Lectorale rede, Groningen, 14-05-2013Welke effecten heeft de demografische verandering op ruimte en op het dagelijks leven van bewoners.
MULTIFILE
BouwTex gebruikt textiel voor het ontwikkelen van nieuwe toepassingen voor de bouw. Er is onderzoek gedaan naar op textiel gebaseerde bouwoplossingen en vervolgens zijn prototypes ontwikkeld die gebruikt kunnen worden door professionals in de bouwketen. Het project richtte zich met name op de toepassing van textiel bij de renovatie en het hergebruik van gebouwen. Naast materialenonderzoek is ook onderzoek gedaan naar de behoeften van de gebruiker, de perceptie van het gebruik van textiel binnen de architectuur en de bouw. Daarnaast is binnen het ontwerpproces gezocht naar een grotere ruimtelijke en functionele flexibiliteit door het toepassen van textiel. Ook is onderzoek gedaan naar de bijdrage van textiel voor een beter binnenklimaat, wat een positief effect heeft op de leef- en werkomstandigheden. Door middel van workshops en case studies hebben de professionals en studenten samengewerkt om de eigenschappen en het potentieel van textiel als geïntegreerd architectonisch / bouwproduct te verkennen. Kennis van de materiële eigenschappen van textiel werd ontwikkeld tot conceptuele toepassingen voor diverse gebruikersgroepen door studenten en professionals. Van geselecteerde concepten zijn werktekeningen en specificaties gemaakt door architecten, op basis waarvan vervolgens door professionals uit de bouw prototypes zijn gemaakt. De prototypes werden getest en het hele projectproces werd geanalyseerd door onderzoekers. Alle bijdragen van studenten en bedrijven (inclusief prototypes en testopnamen) zijn publiekelijk tentoongesteld. Alle projectpartners werkten samen om de projectbevindingen te verspreiden.
Trekt een hologram in de winkeletalagemeer dan alleen aandacht?Hologramtechnologie biedt retailers nieuwe mogelijkheden. Door sfeervolle elementen of producten op driedimensionale wijze te tonen, hoopt men niet alleen aandacht te trekken maar ook meer bezoekers en kopers aan te trekken. Maar werkt dit ook echt?Tibert Verhagen, Anne Moes en Sewdath Ritoe van Store Innovation Lab, Hogeschool van Amsterdam, onderzochten het fenomeen. Werken hologrammen voor de retail ook echt? Of is een hologram meer een ‘nice-to-have’ dan een ‘must-have’? Namens het Store Innovation Lab van de Hogeschool van Amsterdam deden wij hier onderzoek naar.
MULTIFILE
Printplaten (PCB's) zijn essentieel in elektronische producten. Ze bestaan uit een drager, geleidende kopersporen en een beschermende soldermask-laag. PCB's worden geproduceerd via fotolithografie en etstechnieken, wat kostenefficiënt is voor massaproductie, maar niet voor kleine oplages. Dit vormt een probleem wanneer bedrijven één PCB nodig hebben, bijvoorbeeld in de ontwerp- of prototypefase en bij eenmalige installaties. Bedrijven zoals 100%FAT en Edulogics bestellen dan meerdere PCB's, waarvan ze slechts één gebruiken. PCB-productiebedrijf DeltaProto beaamt dat bijna al hun klanten op deze manier werken. Dit leidt tot verspilling. Bovendien maken bedrijven zich, bij uitbesteding van PCB-productie, zorgen over veiligheid van hun ontwerpen en ecologische voetafdruk van productie en verzending. Digital manufacturing maakt het mogelijk om in-house PCB’s te maken. Dit biedt flexibiliteit en snelheid, maar het ontbreekt aan een methode om een kwalitatief goede soldermask-laag aan te brengen. Deze PCB’s voldoen niet aan industrie-standaarden, waardoor bedrijven deze methode niet gebruiken. Dit project richt zich op de ontwikkeling van een methode voor additive manufacturing, zoals inkjet-printing, van soldermask op PCB's, zodat ze voldoen aan industrie-standaarden. Additive manufacturing wordt digitaal gestuurd dus maakt snelle ontwerpwijzigingen mogelijk en materiaal wordt alleen aangebracht waar nodig. Dit minimaliseert verspilling, verlaagt opstartkosten en maakt in-house productie van prototype-PCB’s geschikt voor professioneel gebruik. Een eenjarig verkennend onderzoek is nodig om technische uitdagingen en eisen voor het aanbrengen van een soldermask-laag te begrijpen en een prototype te ontwikkelen als proof-of-concept. Wanneer deze technologie wordt ontwikkeld, zal in-house PCB-productie bijdragen aan sneller, beter en verantwoord ontwerpen van elektronica. Dit projectvoorstel past binnen het innovatiedomein Smart Industry door de focus op flexibele en duurzame productie van prototype-PCB's. Het draagt bij aan technologieontwikkeling en heeft een duidelijke maatschappelijke impact. Daarnaast sluit het aan bij innovatiedomeinen Mechatronics en Optomechatronics en sleutel technologieën Advanced Materials en Engineering and fabrication technologies, wat de relevantie verder onderstreept.
Hoe kun je een koper stimuleren om niet perse de -op het eerste gezicht- goedkoopste machine of equipment aan te schaffen, maar ook te kijken naar lange termijn waardebehoud en duurzaamheid? Of andersom, hoe vergelijk je aanbod van leveranciers op een mix van criteria waaronder emissies, maar ook het lange-termijn kostenplaatje? Dit project richt zich op mkb-bedrijven in de metaal- en maakindustrie, waar veel ‘kritieke grondstoffen’ bespaard kunnen worden als er ook naar refurbish, remanufacturing en product-as-a-service gekeken wordt op het moment dat een machine vervangen moet worden. Er zal onderzocht worden in hoeverre goed gepresenteerde en samenhangende informatie over ecologische en economische duurzaamheid kan helpen bij het maken van zulke keuzes. Deze informatie wordt gepresenteerd in een beslissingsondersteunende tool. De tool moet inzicht geven over zg. Total Cost of Ownership (TCO), in plaats van enkel de aanschafprijs, en in de eco-impact van verschillende alternatieven. Eco-impact wordt vaak bepaald d.m.v. een zg. Life Cycle Analysis (LCA), waarin de levenscyclus van een product of dienst bekeken wordt van ‘wieg tot graf’. De TCO brengt juist de financiële aspecten (investering, beheer, onderhoud, ‘end-of-life’) over de levensduur in kaart. Maar het komen tot vergelijkbare LCA/TCO berekeningen vraagt afspraken over uitgangspunten en presentatiemethoden in een keten. In het project worden bestaande (reken)methoden op een vernieuwende wijze gecombineerd worden en in co-creatie geschikt gemaakt worden voor sales engineers en inkopers uit het werkveld. Het ontwerpgerichte onderzoek naar bruikbare presentatiemethoden en het mogelijke effect op aankoopgedrag zal vooral plaatsvinden met behulp van zg. ‘mockups’ waarmee de functionaliteit en interface van de tool iteratief getest wordt. Het eindresultaat is een advies over hoe te komen tot implementatie van de methode door de betrokken partijen. Het project kan zo bijdragen aan het introduceren van nieuwe circulaire business modellen in deze sector.
Inkopers van overheden en bedrijven leggen steeds meer nadruk op duurzaamheid. Meer dan 160 overheden hebben het Manifest Verantwoord Inkoop (MVI) ondertekend én hebben doelstellingen ten aanzien van biobased producten, om een lagere CO2-footprint te realiseren. De jaarlijkse inkoop van de overheid bedraagt circa 70 miljard euro, maar het aandeel van biobased daarin is zeer laag (2-5%). Met afstand het meest genoemd in een inventarisatie naar de belemmeringen is het ontbreken van een overzicht van beschikbare producten en materialen. Overheidsinkopers vragen zich af hoe zij de vertaalslag kunnen maken tussen organisatie brede duurzaamheidsdoelstellingen en inkoop op productniveau. Er zijn al meerdere online databases te vinden, maar deze bieden niet de gevraagde oplossing. De kwaliteit is onvoldoende, ze zijn te specifiek gericht op één categorie of niet toegesneden op de Nederlandse markt. Vaak is de database eenmalig ingevuld en ontbreekt het aan continuïteit. Er zijn ook geen duidelijke criteria gesteld voor het aanbod dat de klant helpt met de keuze. In het Biopro project wordt de opzet voor een betrouwbare database gedefinieerd. Performis BV, Circulair Biobased Delta, Avans en Hanze Hogeschool gaan de gevraagde database opzetten. Een belangrijke stap in het project is de definitie van de duurzaamheidscriteria waar producten moeten voldoen om vermeld te worden in een biobased database. Lectoren Jappe de Best (Avans Hogeschool) en Rob van Haren (Hanze Hogeschool) gaan duurzaamheidscriteria valideren, samen met de gebruikers van de biobased database. Stakeholders zijn inkopers en producenten. Bovendien wordt een organisatie ontwikkeld voor borging van de actualiteit van de producten en duurzaamheidskenmerken, zodat de database informatie actueel, betrouwbaar en toekomstbestendig is en blijft. Zo krijgen inkopers in één oogopslag een indruk van de beschikbaarheid van producten in een bepaalde categorie en kunnen zij aan de hand daarvan richting geven aan hun wensen en eisen.