Geen samenvatting beschikbaar
Lector Marco Snoek heeft een belangrijke bijdrage geleverd aan de publicatie ‘Shaping career-long perspectives on teaching’. Deze ‘Guide on policies to improve initial teacher education’ is onlangs gepubliceerd door de Europese Commissie. De guide omvat handreikingen die het resultaat zijn van het werk van de Working Group Schools van de Europese Commissie. De publicatie gaat in op de rol van leraren en hoe leraren in die rol ondersteund kunnen worden door een structuur voor het beroep, die gericht is op een leven lang leren en op samenwerkend leren. Het realiseren van een dergelijke structuur vraagt een nauwe samenwerking van de verschillende stakeholders: ministeries, leraren en schoolleiders. In de Working Group Schools bogen vertegenwoordigers van de verschillende lidstaten zich over de vraag hoe beleid van overheden het continuum van het beroep (de samenhang tussen de lerarenopleiding, de eerste fase van de beroepsuitoefening en de verdere loopbaan van leraren) kan versterken, welke bijdrage leeromgevingen die gericht zijn op samenwerkend leren tussen professionals daar aan kunnen leveren en wat dit vraagt van beleid en van de samenwerking tussen stakeholders bij het ontwikkelen van dit beleid. Marco Snoek vertegenwoordigde daarbij het Nederlandse Ministerie van Onderwijs. De verschillende inzichten die ontstonden op basis van uitwisseling van beleidsaanpakken in verschillende landen zijn vertaald naar aanbevelingen voor beleid. In een TEDlike talk die Marco Snoek op het Europese Education, Training and Youth Forum in Brussels op maandag 19 oktober verzorgde, gaat hij in op de hoofdpunten van de publicatie. Zie: www.vimeo.com/144635675
MULTIFILE
Leerlingen in het beroepsonderwijs staan voor de taak ergens goed in te worden en hun scholen moeten hen daarbij helpen. Vanuit het lectoraat Didactiek van het beroepsonderwijs wordt gezocht naar antwoorden op vragen m.b.t. processen van competentie- en arbeidsidentiteitsontwikkeling bij leerlingen, processen van competentieontwikkeling en kenmerken van krachtige en competentiegerichte leeromgevingen.
Het project ‘Makers in Verandering’ (Makers for Change) is erop gericht interdisciplinaire werkwijzen te onderzoeken en te ontwikkelen. De kunstdocent van de toekomst ontwikkelt zich niet alleen als docent, maar is tevens een maker, een onderzoeker, en iemand die verandering teweegbrengt. Dit postdoc-project is niet bedoeld als een pleidooi voor het willekeurig combineren van die rollen, noch voor het verder ontmantelen van disciplines, maar wil een doordachte en eigen positionering van de kunstdocent in opleiding ondersteunen, vanuit de visie dat een interdisciplinaire benadering daarin nodig is om betekenisgeving en sociale ontwikkeling te stimuleren. In tijden van onzekerheid, maatschappelijke onrust en wantrouwen jegens kennisinstituten, moeten we juist helder krijgen wat we in het tertiair onderwijs mogen verwachten van de educator, de maker, de onderzoeker en de veranderaar. De vraag is hoe deze rollen en competenties samen kunnen gaan en wat de ‘artist educator’ daarvoor nodig heeft. Onderwijs biedt de kritische ruimte waarin verandering vorm en betekenis kan krijgen, op weg naar een veerkrachtige samenleving. Ten eerste vraagt dit van de artist educator in opleiding een kritische, onderzoekende houding, met zicht op hoe kennis tot stand komt en getoetst kan worden. Ten tweede vraagt het om visie, om een maatschappelijke betrokkenheid en een strategie of tactiek om verandering en bewustzijn teweeg te kunnen brengen. Ten derde is de artist educator een maker, iemand die het maakproces, de verbeelding, inzet om maatschappelijke issues zichtbaar of ervaarbaar te maken. Deze drie komen samen in de houding en werkwijze. De opbrengst van het project ‘Makers in verandering’ zal een theoretische uitwerking zijn en een op praktijkonderzoek gestoelde basis voor interdisciplinair werken vanuit de verbinding van de genoemde vier rollen. Het instrument dat hieruit ontstaat helpt studenten en docenten om zich te positioneren. Zicht op het onderscheid tussen disciplines en domeinen, maakt een zinvolle verbinding mogelijk.
De Hogeschool van Amsterdam (HvA), Hogeschool Rotterdam (HR), Hogeschool Utrecht (HU) en de kernpartners Gemeenten Amsterdam en Rotterdam, Provincies Zuid-Holland en Utrecht, Cupola XS, Media Perspectives en CGI, hebben de ambitie om de komende acht jaar een krachtige onderzoeksgroep op te bouwen die regionaal en nationaal wordt (h)erkend als hét centrum voor praktijkgericht onderzoek op het gebied van Responsible Applied AI. Deze SPRONG-groep bouwt voort op bestaande onderzoeksgroepen met complementaire expertise van het Centre of Expertise Applied Artificial Intelligence van de HvA, het Datalab: Livinglab voor AI & Ethiek van HR en het Kenniscentrum Digital Business & Media van de HU. Responsible Applied AI methodologie Huidig AI-onderzoek is veelal fundamenteel en op de technologie gericht en voorziet daarmee tot nu toe nauwelijks in antwoorden op vragen hoe AI op een verantwoorde wijze te implementeren. De SPRONG-groep verricht onderzoek naar verantwoorde AI oplossingen voor bedrijven en instellingen. Met de onderzoekservaringen en resultaten heeft de SPRONG-groep vervolgens het doel om een Responsible Applied AI methodologie te ontwikkelen die helpt om AI oplossingen te ontwerpen, ontwikkelen en implementeren. Co-creatie in hybride leeromgevingen Om deze methodologie te ontwikkelen, is kennisopbouw en -deling nodig die onderzoekers samen ontwikkelen met de beroepspraktijk. Startpunt is daarom de (door)ontwikkeling van drie hybride leeromgevingen rondom de toepassingsgebieden Retail, Zakelijke dienstverlening en Media, waarin ontwerpers, AI-ontwikkelaars, probleemeigenaren, eindgebruikers, onderzoekers en studenten samen optrekken. Gedurende het SPRONG-programma wordt het aantal toepassingsgebieden uitgebreid en waar mogelijk nationaal opgeschaald. Aan iedere leeromgeving zijn specifieke opleidingen en praktijkpartners verbonden die meedenken over het programma. Doel is om vanuit de infrastructuur van de leeromgeving praktische tools, instrumenten, onderwijs en trainingen te ontwikkelen die breed inzetbaar zijn. Ondersteunende infrastructuur Centraal wordt een ondersteunende infrastructuur doorontwikkeld, waaronder processen en voorzieningen voor data-management en strategisch personeelsmanagement, een IT-Infrastructuur, trainingen en een impact-model.
Het Centre of Expertise Groen is een Sprong-groep van de vier toonaangevende groene hogescholen: Aeres, HAS green academy, Van Hall Larenstein en Inholland. Als onderzoekscoalitie van de groene sector verbindt CoE Groen praktijkgericht onderzoek met onderwijs, beleid en de beroepspraktijk om complexe maatschappelijke uitdagingen in het groene domein aan te pakken en duurzame innovaties te bevorderen. In de periode 2025-2028 richt CoE Groen zich op drie transitielijnen: • Gezonde en duurzame voeding en voedselproductie • Gezonde en veerkrachtige leefomgeving voor mens, dier en natuur • Duurzaam innoveren, leren en ontwikkelen in transities CoE Groen zet in op het versterken van netwerkvorming, het stimuleren van transdisciplinaire samenwerking en het bevorderen van kennisdeling. De komende jaren verschuift de focus van het opbouwen van onderzoeksinfrastructuur naar het vergroten van impact vanuit het groene domein. CoE Groen vervult hierbij meerdere cruciale rollen: • Visievormer en -bewaker van praktijkgericht onderzoek in het groene domein • Operationele aanjager en uitvoerder van onderzoeksprojecten • Verbindingspunt voor kennis en implementatiestrategieën • Aanjager van samenwerkingsprocessen en kennisvertaling naar partners en onderwijs Door actief bij te dragen aan beleidsontwikkeling, innovatieagenda's en Nationaal Groeifonds-programma's, positioneert CoE Groen zich als onmisbare schakel in de groene kennisinfrastructuur. Het streven is de kloof tussen onderzoek, onderwijs en praktijk te overbruggen door het versterken van de agenderende rol, het intensiveren van cross-sectorale verbindingen, het ontwikkelen van innovatieve leeromgevingen en het vergroten van kennisleiderschap op kernthema’s door lectoren. Onze ambitie is groot. Over 4 jaar zijn we niet klaar. De integrale inzet van praktijkgericht onderzoek, cross-sectorale-, regionale- en internationale groei van onderzoeksprojecten, ondernemerschap en digitalisering verdienen blijvend onze aandacht. Wij streven naar verdere ontwikkeling, uitbouw en impact van praktijkgericht onderzoek. Als onderzoekscoalitie van de groene sector spelen we een cruciale rol bij het oplossen van maatschappelijke vraagstukken en het stimuleren van innovatie vanuit het groene domein.