Eerder gepubliceerd in ROMagazine, jrg. 37, nr 6 http://romagazine.nl/ Aardbevingen in Groningen, discussies over schaliegas en ondergrondse CO2-opslag, warmte-koudeopslag, geothermie, gebiedsgericht grondwaterbeheer, ondergronds bouwen en de aanleg van nieuwe kabels en leidingen. Met name de energietransitie en klimaatadaptatie vragen om ingrepen in ons productielandschap. Daarbij speelt de ondergrond een grote rol en is duurzaam verbinden van deze ondergrond met bovengrondse ontwikkelingen cruciaal. Een ontwerpend onderzoekstraject in Twente brengt kansen aan het licht.
MULTIFILE
De meeste mensen kennen de robotstofzuiger wel. Dit apparaat lijkt een ideale oplossing bij de hulp in het huishouden. Maar welke uitdagingen brengt een robotstofzuiger met zich mee als deze door thuiszorgorganisaties wordt gebruikt in de ondersteuning die zij bij cliënten leveren? Iedereen weet dat de zorg en ondersteuning onder druk staan en dat het aantal medewerkers op alle niveaus onvoldoende is om het werk te verzetten. Maar we zien ook dat technologische innovaties in hoog tempo beschikbaar komen. Helpt dit om het arbeidsmarktprobleem en de toegenomen zorgvraag op te lossen? Een robotsamenleving is nog lastig voor te stellen maar slimme technologie is al op veel plekken in de maatschappij aanwezig: zelfscankassa’s, een groot aantal online tools en slimme sensoren die automatisch alarmeren in geval van nood. In dit rijtje hoort ook de robotstofzuiger thuis. Deze stofzuiger is inmiddels een bekend consumentenproduct en wordt al in vele huishoudens gebruikt. Een robotstofzuiger ziet eruit als een platte stofzuiger zonder kabels en snoeren. De robotstofzuiger werkt op een accu en doet geheel zelfstandig zijn werk. Sommige robotstofzuigers zijn te programmeren, zodat ze op vaste tijdstippen of met een vaste routine de ruimtes schoonmaken. Andere robotstofzuigers kunnen met een aan/uit knop bediend worden waarna ze aan het werk gaan. Het is een interessante vraag of robotstofzuigers ook in te zetten zijn bij hulp in de huishouding die veel ouderen en mensen met beperkingen ontvangen via de gemeente (via de Wet Maatschappelijke Ondersteuning (WMO)). De robotstofzuiger kan al het werk van de thuishulp niet vervangen, maar zal het takenpakket er door verschuiven? Deze vraag lag ten grondslag aan een pilot met twintig robotstofzuigers in de gemeente Amsterdam. In die pilot werd gekeken of robotstofzuigers een bijdrage konden leveren binnen de WMO-voorziening hulp bij huishouden. Bij 20 cliënten werd gedurende drie maanden een robotstofzuiger ingezet. De eerste resultaten waren positief: thuishulpen gaven aan dat de robotstofzuiger een verlichting van de werkdruk opleverde, en er werd een geschatte tijdsbesparing ervaren van gemiddeld 10 minuten tot een half uur (Cosijn, 2021). Gezien het kleine aantal deelnemers zijn de resultaten onvoldoende overtuigend om een definitief besluit te nemen over de inzet van de robotstofzuigers. Ook pilots in andere gemeenten leidden niet tot overtuigende conclusies (Das & Kuil, 2015; Stam, 2013). Op basis van de ervaringen met de genoemde pilot in Amsterdam besloten de gemeenten Den Haag en Amsterdam een groter onderzoek op te zetten met meer deelnemers. Deze werd ingebed in het Living Lab Sociaal Domein en Technologie, waain de gemeente Den Haag intensief samenwerkt met de Haagse Hogeschool als kennispartner. In deze nieuwe studie zijn 100 robotstofzuigers ingezet bij Haagse en Amsterdamse inwoners die hulp bij het huishouden ontvangen vanuit de gemeenten via twee uitvoerende zorgorganisaties: Tzorg en Cordaan Thuisdiensten/Axxicom Thuishulp.
DOCUMENT
Het ene na het andere nieuwsbericht over hitteoverlast, droogte en wateroverlast volgt elkaar in rap tempo op. En vooral in de versteende (binnen)stad worden die effecten het meest gevoeld. Van oudsher zijn bomen een perfecte oplossing voor veel van deze uitdagingen omdat ze weinig ruimte innemen op de straat en veel functies hebben als natuurlijke airco, waterbuffers en habitat. Maar door de toenemende druk op de stad is zowel boven als onder de grond vaak weinig ruimte voor maatregelen en strijden allerlei belangen en functies voortdurend met elkaar, waarbij vergroening het nog te vaak niet wint. Om deze uitdagingen aan te pakken, ontwikkelde Niels Kuijpens enkele jaren geleden de Klimaatboom, een trechtervormig frame van gerecycled plastic dat de effecten van echte bomen nabootst zonder hun grote wortelstelsel nodig te hebben. Binnenin de ‘stam’ van het frame is plek voor een waterbuffer en klimplanten groeien langs het frame om een bladerdek te creëren, waarmee de klimaatboom koelt, verdampt, water opvangt en biodiversiteit bevordert. Het grote voordeel van zo’n klimaatboom is daarom dat ze nauwelijks ruimte nodig hebben en als aanvulling op de ‘echte boom’ op moeilijke plekken in de binnenstad geplaatst kunnen worden. Om met nieuwe ideeën geen nieuwe problemen te veroorzaken is duurzaamheid een focuspunt in de Klimaatboom, met een focus op regionale materialen en vervangbare of recyclebare onderdelen. Om het idee van de klimaatboom verder te brengen is in dit onderzoek gekeken naar de uitvoerbaarheid, effectiviteit en uiteindelijk de haalbaarheid van de Klimaatboom als maatregel. Met een multidisciplinair team van experts en studenten is onderzocht hoe het ontwerp van de boom naar een volgend niveau kan worden gebracht met aandacht voor zelfvoorzienend, plantkeuzes, materiaalsterkte, circulariteit en weerbestendigheid. Hiervoor is toegewerkt naar een werkend prototype van de Klimaatboom op schaal. Daarnaast is onderzoek gedaan naar mogelijkheden voor productie in de regio en lokaal beschikbare materialen, een circulair businessmodel, marketingonderzoek en diverse ontwerpalternatieven.De belangrijkste conclusie uit het onderzoek is dat de Klimaatboom veel potentie heeft om hoogstedelijke gebieden klimaatadaptief te maken. Het moet gezien worden als aanvulling op echte bomen, en niet als vervanging van, die vooral nuttig is op plekken met beperkte ruimte. Als zelfvoorzienende maatregel met gebruik van lokale materialen vraag het relatief weinig ontwikkel- en beheerkosten ten opzichte van reguliere stadsbomen. Bovendien kan het als kunstmatig object in vorm en plantensamenstelling worden aangepast aan lokale behoeften en mogelijkheden.
DOCUMENT
Martien Visser roept de Tweede Kamer op om met de nieuwe Energiewet het fundament te leggen voor de energietransitie. Hij stelt: “Schrap het Groepsverbod en de stringente beperkingen. Creëer daarmee een level playing field in Europa en geef de publieke aandeelhouders het vertrouwen en maximaal de ruimte hun infrabedrijven in te zetten om de energietransitie vaart te geven.
LINK
De huidige donkere wolken boven de Noordzee zijn onder andere de reden de huidige Noordzeeplannen nog eens goed tegen het financiële en uitvoeringstechnische licht te houden. “Idealiter samen met België en Duitsland, die immers een flink deel van de Nederlandse Noordzee energie zullen gaan afnemen en daarvoor hun fair share moeten gaan betalen. Doorgaan op de bestaande weg dreigt veel te traag te gaan en is ook veel te duur geworden. We eindigen dan wel met een power house, maar zonder industrie.”
LINK
Grote infrastructurele projecten vergen jaren en jaren. Konden we maar toveren, meent Martien Visser. We verzinnen iets, zeggen simsalabim, en het is er. Helaas. Toch doen we net alsof.
LINK
In tijden van corona is de energietransitie plots minder spannend. Beteugeling van het virus heeft voorrang. Eendrachtig wordt gezocht naar een medicijn of vaccin. Als ik de berichten mag geloven, gaat dat in recordtijd lukken. Laten we het hopen.
LINK
1e alinea column: Graag neem ik je mee naar mijn grote practische leermoment over hoe internet werkt. Dat was in 1995 en het betrof het toenmalige NBM Amstelland project Westkeetshaven in Zwijndrecht. 1995 is inmiddels zo lang geleden dat ik alle namen van de betrokkenen zal noemen.
LINK