Het doel van deze systematische review is het evalueren van de meest effectieve fysiotherapeutische behandelingen gericht op loopfunctie, kwaliteit van leven, range of motion en spierkracht na een totale knieprothese op basis van artrose, die gepubliceerd zijn na 2007. Voor dit onderzoek zijn acht RCT’s geïncludeerd. De uitkomsten van deze onderzoeken versterken het al eerder aangetoonde voordeel van fysiotherapie op korte termijn na een totale knieprothese.
Background: Osteoarthritis (OA) is a chronic disease primarily affecting older adults, mainly impacting the hip and knee joints. The increasing prevalence of OA contributes to rising healthcare demands and costs. Current OA treatment guidelines emphasize the importance of self-management education and guidance, particularly in promoting physical activity and weight management. In addition, improving sleep is crucial for managing OA. Developing effective self-management interventions necessitates a comprehensive understanding of the factors that facilitate these behaviors. Especially for changing health behaviors, it is important to focus on psychosocial factors. Therefore, this systematic review aimed to identify the psychosocial factors associated with physical activity, weight management, and sleep in adults with hip and/or knee OA. Methods: Five databases (PubMed, Embase, CINAHL, PyschINFO, Web of Science) were searched for observational studies reporting statistics on the association between psychosocial determinants and physical activity, weight management, or sleep in people with OA. The methodological quality was assessed using the Quality Assessment Tool for Observational Studies of the National Heart, Lung, and Blood Institute. After screening 5,812 articles, 31 studies were included for analysis. Results: The results showed that intention, self-efficacy, and willpower beliefs were positively associated with physical activity. Kinesiophobia, pain catastrophizing and pain-related fear were negatively associated with physical activity. Depressive symptoms, negative affect, pain catastrophizing, and low willpower beliefs were associated with poor weight management. Anxiety, depression, pain anxiety, and post-traumatic stress disorder were related to poor sleep behavior. Conclusions This review enhances the understanding of the psychosocial factors underlying physical activity, weight management and sleep in OA. These insights are valuable for developing tailored behavior change interventions aimed at improving physical activity, weight management and sleep in patients with hip and/or knee OA.
MULTIFILE
Achtergrond: Pijn is een lastig te meten, subjectief fenomeen. Pijn wordt vaak gemeten met subjectieve self-reported vragenlijsten. Een andere manier om pijn vast te leggen is het objectief meten van de pijndrempel (Pressure Pain Threshold, PPT) door middel van het uitoefenen van mechanische druk met behulp van een drukalgometer. De pijndrempel is het punt waarop een persoon voor het eerst pijn opmerkt. Het is een bruikbare en betrouwbare manier om op een objectieve wijze de PPT in kaart te brengen. Referentiewaarden van pijndrempels en de invloed van diverse variabelen hierop zijn nog vrij onbekend. Ook is nog onduidelijk of er binnen een individu verschillen kunnen zijn tussen de gevoeligheid voor pijn aan de dominante en niet-dominante zijde van het lichaam. Vraagstelling: Wat is de mate van variatie in de hoogte van pijndrempelwaarden op diverse locaties op het lichaam, gemeten met een drukalgometer, aan de dominante zijde ten opzichte van de niet-dominante zijde bij pijnvrije ouderen van 40 tot 85 jaar?” Methode: Bij gezonde deelnemers (zonder pijn) in de leeftijd van 40 tot 85 jaar werden pijndrempels gemeten op drie locaties rond de knie, twee locaties op de arm en één op het voorhoofd. Metingen werden op elke locatie drie keer verricht, met een tussenpose van 30 seconden. Dit werd gedaan aan de dominante en niet-dominante zijde van het lichaam. Op elke locatie werd de gemiddelde pijndrempel van drie metingen berekend. Door middel van een ongepaarde t-toets werd per locatie de gemiddelde pijndrempel aan de dominante zijde vergeleken met de niet-dominante zijde. Resultaten: De steekproef bestond uit 53 deelnemers, waarvan 23 mannen (gemiddelde leeftijd 64,3 jaar ±13,3) en 30 vrouwen (gemiddelde leeftijd 55,5 jaar ±9,4), waarvan vijf linkshandige deelnemers en één linksbenige deelnemer. Gemiddelde pijndrempels waren op alle zes locaties aan de dominante zijde niet significant hoger dan aan de niet-dominante zijde (p<0,05). Conclusie: Er zijn geen significante verschillen in de hoogte van de pijndrempels aan de op dominante zijde ten opzichte van de niet-dominante zijde bij pijnvrije ouderen van 40 tot 85 jaar. Dit maakt het gebruik van pijndrempels eenvoudiger wanneer dit wordt toegepast in een klinische setting. Implicatie voor de fysiotherapie: Pijndrempelmetingen kunnen in de praktijk gebruikt worden om pijn objectief te meten. Hierbij hoeft er geen rekening gehouden te worden met de dominante of niet-dominante zijde van de arm en het been.
MULTIFILE
Artrose is in Nederland de snelst groeiende chronische aandoening, waarbij de knie het meest vaak is aangedaan. Mensen met knieartrose ervaren forse beperkingen in het dagelijks functioneren. Mensen met knieartrose ervaren soms pijn en stijfheid in het kniegewricht als gevolg van herhaalde lokale overbelasting van de aangedane regio in de knie. De geadviseerde fysiotherapeutische behandeling voor knieartrose bestaat uit informeren, leefstijladviezen en oefentherapie, waarin het aanleren van een minder belastend looppatroon een rol speelt. Binnen de behandeling zijn therapietrouw en zelfmanagement, zoals bij elke chronische aandoening, zeer belangrijk en wordt veelal gevraagd dat men in de thuisomgeving oefentherapie uitvoert. Uit diverse studies blijkt dat therapietrouw veelal laag is bij deze groep. Dat beïnvloedt de behandeluitkomsten negatief, gezien de effectiviteit van fysiotherapeutische zorg is voor een groot deel afhankelijk van de mate van therapietrouw. Om de behandeluitkomsten te verbeteren is het belangrijk om therapietrouw en zelfmanagement te vergroten en patiënten thuis aan de slag gaan met beweegadviezen. Daarbij kan real-time feedback op het looppatroon, in de relevante context, in het dagelijks leven, patiënten helpen om hun looppatroon aan te passen. Daarmee zou behandeling van artrose-gerelateerde klachten in potentie effectiever en efficiënter ingericht kunnen worden. Binnen dit KIEM voorstel verkennen we als eerste welke gebruikerseisen en -wensen er bestaan ten aanzien van real-time feedback op het looppatroon, en onderzoeken we of het haalbaar is om met behulp van het dragen van een sensor om gunstige, en ongunstige looppatronen van elkaar te onderscheiden.
Therapietrouw is veelal laag onder patiënten met knieartrose. Dit beïnvloedt behandeluitkomsten negatief, aangezien de mate van therapietrouw een grote invloed heeft op behandeluitkomsten. Real-time feedback op het looppatroon met behulp van sensortechnologie kan de mate van therapietrouw vergroten, aangezien de patiënt op het juiste moment de juiste feedback ontvangt.
Artrose is een veelvoorkomende chronische aandoening die zich kenmerkt door pijn en stijfheid. Fysiotherapeuten kunnen mensen ondersteunen om zo goed mogelijk met hun artrose om te gaan. Zorgtechnologie biedt nieuwe kansen om mensen ook buiten de grenzen van de fysiotherapiepraktijk te ondersteunen, dit wordt ook wel 'blended zorg' genoemd.