Grote maatschappelijke opgaven vragen om strategische samenwerking tussen organisaties (overheid, bedrijven, non-profit organisaties), die elk een eigen belang of verantwoordelijkheid hebben in het realiseren van oplossingsrichtingen. In strategische samenwerkingen zit veel strijd, maar het is lastig die strijd productief te laten zijn. Als partijen te snel tot compromissen komen, of conflicten in het midden laten, leidt dit uiteindelijk niet tot duurzame oplossingen. Als conflicten wél op tafel komen, wordt meestal geprobeerd deze snel op te lossen, compromissen te sluiten, omdat wordt aangenomen dat onenigheid een succesvolle samenwerking in de weg staat. Er is daardoor relatief weinig aandacht voor het feit dat strijd ook productief – en dus positief – kan zijn, en innovatie en gezamenlijk leren juist kan bevorderen. Wij baseren ons pleidooi voor een ketenaanpak als een manier om productieve strijd te faciliteren op bevindingen uit een project in de internationale thee handelsketen en ervaringen met de ketenaanpak in een samenwerkingsverband op de arbeidsmarkt, House of Skills.
LINK
Deze publicatie beschrijft ervaringen met innnovatie in trajecten in de zorg en de bouw. Daarbij wordt gebruik gemaakt van de theorie van Peter Senge die complexe veranderingen in systeemdenken beschrijft. Deze Duurzame SysteemInnovatie/aanpak (DSI-aanpak) wordt beschreven met theoretische aanknopingspunten: Transitiemanagement, Sustainability by Design en Eco-acupunctuur. het project is mogelijk gemaakt door subsidieregeling duurzaamheid van de Provincie Utrecht.
In verkorte vorm uitgesproken als rede bij de aanvaarding van het ambt van lector Integrale Aanpak Kindermishandeling van de Academie voor Sociale Studies aan de Hanzehogeschool Groningen.Het lectoraat Integrale Aanpak Kindermishandeling wil een bijdrage leverenaan een geweldloze opvoeding van kinderen en aan het vaker tegengaan, eerder en beter bespreekbaar maken en sneller stoppen van kindermishandeling. Binnen het brede thema ‘integrale aanpak kindermishandeling’ focust het lectoraat op twee inhoudelijke speerpunten: de basis versterken (empowerment van de gemeenschap) en ouders onder druk ondersteunen (empowerment van het individu). Naast deze twee inhoudelijke speerpunten, richt het lectoraat zich op twee speerpunten die betrekking hebben op professionele vaardigheden: in gesprek gaan over (vermoedens van) kindermishandeling en integraal werken.
Overgewicht en obesitas bij kinderen is een groot maatschappelijk probleem vanwege de negatieve gevolgen voor de gezondheid en de stijgende zorgkosten. De Gecombineerde leefstijl interventie (GLI) staat in de recente richtlijn ‘Diagnostiek, ondersteuning en zorg voor kinderen met obesitas’ (Partnerschap Overgewicht Nederland/VU, 2022) beschreven als meest effectief en moet in 2030 in alle gemeenten beschikbaar zijn (Nationaal Preventieakkoord VWS, 2018). Doel is het verbeteren van leefstijl gerelateerd aan bewegen, eten en slapen. Betrokken zorgprofessionals zijn kinderfysiotherapeuten, diëtisten, jeugdverpleegkundigen en kinderartsen. In de praktijk blijkt echter dat de effectiviteit van de huidige zorg niet optimaal is en niet alle kinderen met overgewicht en obesitas bereikt worden. Door de stijgende aantallen kinderen met overgewicht en obesitas enerzijds en de tekorten aan professionals in de zorg, zal het in de toekomst naar verwachting nog moeilijker worden om alle kinderen en jongeren passende ondersteuning te bieden.
Het doel van dit project is om via een blended interventie bij te dragen aan het voorkomen van valongelukken bij thuiswonende 65-plussers. De interventie wordt mede-ontworpen en getest door mensen uit de doelgroep en door fysiotherapeuten en studenten van de master Geriatriefysiotherapie.
Met de kringlooplandbouw-visie van het Ministerie van LNV staat de voedseltransitie onherroepelijk op de politieke kaart. Al jaren worden er innovatieprogramma’s opgezet om duurzame landbouw te ondersteunen. En heel wat kringlooplandbouw-bedrijven hebben inderdaad succes! Maar tot een daadwerkelijke doorbraak leidt het niet. Duurzame ondernemers concurreren nog onvoldoende met gangbare: meerwaarde resulteert niet per se in meerprijs. Daardoor biedt kringlooplandbouw voor veel boeren en tuinders onvoldoende perspectief. De transitie naar kringlooplandbouw gebeurt pas als haar verdienvermogen voldoende concurreert met het oude systeem. Daarom is het belangrijk om het verdienvermogen van de businessmodellen van kringlooplandbouw te versterken. Zo krijgen ze meer concurrentiekracht, worden ze aantrekkelijker voor de rest van de sector en versnellen ze de transitie. In dit project zoeken we kritische succesfactoren voor verdienvermogen van kringlooplandbouw en berekenen we de impact daarvan op het verdienvermogen. Ten eerste kijken we op het agrarisch bedrijf naar wat boeren en tuinders zelf kunnen doen om hun businessmodel te versterken. Ten tweede kijken we vanuit het perspectief van de keten, en dan met name de rol van de zakelijke dienstverlening: hoe kan zij de organisatiemodellen van de kringlooplandbouw versterken? Hoe neemt zij haar rol in het omgaan met de risico’s en financieringsvraagstukken van kringlooplandbouw? En ten derde kijken we vanuit een gebiedsbenadering. Hoe kunnen boeren, tuinders en hun gebiedspartners (overheden, LTO’s, milieuorganisaties) bijdragen aan het oplossen van gebiedsvraagstukken en zorgen dat daar ook een beloning tegenover staat? We rekenen aan verdienvermogen. Hoe concurrerend zijn de businessmodellen van de kringloop-landbouw vandaag? Hoezeer kunnen kringlooplandbouw agrariërs hun verdienvermogen vergroten? En wat betekent dat voor de transitie naar kringlooplandbouw? Ons project levert direct handelingsperspectief aan duurzame boeren en tuinders. Het levert ook inzicht aan zakelijke dienstverleners, overheden, organisaties, over hoe zij kringlooplandbouw verder kunnen versterken. Zo versnellen we de transitie naar kringlooplandbouw.