In 2020 heeft het SIA Lectorenplatform Sport en Bewegen in opdrachtvan Topteam Sport gewerkt aan de ontwikkeling van een praktijkgerichtekennis- en innovatieagenda op het gebied van sport en bewegen.Doel van het opstellen van deze kennis- en innovatieagenda is om thema’ste identificeren die bij kunnen dragen aan het oplossen van de maatschappelijke uitdagingen waar we mee te maken hebben. Voorbeelden daarvanzijn de stijgende bewegingsarmoede en zorgkosten onder diverse bevolkingsgroepen, de stijgende gezondheidsverschillen tussen mensen met een hogeen lage opleiding en de toenemende segregatie tussen bevolkingsgroepen.De praktijkgerichte kennis- en innovatieagenda draagt bij aan het oplossenvan de handelingsverlegenheid van sport- en beweegprofessionals bij dezeuitdagingen en het professionaliseren en innoveren van de beroepspraktijk.
DOCUMENT
Om de maatschappelijke waarde van topsportevenementen te vergroten heeft het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) samen met NOC*NSF en de Vereniging Sport en Gemeenten (VSG) een Nationale Topsportevenementen Strategie (NTS) voor de periode 2021-2030 ontwikkeld. De minister voor Medische Zorg en Sport geeft in de kamerbrief (d.d. 25 november 2020) aan daaraansluitend een onderzoeksprogramma naar de maatschappelijke betekenis van sportevenementen te willen (laten) ontwikkelen en financieren, zoals ook de Nationale Sportraad eerder adviseerde. Het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) heeft aan de Haagse Hogeschool (HHS) en de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen (HAN) gevraagd om gezamenlijk een eerste stap te zetten voor een breed gedragen en duurzaam onderzoeksprogramma op het gebied van (top)sportevenementen. De onderzoeksvragen daarbij luiden: 1) Welke kennisbehoefte is er bij stakeholders om een breed palet aan maatschappelijk verantwoord georganiseerde topsportevenementen te realiseren, waarbij gebruik wordt gemaakt van het bijkomende podium en 2) op welke manier dient het proces georganiseerd te worden volgens stakeholders om te komen tot bruikbare inzichten die voorzien in deze kennisbehoeften.
DOCUMENT
Het onderwerp doorwerking van kennis is een speerpunt binnen de Nationale Politie: de vraag is dan hoe (wetenschappelijk) onderzoek en politiepraktijk met elkaar verbonden worden. Steeds meer wordt onderkend dat het belangrijk is dat wetenschappelijke onderzoeken ook daadwerkelijk doordringen in de (politie)praktijk.De afgelopen jaren zijn in opdracht van de portefeuillehouder Gebiedsgebonden Politie (GGP) enkele tientallen onderzoeken uitgevoerd binnen de GGP. Daarnaast zijn in opdracht van het Programma Politie en Wetenschap onderzoeken uitgevoerd naar diverse aspecten van de GGP. Te denken valt aan onderzoek naar digitale wijkagenten, opgetekende lessen tijdens de coronacrisis én de kennis over ondermijning bij wijkagenten.Dergelijke onderzoeken leveren stuk voor stuk waardevolle inzichten op.Het is evenwel de vraag of de onderzoeken aansluiten bij de (kennis)behoefte in de basisteams (BT’s) en of de onderzoeksresultaten binnen de GGP doorwerken. Dat wil zeggen dat onderzoek bekend is, relevant wordt gevonden, benut wordt en tot eventuele veranderingen leidt.Dit onderzoek legt de focus op doorwerking van onderzoeksresultaten bij de GGP in de basisteams (BT’s).
MULTIFILE
Het programma Innovatielabs geeft een impuls aan nieuwe veerkracht in de culturele en creatieve sector. Het Stimuleringsfonds Creatieve Industrie, namens alle rijkscultuurfondsen, en ¬CLICKNL voeren het programma uit in opdracht van het ministerie van OCW. Dit flankerende onderzoekstraject richt zich op kennisontwikkeling voor de bredere culturele en creatieve sector. Doel van dit traject is een brede inbedding van de binnen het programma opgedane kennis en inzichten. Een team van lectoren, bestaande uit Walter van Andel (HKU), Sabine Niederer (Hogeschool van Amsterdam), Paul Rutten (Hogeschool Rotterdam), en Daniëlle Arets (Fontys) volgt de activiteiten binnen Innovatielabs en draagt actief bij aan kennisdeling, zowel tussen de Innovatielabs-projecten onderling als tussen deze projecten en de culturele en creatieve sector. Naast het delen van bestaande kennis over innovatieprocessen en -modellen, genereren de lectoren nieuwe kennis en inzichten die kunnen bijdragen aan het oplossen van complexe vraagstukken binnen én buiten de culturele en creatieve sector.
Het Ministerie van OCW heeft aan het Stimuleringsfonds Creatieve Industrie en CLICKNL gevraagd de organisatie en uitvoering van de innovatielabs ter hand te nemen. Inmiddels zijn projecten voor de tweede ronde gehonoreerd en heeft de gezamenlijke kick-off van de innovatielabs plaatsgevonden. Vanuit CLICKNL is, in samenwerking met SIA, flankerend aan de labs, een onderzoekstraject geformuleerd om de innovatiepraktijk daarbinnen te bestuderen, met als doel: (1) de labs bij te staan en te ondersteunen in hun specifieke kennisbehoeften, (2) de inhoudelijke en methodische samenwerking tussen de labs te faciliteren en bevorderen, (3) de kennisdeling met de culturele en creatieve sectoren in te vullen en mogelijk vorm te geven en (4) aanbevelingen op programmaniveau te formuleren met het oog op toekomstige programma’s. Het onderzoek wordt uitgevoerd door vier ter zake kundige lectoren daarin bijgestaan door onderzoekers, allen afkomstig van een viertal hogescholen. Een projectmanager kennis en community organiseert de doorsnijdende en verbindende kennislijn tussen de labs, en de daarbij behorende community-activiteiten. De communicatiestaf ondersteunt het onderzoek. De taken van het onderzoeksteam zijn samengevat de volgende: (1) doorlopend onderzoek naar kennisontwikkeling op programmaniveau, (2) inventariseren en delen van best practices met de kennis community van de innovatielabs, (3) labs adviseren en informeren over methodische en inhoudelijke aspecten (4) analyse van en advies over impact en opschaling van de resultaten van de labs. Het flankerend onderzoek kent een drietal niveaus: de labs (projecten), de gemeenschappelijke innovatiethema’s en –assen en het programma. Het vindt plaats in interactie met de participanten en stakeholders in de labs en is te typeren als actieonderzoek. Onderzoekers maken deel uit van de kennis-community van het programma. Daarbij past samenwerking met de coaches en programmaleiding.
In een maatjesproject wordt een deelnemer met een ondersteuningsbehoefte gekoppeld aan een vrijwilliger die deze ondersteuning kan bieden. Een professionele organisatie zorgt voor de werving, training, koppeling en ondersteuning van de maatjes. In een tijd van toenemende druk op de formele zorg en een toegenomen beroep op vrijwilligers, is de groeiende populariteit van maatjesprojecten niet verrassend. En juist in een tijd waarin leefwerelden steeds meer van elkaar gescheiden zijn, bieden maatjesprojecten mensen de mogelijkheid om ‘buiten de eigen bubbel’ te komen en ‘anderen’ te leren kennen. De ambitie van maatjesprojecten is om positieve veranderingen te realiseren. Maar welke impact hebben zij nu eigenlijk en hoe kunnen ze deze impact vergroten? Meerdere maatjesprojecten gaven aan dat hier een belangrijke kennisbehoefte voor hen ligt. Waar eerder onderzoek uitkomsten beschrijft voor deelnemers met een ondersteuningsbehoefte – zoals beter welbevinden, meer sociaal contact, en horizonverbreding – is er veel minder bekend over de uitkomsten voor vrijwilligers die hen ondersteunen. En hoewel bredere maatschappelijke impact vaak aannemelijk wordt geacht, is onderzoek hiernaar beperkt. In dit onderzoeksvoorstel, met als titel ‘Maatjes met Impact’ beschrijven we hoe wij aan deze kennisbehoefte willen bijdragen, met als centrale onderzoeksvraag: Welke impact hebben de maatjesprojecten op de deelnemers, de vrijwilligers en de bredere samenleving, en hoe kunnen de organisaties van de maatjesprojecten deze impact vergroten? We kijken op drie manieren naar impact. Eerst bekijken we impact vanuit 1) doeltreffendheid, dat gaat over vooropgestelde en beoogde doelen en 2) betekenisgeving, dat de bredere veranderingen omvat die betrokkenen zelf ervaren. Vervolgens stappen we over naar 3) vakmanschap: hoe kunnen maatjesprojecten verder professionaliseren en hun impact vergroten. We zetten hiervoor verschillende methoden in, zoals Theory of Change sessies, de Effectencalculator, interviews en vragenlijsten. Regelmatige leersessies faciliteren dat maatjesprojecten leren hoe zij hun eigen impact kunnen vergroten, en leren van elkaars ervaringen.