In het eerste van de 2 onderzoeken in het kader van RUIT-4 (studiejaar 2015-2016) werd onderzocht in hoeverre er sprake is van zelfredzaamheid bij brand van ouderen die zelfstandig wonen in een seniorencomplex in het werkgebied van de Veiligheidsregio Utrecht (VRU). Met dit project is inzicht gekregen in het kennisniveau van zelfstandig wonende ouderen (65+) over brand, de mate waarin deze doelgroep ook daadwerkelijk preventie maatregelen heeft getroffen en de manier waarop we deze doelgroep het beste kunnen bereiken om het brandveiligheidsbewustzijn te vergroten. Tweedejaars studenten Integrale Veiligheidskunde hebben in groepjes van 4 studenten bewoners geïnterviewd. In totaal hebben 12 groepen 450 respondenten gesproken verdeeld over de 12 door Woonzorg Nederland toegewezen complexen. Hiervoor is gebruik gemaakt van een gestructureerde vragenlijst (mondelinge enquête). De informatie uit de vragenlijsten werd verwerkt met SPSS. Op de voorpagina staat vermeld: Integrale Veiligheid Praktijkonderzoek jaar 2
Met de slogan ‘Nieuwerwets boeren in de biologische sector’ trekt Van Hall Larensteinstudenten naar de opleiding Ad Biologische Melkveehouderij. Hiermee wordt voorzien in een duidelijke vraag vanuit deze sector naar kennis op hbo-niveau. Twee docenten (Gelein Biewenga en Ali-Jetske Hoogland) en een student (Feitze van der Hoek) vertellen wat de opleiding inhoudt.
MULTIFILE
Veel leraren kennen de verschillen tussen hoogintelligente en hoogbegaafde leerlingen niet. Dit zorgt voor handelingsverlegenheid. Enerzijds bij het signaleren van de leerling, anderzijds bij het afstemmen van begeleiding op de onderwijsbehoeften en dat in de klas tot uitvoer brengen. Hoogbegaafde leerlingen die onderpresteren worden vaak niet opgemerkt of voor lastig aangezien. Als hoogbegaafdheid wel vroeg gesignaleerd wordt, duikt vaak het vooroordeel op dat hoogbegaafde leerlingen er vanzelf wel zullen komen, waardoor de juiste begeleiding niet wordt gegeven. Dit alles brengt met zich mee dat hoogbegaafde leerlingen last kunnen krijgen van demotivatie, dat ze gaan onderpresteren, zich lastig gedragen of zelfs depressief kunnen worden. In dit onderzoeksproject wordt onderzocht of serious gaming kan ondersteunen in het creëren van meer inzicht bij leraren in hoogbegaafdheid en in het effect van hun eigen gedrag in relatie tot een hoogbegaafde leerling. Zodat ze vervolgens hun pedagogisch-didactische vaardigheden met betrekking tot begeleiding van hoogbegaafde leerlingen kunnen verbeteren. Uitgangspunten zijn het vergroten van kennis over het onderwerp bij de leraar en het veranderen van attitude en gedrag door de denk- en belevingswereld van het hoogbegaafde kind te laten ervaren. Interactie en een open houding zijn belangrijke randvoorwaarden. Gaming is een methodiek voor het verbeteren van de interactie en participatie. De game als concrete tool, versterkt met een didactische handleiding, stimuleert de motivatie om te ontdekken wat onderlinge verschillen zijn. Internationaal onderzoek heeft aangetoond dat serious gaming succesvol kan worden ingezet in een educatieve, sociale setting. We beogen een serious game te ontwikkelen voor twee spelers: de leraar en de hoogbegaafde leerling. Een hoogbegaafde leerling en een leraar zoeken elk op hun eigen niveau een weg en creëren daarmee onbekende perspectieven voor hun medespeler. Het beoogde resultaat is een verbeterd inzicht in hoogbegaafdheid en onderwijsbehoeften zodat de leraar beter kan begeleiden en het onderwijs beter kan afstemmen op de onderwijsbehoeften van hoogbegaafde leerlingen.
Angst- en depressieve stoornissen zijn veel voorkomende aandoeningen, die goed behandeld kunnen worden, maar vaak weer terugkomen na verloop van tijd. Van de mensen die herstellen van een angst- of depressieve stoornis krijgt 57% een terugval binnen 4 jaar. Patiënten die behandeld zijn in de GGZ geven aan behoefte te hebben aan meer aandacht voor terugvalpreventie, zeker in de huisartsenpraktijk. HBO-professionals die werkzaam zijn in de GGZ, met name de praktijkondersteuner huisarts GGZ (POH-GGZ), kunnen hierbij een belangrijke rol spelen. HBO-professionals geven echter aan dat het hen ontbreekt aan kennis en ondersteuning op dit gebied. Hoewel er interventies zijn die effectief kunnen worden ingezet in het kader van terugvalpreventie, is er geen omvattend terugvalpreventieprogramma beschikbaar dat voldoet aan de wensen van patiënten én dat uitgevoerd kan worden door HBO-professionals. Binnen het voorliggende project wordt voor HBO-professionals een scholings- en interventieprogramma ontwikkeld voor terugvalpreventie bij angst- en depressieve stoornissen. Dit programma sluit aan bij de competenties van de HBO-professionals en de voorkeuren van patiënten. Het programma wordt geïmplementeerd in de huisartspraktijk omdat hier bij voorkeur terugvalpreventie wordt geboden en omdat met name de POH-GGZ behoefte heeft aan deskundigheidsbevordering. Het terugvalpreventieprogramma bestaat uit monitoring en zelfmanagement met behulp van een website en een mobiele applicatie. Het project wordt geëvalueerd waarbij we onderzoeken of 1) de scholing bij de HBO-professionals leidt tot een toename in kennis en ervaren competenties; 2) welke barrières en faciliterende factoren waarneembaar zijn bij de implementatie van het programma en 3) of patiënten effectief gebruik maken van het programma bij toename van klachten. Er wordt ingezet op een brede disseminatie van de scholing en het terugvalpreventieprogramma binnen hogescholen en in de huisartspraktijk. Het voorliggende project wordt breed gedragen door het veld en er is een uitgebreid consortium samengesteld van samenwerkende partijen.