Op donderdagmiddag 16 december presenteerde Pieter van der Hoeven, associate lector Finance & Accounancy bij het Business Research Centre (BRC), de ervaringen uit de kenniswerkplaats Duurzame financiering. De afgelopen vijf jaar deed hij daar samen met tien collega's, onderzoekers en docenten, en met tweehonderd studenten onderzoek voor ruim vijftig ondernemers naar manieren om geld te verdienen in de duurzame economie. Aan de hand van enkele aansprekende voorbeelden benoemt hij de moeilijkheden en mogelijkheden. In het algemeen ziet Pieter dat er veel interesse is voor de toenemende verdienkansen bij duurzame innovaties. Helaas zijn de financiële risico's vaak groter ten opzichte van minder duurzame alternatieven. Ondernemers die enthousiast zijn over verduurzaming en ervan overtuigd zijn dat hun innovatie zich in principe terugverdient, zijn soms niet bedacht op die extra risico's. Dan krijgen zij hun ideeën helaas toch niet gefinancierd. Hogescholen kunnen samen met studenten voorkomen dat zulke kansen bij duurzame innovaties gemist worden.
DOCUMENT
Aanleiding Het is belangrijk om de opvoedingskracht van ouders en de sociale steun rond gezinnen te versterken. De Centra voor Jeugd en Gezin (CJG) hebben hierin een belangrijke taak: preventie en het bieden van laagdrempelige opvoedingshulp bij lichte opgroei- en opvoedvragen, en waar nodig doorverwijzen naar zwaardere vormen van hulp. Dit noemen we preventief en omgevingsgericht werken. In de CJG’s zijn het vooral de frontliniewerkers - de pedagogisch consulenten, de maatschappelijk werkers en de sociaal verpleegkundigen – die invulling moeten geven aan het preventief en omgevingsgericht werken. Zij geven aan dat zij behoefte hebben aan gereedschap om:• Sociale pedagogische netwerken in buurten en wijken te versterken.• Opvoedingsvragen van ouders te verhelderen en daarop in te spelen.• Tijdig te kunnen signaleren wanneer zij de hulp van specialisten moeten inroepen. Doelstelling De hoofdvraag van dit project luidt dan ook: Op welke wijze kunnen frontliniewerkers invulling geven aan het preventief en omgevingsgericht werken, zodat zij de opvoedkracht van ouders en de pedagogische kwaliteit van de sociale omgeving van gezinnen versterken? Welke handvatten, instrumenten, vaardigheden, kennis en attitude hebben deze professionals daarvoor nodig? Het hart van dit project is de kenniswerkplaats die bestaat uit frontliniewerkers, docent/onderzoekers en studenten, die vanuit hun eigen inbreng en deskundigheid samenwerken. Via de kenniswerkplaats wordt geleerd door te doen. Ook wordt nadrukkelijk gezocht naar de intuïtieve kennis en behoeften van collega-professionals door mee te lopen met frontliniewerkers en hen te interviewen. De kenniswerkplaats vraagt feedback van inhoudsdeskundigen. Zij toetst haar resultaten aan de mening van de schakelgroep, waar het middenmanagement deel van uitmaakt. Dit gebeurt met het oog op de implementatie van de producten op de werkvloer. Beoogde resultaten Het project Een stap naar voren wil een lerende omgeving bieden voor professionals, studenten en docenten. Zij zullen instrumenten voor het werkveld ontwikkelen, zoals een gereedschapskist met praktische instrumenten. De oplossingen dragen bij aan een positief opvoedingsklimaat in buurten en gezinnen en op termijn tot een vermindering van verwijzing naar (en dus kosten van) de tweedelijnszorg. Voor het onderwijsveld levert dit project inzicht in de benodigde competenties voor preventief en omgevingsgericht werken voor de opleidingen sociale studies en verpleegkunde. Tot slot levert dit project kennis op voor het onderzoeksveld, zoals een methodiek om ‘tacit knowledge’ (impliciete kennis) bij professionals op te halen.
Op onze hogeschool worden professionals opgeleid die allemaal te maken krijgen met veiligheidsvraagstukken. Deze vraagstukken hebben brede impact en verdienen continue aandacht in onderwijs én onderzoek. Denk aan grensoverschrijdend gedrag, maatschappelijke onrust, ongelijkheid, online criminaliteit en pestgedrag, privacy-schending, maar ook: extreem weer, huisvestingscrisis et cetera.
Ouderen hebben bij een stijgende leeftijd een grotere kans op frailty (kwetsbaarheid), een toestand van verminderde reservecapaciteit die ontstaat door afname van fysieke, psychologische en sociale capaciteit. Een relatief kleine aandoening of gebeurtenis kan een sterke achteruitgang in functioneren en zorgafhankelijkheid veroorzaken, waardoor ernstige complicaties kunnen ontstaan, zoals valincidenten, ziekenhuisopname en vroegtijdig overlijden. Het is daarom van belang dat (toekomstige) zorgverleners vroegtijdig en adequaat ingrijpen om frailty te voorkomen/verminderen. Dit project is ingebed in het Centre of Expertise Healthy Ageing (speerpunt FRAILTY), het Lectoraat Healthy Ageing, Allied Health Care and Nursing (LAHC) en het SPRONG-onderzoeksprogramma FAITH, welke focust op frailty. Praktijkpartners maken structureel onderdeel uit van FAITH en van het lectoraat. Het onderzoek sluit aan bij bestaande innovatie-/kenniswerkplaatsen waarin onderwijs, onderzoek en praktijk al samenwerken. Op dit moment worden o.a. de behoeften van werkveldpartners geïnventariseerd door een student aan de hand van interviews. Er zijn veel instrumenten voorhanden om de frailty status van een cliënt te bepalen. Echter deze worden in de praktijk vaak niet gebruikt. De (toekomstige) professional beoordeelt frailty soms helemaal niet of alleen globaal op eigen oordeel. Het gevolg hiervan is dat de cliënt niet optimaal behandeld wordt met alle medische en economische (kosten) gevolgen van dien. Het doel van dit project is om: • Het professioneel handelen te versterken door het concept frailty toepasbaar te maken voor de zorgpraktijk en het zorgonderwijs • Toepasbare assessmenttools te ontwikkelen waarmee frailty beoordeeld kan worden en leidend kunnen zijn in de keuze voor interventies en dit te implementeren in het onderwijs • Te analyseren wat de kostenbesparing is voor de gezondheidszorg als de professional het bruikbare meetinstrument of set instrumenten tijdig en optimaal inzet vergeleken met de huidige situatie waarin dit niet gebeurt (zoals boven beschreven). Bedoeling is om de postdoc-positie na 2 jaar te continueren en structureel te maken.