Sinds begin 2007 kent ook Fontys Sporthogeschool een lectoraat. Het is rechtstreeks verbonden aan het instituut, en heeft als aandachtsgebied de relatie tussen fysieke activiteit en gezondheid.
DOCUMENT
The project BioP2M came to a close in June 2019 after a consortium of stakeholders in the field of energy transition worked together to research the diverse role of Methane. In this report the results are presented and future plans are discussed.
DOCUMENT
Energiebeheer gericht aanpakken, Het analyseren van doelstellingen, resultaten en impacts van energie- en broeikasgasbeheersprogramma’s in bedrijven (met een samenvatting in het Nederlands): De wereldwijde uitstoot van broeikasgassen moet drastisch worden teruggebracht om de mondiale stijging van de temperatuur tot het relatief veilige niveau van maximaal 2 graden Celsius te beperken. In de komende decennia zal de verbetering van de energie-efficiëntie de belangrijkste strategie zijn voor het verminderen van de energiegerelateerde uitstoot van broeikasgassen. Hoewel er een enorm potentieel is voor verbetering van de energie-efficiëntie, wordt een groot deel daarvan nog niet benut. Dit wordt veroorzaakt door diverse investeringsbarrières die de invoering van maatregelen voor energie-efficiëntie verbetering verhinderen. De invoering van energiemanagement wordt vaak beschouwd als een manier om dergelijke barrières voor energiebesparing te overwinnen. De invoering van energiemanagement in bedrijven kan worden gestimuleerd door de introductie van programma's voor energie-efficiëntie verbetering en vermindering van de uitstoot van broeikasgassen. Deze programma's zijn vaak een combinatie van verschillende elementen zoals verplichtingen voor energiemanagement; (ambitieuze) doelstellingen voor energiebesparing of beperking van de uitstoot van broeikasgassen; de beschikbaarheid van regelingen voor stimulering, ondersteuning en naleving; en andere verplichtingen, zoals openbare rapportages, certificering en verificatie. Tot nu toe is er echter beperkt inzicht in het proces van het formuleren van ambitieuze doelstellingen voor energie-efficiëntie verbetering of het terugdringen van de uitstoot van broeikasgassen binnen deze programma's, in de gevolgen van de invoering van dergelijke programma's op de verbetering van het energiemanagement, en in de impact van deze programma's op energiebesparing of de vermindering van de uitstoot van broeikasgassen. De centrale onderzoeksvraag van dit proefschrift is als volgt geformuleerd: "Wat is de impact van energie- en broeikasgasmanagement programma’s op het verbeteren van het energiemanagement in de praktijk, het versnellen van de energieefficiëntie verbetering en het beperken van de uitstoot van broeikasgassen in bedrijven?".
DOCUMENT
Met de toenemende drukte in de stad neemt ook het autogebruik toe. Deze toename zorgt voor extra druk op de veiligheid en gezondheid voor mens en natuur. Om de negatieve impact van verkeer te mitigeren kan gekeken worden naar strengere eisen aan hinder en uitstoot. Met Smooth Traffic Management (STM) wordt gewerkt aan het verminderen van de negatieve verkeerseffecten rond ‘gevoelige locaties’ door bestuurders middels een navigatiesysteem een alternatieve, omgevingsbewuste route aan te bieden.
DOCUMENT
Voor u ligt de voorlichtingspublicatie "Hoogtemperatuursolderen". Deze publicatie is bedoeld voor allen die te maken hebben of te maken krijgen met de techniek van het hoogtemperatuursolderen. Daarbij moet worden gedacht aan bijvoorbeeld constructeurs, ontwerpers, lastechnici, werkvoorbereiders, enzovoorts. Deze voorlichtingspublicatie is een update van de in 1992 verschenen eerste druk die indertijd onder auspiciën van de NIL-werkgroep van de Technische Commissie I-A Subcie Hoogtemperatuursolderen is opgesteld. De updating was noodzakelijk, daar zich in de afgelopen jaren een groot aantal ontwikkelingen heeft voorgedaan op het gebied van soldeertechnieken.
DOCUMENT
Deze publicatie is gemaakt om een overzicht te geven van de mogelijkheden van het toepassen van coatings op dunne metaalplaat. Naast deze publicatie verschijnen in het kader van het project "Nieuwe coatingtechnieken voor het MKB" nog vier andere publicaties die gezamenlijk een, zij het niet volledig, beeld geven van coatingtechnologie in het algemeen en de vele aspecten die daarmee samenhangen.
DOCUMENT
Deze innovatieve business case richt zich op kostenberekeningen, projectvoorstellen en milieustudies gerelateerd aan op mycelium gebaseerde innovatie in het innovatielab van InHolland Alkmaar. De primaire focus ligt op het onderzoeken hoe de innovatie-inspanningen van het Mycelium-project in het innovatielab InHolland Alkmaar kunnen worden geoptimaliseerd, met specifieke aandacht voor het in kaart brengen van de bedrijfseconomische aspecten. Het doel is om de interesse van relevante partijen in de hele waardeketen te wekken. Het innovatielab erkent de interesse van de markt in myceliumtoepassingen, maar mist cruciale informatie over hoe myceliumpanelen bijdragen aan de materiaaltransitie, de bijbehorende kosten en externe productie-effecten. Lopende studentenprojecten leggen de nadruk op technische aspecten, waardoor er onzekerheid ontstaat over de marktvraag en de bruikbaarheid van het nieuwe isolatieproduct. Het innovatielab heeft tot doel de mogelijkheden van myceliumcomposiet sandwichpanelen voor de bouw aan te tonen. Het doel is om een proefopstelling op te zetten om de isolatiewaarde van mycelium composietpanelen voor wanden of vloeren te bepalen en te valideren. Onzekerheden over de bijdrage van myceliumpanelen aan de materiaaltransitie, de totale kosten en de externe productie-effecten vormen uitdagingen. Hoewel mycelium wordt beschouwd als een duurzame vervanging voor de huidige isolatiematerialen, moeten de potentiële kosten en risico's worden geëvalueerd. Het begrijpen van marktinteresse en schaalbaarheid is cruciaal voor het realiseren van mycelium als levensvatbaar bouwmateriaal. Twee studentengroepen hebben myceliumpanelen met verschillende substraten gekweekt en getest. Aanbevelingen zijn onder meer het produceren van de meest kosteneffectieve panelen (SWOL-HOOI-KIN-32,5 en VLA-SPAW) op basis van de beschikbaarheid van grondstoffen, productie-efficiëntie en schaalbaarheid. Een mogelijke oplossing voor het proces van het maken van myceliumpanelen is een machine ontwikkeld door Engineering-student Thomas Jongejans. Deze machine is veelbelovend voor de toekomst, maar gedetailleerde gegevens over kosten en productiecapaciteit zijn essentieel vóór implementatie. Tests op myceliumcomposietpanelen wijzen op een levensduur van 20-30 jaar, afhankelijk van de weersomstandigheden. Mycelium presenteert een potentiële doorbraak in duurzame bouwmaterialen. Er worden aanbevelingen gedaan voor specifieke paneelkeuzes, productiemethoden en verder onderzoek om de huidige onzekerheden aan te pakken. Omdat de markt voor mycelium relatief nieuw is, zijn het behalen van certificeringen en het garanderen van de productkwaliteit essentieel voor toekomstig succes in de bouwsector. Het innovatielab wil een deelnemer zijn in deze opkomende markt met milieuvriendelijke, kosteneffectieve myceliumcomposietpanelen.
DOCUMENT
Aanleiding De productie van wind- en zonne-energie gaat met onzekerheid gepaard. Dat kan leiden tot een gebrek aan evenwicht tussen vraag en aanbod van energie. Power-to-Gas (P2G) middels biologische methaanvorming (Bio-P2G) is een methode om meer en hogere kwaliteit methaan te maken als drager en opslag van duurzame energie. Bio-P2G zou daarmee een technologisch en economisch aantrekkelijke bijdrage kunnen leveren aan een betere afstemming van vraag en aanbod. En daarmee aan de overgang van fossiele naar duurzame energie en aan de vermindering van de kooldioxide-uitstoot. Zeven bedrijven, die samen de gehele gaswaardeketen vertegenwoordigen, willen weten hoe Bio-P2G in de toekomst kan uitwerken en hoe dit hun bedrijfsvoering zou beïnvloeden. Doelstelling Dit project beoogt in kaart te brengen of Bio-P2G op technologisch en economisch aantrekkelijke wijze kan bijdragen aan de afstemming van vraag en aanbod van duurzame energie in Nederland en zo ja, onder welke voorwaarden. Het programma start met een literatuuronderzoek naar de kennis rond Bio-P2G. Op basis van dit onderzoek selecteert het team de gunstigste parameters. Speciale aandacht gaat daarbij uit naar de bacteriën die zorgen voor de methaanvorming. Het onderzoeksteam identificeert en karakteriseert deze via DNA-technologie. De resultaten daarvan zijn richtinggevend voor de proefinstallatie waarmee het projectteam checkt of de prestaties en werkzaamheid ook op grotere schaal gelden. Het team gebruikt eigen data, data uit het literatuuronderzoek en data van de consortiumbedrijven voor het economisch modelleren van de Bio-P2G-keten. Beoogde resultaten Het consortium beoogt twee resultaten: 1) de mogelijkheden en grenzen vaststellen van het integreren van Bio-P2G in het Nederlandse energiesysteem; 2) een beschrijving van hoe deze integratie in een periode van 10 tot 15 jaar gerealiseerd kan worden. Bij het project zijn studenten van 6 bacheloropleidingen van de Hanzehogeschool betrokken. Ook studenten van de European Master of Renewable Energy, een promovendus (RuG) en verschillende lectoraten participeren in het project. De kennisuitwisseling en -disseminatie met de maatschappelijke partners vindt onder meer plaats via twee publieke evenementen, publicaties en een proefschrift. Aan de hand van een communicatie- en implementatieplan worden de resultaten van het project vertaald naar de curricula en de beroepspraktijk.
A major challenge for the Netherlands is its transition to a sustainable society: no more natural gas from Groningen to prevent earthquakes, markedly reduced emissions of the greenhouse gas carbon dioxide to stop and invert climate change, on top of growth of electricity in society. Green gas, i.e. biogas suitable for the Dutch gas grid, is supposed to play a major role in the future energy transition, provided sufficient green gas is produced. This challenge has been identified as urgent by professional, academic and private parties and has shaped this project. In view of the anticipated pressure on biomass (availability, alternative uses), the green gas yield from difficult-to-convert biomass by anaerobic digestion should be improved. As typically abundant and difficult-to-convert biomass, grass from road verges and nature conservation areas has been selected. Better conversion of grass will be established with the innovative use of new consortia of (rumen) micro-organisms that are adapted or adaptable to grass degradation. Three-fold yield increase is expected. This is combined with innovative inclusion of oxygen in the digestion process. Next green hydrogen is used to convert carbon dioxide from digestion and maximize gas yield. Appropriate bioreactors increasing the overall methane production rate will be designed and evaluated. In addition, new business models for the two biogas technologies are actively developed. This all will contribute to the development of an appropriate infrastructure for a key topic in Groningen research and education. The research will help developing an appropriate research culture integrated with at least five different curricula at BSc and MSc level, involving six professors and one PhD student. The consortium combines three knowledge institutes, one large company, three SMEs active in biogas areas and one public body. All commit to more efficient conversion of difficult-to-convert biomass in the solid body of applied research proposed here.