb-bedrijven worstelen hiermee en hebben behoefte aan goede tools en technieken, zowel inhoudelijk, over de ontwikkeling van de productarchitectuur en de impact hiervan op de bedrijfsprocessen, als veranderkundig, hoe deze transitie tot stand te brengen. In dit RAAK-mkb onderzoek willen wij samen met productie mkb-bedrijven, kennisinstellingen en brancheorganisaties een integrale aanpak ontwikkelen om CtO op een goede manier te implementeren. De deelnemende mkb-bedrijven hebben de duidelijke wens om dit de komende jaren te doen. Voor de specifieke casussen zullen middels case studies en interventieonderzoek aanpakken ontwikkeld worden. Studentprojecten zullen ondersteuning geven aan de verschillende interventies. Vervolgens zal systematisch case-vergelijkend onderzoek worden uitgevoerd om inzicht te krijgen in wat in welke situatie werkt. Op basis van het case-vergelijkend onderzoek worden tools en technieken ontwikkeld die enerzijds generiek zijn en anderzijds kunnen worden aangepast aan specifieke bedrijfssituaties.
De markt vraagt om steeds meer productvariëteit. Veel bedrijven realiseren productvariëteit nu met veel klant-specifiek engineeringswerk (Engineer-to-Order/EtO). Dit zet druk op alle afdelingen in het bedrijf zoals sales, engineering, productie en service. Een uitdagende manier voor deze bedrijven, om beter met het spanningsveld tussen externe en interne eisen om te gaan, is het ontwikkelen van meer configureerbare producten (lego principe}. Hiervoor is een modulaire opbouw van het product nodig waarin verschillende productonderdelen gestandaardiseerd zijn en gebruikt kunnen worden in verschillende eindproducten. Zo kan, met minder engineeringsactiviteiten, een product geconfigureerd worden (Configure-to-Order/CtO) en de klant productvariëteit worden geboden zonder alle interne druk. Voor diverse bedrijven vormen ook de mogelijkheden van Industry 4.0 en sustainabilty ambities belangrijke drivers in hun streven naar meer CtO. Het implementeren van CtO is echter niet eenvoudig. Het vraagt om aanzienlijke capaciteit, kennis en kunde op het gebied van productontwikkeling, procesontwikkeling en het veranderproces. Betrokkenheid van medewerkers uit alle belangrijke afdelingen (verkoop, engineering, productie, service etc.) is een vereiste. Mkb-bedrijven worstelen hiermee en hebben behoefte aan goede tools en technieken, zowel inhoudelijk, over de ontwikkeling van de productarchitectuur en de impact hiervan op de bedrijfsprocessen, als veranderkundig, hoe deze transitie tot stand te brengen. In dit Sia RAAK-mkb onderzoek willen wij samen met productie mkb-bedrijven, kennisinstellingen en brancheorganisaties een integrale aanpak ontwikkelen om CtO op een goede manier te implementeren. De deelnemende mkb-bedrijven hebben de duidelijke wens om dit de komende jaren te doen. Voor de specifieke casussen zullen met casestudies en interventieonderzoek aanpakken ontwikkeld worden. Studentprojecten zullen ondersteuning geven aan de verschillende interventies. Vervolgens zal systematisch case-vergelijkend onderzoek worden uitgevoerd om inzicht te krijgen in wat in welke situatie werkt. Op basis van het case-vergelijkend onderzoek worden tools en technieken ontwikkeld die enerzijds generiek zijn en anderzijds kunnen worden aangepast aan specifieke bedrijfssituaties.
Dit onderzoek draagt bij aan de transitie naar een circulaire economie in de bouwsector. De Nederlandse bouwsector is grondstofintensief. Tegelijkertijd wordt een grote hoeveelheid sloopafval geproduceerd. Dit materiaal zou deels als bouwmateriaal hergebruikt kunnen worden. Maar vraag en aanbod naar circulair bouwmateriaal zijn nog niet op elkaar aangesloten. De transitie naar een circulaire bouweconomie vergt sterkere samenwerking tussen ketenpartners en gedragsverandering van gebruikers zoals verandering in regelgeving. Een belangrijke rol om deze veranderingen op microniveau te stimuleren, zijn circulaire businessmodellen. Circulaire businessmodellen kunnen prikkels geven voor sterke samenwerking langs de keten, ervoor zorgen dat kosten en baten van de transitie eerlijk verdeeld worden, en gebruiksgedrag stimuleren. Maar circulaire businessmodellen kunnen niet ontwikkeld worden zonder eerst de nodige veranderingen op macroniveau in kaart te brengen, en zonder samenwerking in de keten. Het doel van dit verkennend onderzoek is daarom om aan de hand van de 'collective system building framework' (een managementmodel dat bedrijven kan helpen om duurzaamheidstransities te stimuleren, zie hier) in kaart te brengen welke activiteiten nodig zijn om de transitie naar circulair bouwmateriaal te stimuleren. Een tweede doel is om een netwerk op te bouwen van samenwerkingspartners, die later deze activiteiten gaan uitvoeren. Hieraan verbonden is het derde doel, om circulaire businessmodellen te ontwikkelen, die en samenwerking tussen ketenpartners stimuleren, en de markt voor circulair bouwmateriaal te versterken. Hierbij onderzoeken wij de rol van digitale platformen, zoals van nieuwe product-service combinaties. Beoogde resultaten van dit verkennend onderzoek zijn drievoudig: (1.) een netwerk opbouwen van bedrijven en organisaties die de transitie naar circulair bouwmateriaal willen versterken; (2.) de nodige systemische veranderingen voor een transitie naar circulair bouwmateriaal in kaart brengen met de 'collective system building framework'; en (3.) meer inzicht krijgen in circulaire businessmodellen in de sector voor circulair bouwmateriaal, die kunnen helpen de nodige systemische veranderingen te bereiken.