De transformatie in het jeugddomein roept nieuwe en zeer uitdagende vraagstukken op. Het lectoraat Jeugd richtte zich in haar eerste werkperiode van 1 september 2016 tot 1 september 2020 op die vraagstukken, vanuit en samen met praktijkprofessionals, ouders en jeugdigen, beleidsvormers, docenten en studenten.
DOCUMENT
Het welbevinden van de Nederlandse jeugd staat onder druk. Jeugdprofessionals die dagelijks werken aan vorming, begeleiding, preventie en behandeling van jonge mensen, zien zich daarin geconfronteerd met de nodige uitdagingen. Aangezien kennis en protocollen ontoereikend zijn in het komen tot adequaat handelen, is het van belang te exploreren wat ‘praktische wijsheid’ van individuele professionals hierin kan betekenen. Data uit acht open interviews, met inzet van de rich pictures methode, zijn geanalyseerd om te onderzoeken wat praktische wijsheid in het jeugddomein behelst. Dit toonde aan dat professionals komen tot het juiste handelen in knellende situaties door het eigen morele kompas als belangrijke richting gever te gebruiken. Het handelingsrepertoire is rijk en loopt uiteen van het volgen van intuïtie en wendbaarheid tot het gebruikmaken van kennis en zelfkennis. Het is van belang dat organisaties ruimte maken voor wat professionals al doen hieromtrent, maar ook dat (gezamenlijke) reflectie wordt gefaciliteerd. Elementen uit onze onderzoeksmethode lijken hierbij behulpzaam te kunnen zijn.
DOCUMENT
Openbare les Dr. Saskia A.M. Wijsbroek. Verschuivende ideeën over ontwikkeling en identiteit van jeugdigen kunnen voortvarender geïntegreerd worden in het denken en handelen binnen het jeugddomein. Bestaande concepten en werkwijzen dienen daartoe verder ontwikkeld te worden, om zo meer ruimte te maken voor het combineren van kennis uit drie kennisbronnen: wetenschappelijke kennis, ervaringskennis van burgers en praktijkkennis van professionals. Dit proces wordt optimaal zichtbaar in de alliantie tussen professional, jeugdige en gezinsleden.
DOCUMENT
We hebben tijdens dit onderzoek gezien dat professionals die direct met jongeren werken goed zijn in het aansluiten bij hun leefwereld. Ze doen als het ware een pedagogische dans met jongeren, waarbij ze hen zoveel mogelijk ‘in the lead’ laten, maar soms ook een andere kant op bewegen wanneer dat nodig is, terwijl ze wel in ‘close contact’ met jongeren blijven. Professionals die op school, in de wijk en online dagelijks met jongeren werken zijn goed in improviseren en afstemmen, om zo samen met elke jongere een eigen, passend ritme te vinden. Zij kunnen deze pedagogische dans echter niet uitvoeren zonder vertrouwen en steun van managers en teamleiders binnen hun eigen organisatie, en zonder passende opdrachten en faciliterende kaders van beleidsmakers. Het swingt pas echt, als ook deze twee partijen bij de pedagogische dans tussen jongeren en professionals betrokken zijn. Met andere woorden: dansen doe je met zijn vieren. In deze publicatie delen we onze ‘danslessen’ voor uitvoerend professionals, teamleiders/managers en beleidsmakers in het onderwijs en het sociaal domein. We beschrijven hoe zij elk op hun eigen manier eraan kunnen bijdragen dat jongeren met plezier, energie en vertrouwen de toekomst in dansen. Dit onderzoek is uitgevoerd door onderzoekers van het lectoraat Jeugd en Samenleving van Hogeschool Inholland, perMens en het Verwey-Jonker Instituut, in het kader van de Kenniswerkplaats Jeugd KeTJAA in Amsterdam-Amstelland. KeTJAA is een van de twaalf Regionale Kenniswerkplaatsen Jeugd en wordt gefinancierd door ZonMw en de gemeente Amsterdam. Auteurs: Marjolijn Distelbrink, Femke Kaulingfreks, Kelly Matthijsen, Evelien Nijland, Sophie Vermaning en Donya Yassine
DOCUMENT
Jeugdhulpverleners ervaren grote verschillen in hoe gemeenten, organisaties en professionals de transformatie vormgeven. Hierdoor ontstaan soms samenwerkingsfricties, vooral bij zorgen over de veiligheid van kinderen. Hoe kunnen professionals elkaar nog beter helpen hun verantwoordelijkheid te nemen?
DOCUMENT
Het Leernetwerk Normaliseren onderstreept het belang van een gezamenlijk pedagogisch antwoord van onderwijs en jeugdhulp op onzekerheden en kwetsbaarheden bij opgroeien en opvoeden. Net als in onze eerdere publicatie De kracht van het gewone hebben we in dit kleine onderzoek geprobeerd om een aantal voorbeelden in beeld te brengen waarin gewerkt wordt volgens een aantal belangrijke elementen uit de visie van ons leernetwerk op normaliseren. In dit onderzoek keken we daarbij naar drie voorbeelden in de verbinding tussen het onderwijs- en het jeugddomein. Door deze voorbeelden te beschrijven en door aan te geven hoe zij aansluiten bij de visie op normaliseren hopen we inspiratie te bieden aan gemeenten en organisaties die werken op of te maken hebben met het raakvlak tussen onderwijsen jeugddomein, als ook aan de professionals die daar werkzaam zijn. We pretenderen niet om uitspraken te doen over de werkzaamheid en de effectiviteit van de voorbeelden. Dat was niet onze ambitie. Wel bevatten de beschrijvingen aanwijzingen voor de mate waarin de voorbeelden ondersteunend werken voor jeugdigen en gezinnen, in het opgroeien en opvoeden en in het normaliseren van vragen, onzekerheden en kwetsbaarheden die daarbij komen kijken. Met deze publicatie hopen wij als leernetwerk onderwijs- en jeugdhulpprofessionals en beleidsmakers te inspireren bij normaliseren in de samenwerking tussen onderwijs en jeugdhulp. Het normaliseren van opgroei- en opvoedkwesties behoort wat het leernetwerk normaliseren betreft tot de basishouding van onderwijs-, jeugd- en gezinsprofessionals, het creëren van de randvoorwaarden daarvoor zou een belangrijke leidraad moeten zijn voor beleidsmakers van gemeenten en van organisaties. Deze publicatie vormt tevens de afsluiting van vier jaar leernetwerk normaliseren, dat we hebben mogen organiseren vanuit de Regionale Kenniswerkplaats Jeugd SAMEN.
MULTIFILE
Theatervoorstelling ‘Angry Young Men’ is een hip-hop voorstelling van theaterorganisatie WAT WE DOEN. De voorstelling vertelt het verhaal van twee jongens die opgroeien in een wereld waarin ze hun plek niet kunnen vinden. Die op straat hangen. Ze dromen van geld en aanzien, als het moet via de criminaliteit. Aan de hand van gesprekken (een combinatie van rap en spel) met hun moeders en verschillende professionals (docenten, jongerenwerkers, therapeuten, wetenschappers en politieagenten) kijkt het publiek terug op de levens van de jongens: de ene jongen komt om het leven bij een schietpartij. De andere jongen zit vast voor diezelfde schietpartij. Dader en slachtoffer. Ze proberen uit vinden of hun levens anders hadden kunnen lopen. En wie had het dan anders moeten doen?
DOCUMENT
De gemeente Utrecht zet de komende jaren in op het versterken van collectief werken in de ondersteuning voor kinderen en gezinnen met opgroei- en opvoedvragen (Gemeente Utrecht, 2024). De reden hiervoor is de toenemende druk op de jeugdzorg. Veranderingen in het zorgaanbod zijn nodig om kosten, werkdruk en wachtlijsten te beperken. Verder is er sprake van een cultuuromslag in het denken over het jeugddomein, die mogelijk versneld is door de druk op de jeugdzorg. Deze cultuuromslag wordt gekenmerkt door een focus op de pedagogische basis (versterken van het eigen netwerk) en normaliseren (niet meer direct labelen en diagnosticeren, maar proberen het binnen het normale te blijven, accepteren dat een zekere lijdensdruk bij het leven hoort).
DOCUMENT
Ruim een half miljoen kinderen in Nederland groeien op in een gezin waarin een of beide ouders psychische problemen of een verslaving heeft. De opvoeding van hun kinderen kent voor deze ouders bijzondere uitdagingen, met het risico dat psychische problematiek verergert en/of haar weerslag heeft op de kinderen. Effectieve hulp aan deze gezinnen vraagt om integrale samenwerking tussen het jeugddomein en de geestelijke gezondheidszorg voor volwassenen (v-ggz). In de regio Haaglanden worden een aantal pilots uitgevoerd om bij gezinnen met ernstige, complexe problematiek naast jeugdhulp ook expertise of ondersteuning vanuit de v-ggz in te zetten. Het gaat daarbij om de volgende projecten: ‘Beter Thuis’ (Den Haag, Zoetermeer en ‘Integraal 0-6-team in de wijk’) en ‘Ggz bij Jeugdbescherming west’ (vanuit Indigo en Impegno). Dit onderzoek heeft als doel inzicht te geven in de meerwaarde van deze pilots, in het bijzonder wanneer het gaat om de integratie van jeugdhulp en v-ggz.
MULTIFILE
Sinds de transitie van het jeugddomein in 2015 zijn we als gemeenten de verantwoordelijkheid aangegaan om alle kinderen, jongeren en gezinnen optimale ontwikkelingskansen te bieden. Wij hebben gewerkt aan nieuwe vormen van samenwerking tussen hulpverleners, onderwijsinstellingen en vrijwilligersorganisaties. Regionale samenwerking is hierin ook ontzettend belangrijk gebleken. We zijn aan de slag gegaan met nieuwe werkwijzen, samenwerkingsverbanden en een andere inzet van bestaande mogelijkheden. Dat was een fikse opgave en er is door alle betrokkenen veel inzet voor geleverd. Nu, ruim twee jaar na de transitie, wordt het resultaat van al die inzet steeds beter zichtbaar. We hebben ervaren welke werkwijzen samenwerkingsverbanden, functies en mogelijkheden goed werken
DOCUMENT