DOEL. De laatste jaren zijn er nieuwe vormen van praktijkleren ontwikkeld binnen verpleegkundige opleidingen. Het doel van deze studie is onderzoeken of stage lopen binnen een krachtige leeromgeving leidt tot een sterkere ontwikkeling van ervaren self-efficacy bij hbo-verpleegkundestudenten dan stage lopen in een reguliere omgeving. METHODE. Een quasi experimenteel design (non-equivalent pretest-posttest control group) is toegepast, waarbij gebruik is gemaakt van de General Self Efficacy scale (GSE). De populatie bestaat uit hbo-v-stagiaires (n = 109 meting 1, n = 92 meting 2). Respondenten zijn onderverdeeld in studenten stage lopend binnen krachtige leeromgevingen en studenten stage lopend binnen reguliere stageomgevingen. Verschilscores op de GSE zijn voor beide groepen getoetst op significantie via t-toetsen. RESULTAAT. Studenten binnen krachtige leeromgevingen vertonen als totale groep en gedifferentieerd naar stage-ervaring op meer items van de GSE significante toename dan studenten binnen reguliere stageomgevingen. CONCLUSIE EN DISCUSSIE. Stage lopen binnen een krachtige leeromgeving lijkt in grotere mate bij te dragen aan de ontwikkeling van ervaren self-efficacy van hbo-verpleegkundestudenten. Het meten van self-efficacy binnen leeromgevingen is een aanvulling op bestaande uitkomstmaten voor het meten van effecten voor studenten. Verder onderzoek naar de relatie tussen de bronnen van self-efficacy en krachtige leeromgevingen binnen verpleegkundige opleidingen wordt aanbevolen.
DOCUMENT
In dit paper wordt er gekeken naar de methodologische kwaliteit van de vragenlijst 'Krachtige leeromgevingen in het beroepsonderwijs' wanneer deze wordt ingezet in het vmbo en mbo. De vragenlijst werd voorgelegd aan verschillende respondenten, uit wiens antwoorden bleek dat vastgesteld kan worden dat de interne en constructvaliditeit van de vragenlijst in beperkte mate in orde zijn en dat de conclusies die op basis van de vragenlijst getrokken worden overeenkomen met verzamelde kwalitatieve gegevens.
DOCUMENT
In het middelbaar beroepsonderwijs worden hybride leeromgevingen, waarin de contexten van school en werk worden geïntegreerd, gezien als een veelbelovende manier om onderwijs en praktijk beter op elkaar aan te laten sluiten. Er is weinig bekend over het duurzaam ontwerpen van deze integratieve leeromgevingen binnen een mbo-instelling als geheel, waarbij het gaat om leeromgevingen van verschillende sectoren. In deze meervoudige, tweejarige case study zijn 45 integratieve leeromgevingen op de grens van school en werk, verspreid over zes sectoren binnen één onderwijsinstelling in kaart gebracht. Deze leeromgevingen zijn in focusgroepen geanalyseerd op 1) waar zij zich bevinden op de dimensie school-werk, 2) de ontwerpkenmerken inhoudelijk, sociaal, temporeel, instrumenteel en ruimtelijk, en 3) bevorderende en belemmerende factoren bij het ontwerpen en uitvoeren van integratieve leeromgevingen. Dit onderzoek geeft inzicht in hoe deze leeromgevingen zijn ontworpen en welke factoren daarbij van belang zijn. Integratief samenwerken met het werkveld blijkt in alle sectoren mogelijk. De ontwerpkenmerken inhoudelijk, sociaal en ruimtelijk worden vaker als integratief ervaren dan het ontwerpkenmerk temporeel. Vanuit het temporele perspectief blijken vooral kaders van school leidend en komen daarmee naar voren als een belangrijke factor in het succesvol opschalen en verduurzamen van leeromgevingen.
MULTIFILE
Deze publicatie gaat over de problematische aard van de transitie van het onderwijs naar de werkplek. Een soepele overgang tussen onderwijs en de werkplek vereist dat lerenden een geïntegreerde kennisbasis ontwikkelen, maar de ontwikkeling daarvan is vaak problematisch omdat de meeste opleidingen kennis en ervaringen versnipperd aanbieden, verdeeld over verschillende vakken, modules en stageervaringen. Om dit probleem te ondervangen stellen wij een ontwerpaanpak voor waarbij de focus verschuift van alleen de individuele deelnemer naar de leeromgeving als geheel. In het bredere concept van leeromgevingen is er ruimte om horizontale verbindingen te leggen tussen de school en de werkplek.
DOCUMENT
Leerlingen in het beroepsonderwijs staan voor de taak ergens goed in te worden en hun scholen moeten hen daarbij helpen. Vanuit het lectoraat Didactiek van het beroepsonderwijs wordt gezocht naar antwoorden op vragen m.b.t. processen van competentie- en arbeidsidentiteitsontwikkeling bij leerlingen, processen van competentieontwikkeling en kenmerken van krachtige en competentiegerichte leeromgevingen.
DOCUMENT
Er wordt flink geëxperimenteerd met nieuwe manieren van lesgeven in het vmbo. Tijd om eens te kijken naar de stand van zaken. In hoeverre is er sprake van competentiegericht onderwijs op vmbo-scholen? Welke invloed hebben de vernieuwingen op de leerresultaten van leerlingen? Er valt nog het een en ander te verbeteren, zo blijkt uit de resultaten van een promotieonderzoek.
DOCUMENT
Een leertheoretische visie dient als fundament voor het vormgeven aan krachtige leeromgevingen. Componenten van leerprocessen en het onderscheid tussen extern gestuurd leren, zelfgestuurd leren en ervaringsleren worden besproken. In de leerpsychologie en in de praktijk verschuift de aandacht naar de laatste twee. Leerlingen verschillen in de leerstrategiekn die ze hanteren en de voorkeuren die ze bij het leren hebben (leerstijlen). Kenmerken en kwaliteitscriteria van krachtige leeromgevingen worden ontleend aan leerpsychologische inzichten in ervaringsleren en zelfgestuurd leren. De conclusie is dat in het (beroeps)onderwijs een verschuiving van onderwijzen naar het vormgeven van leeromgevingen gewenst is.
DOCUMENT
Docenten bewegen zich in toenemende mate tussen werkveld en school in zogenoemde hybride leeromgevingen. Echter, deze verandering in de rol van ‘klassieke’ docent naar hybride docent gaat niet vanzelf. Het vraagt aanpassingen in samenwerkingsen didactische vaardigheden en in rollen. In dit artikel worden ervaringen gedeeld, opgedaan in twee en een half jaar implementatie van hybride leeromgevingen, en worden aanbevelingen gedaan aan docenten en organisaties over de begeleiding van docenten. De kernboodschap is: werken in een hybride omgeving is anders werken. School en werkveld: twee aparte werelden ‘Het gaat heel anders in de praktijk’ is een regelmatig terugkerende uitspraak van studenten in zorgopleidingen. Studenten lijken school en werkveld als twee aparte werelden te beleven. Onderwijs- en zorginstellingen erkennen deze ervaringen en zijn op zoek naar een betere afstemming tussen de beroepspraktijk en het werkveld. De laatste tien jaar is een toenemende aandacht voor hybride leeromgevingen te zien.
LINK
Het verweven van formele en informele vormen van leren in zogenaamde ‘hybride leeromgevingen’ in het beroepsonderwijs laat zien hoe de vakmensen van morgen kunnen worden opgeleid. In dit artikel een verrassend perspectief: wat kunnen HRD-professionals leren van deze systematische aanpak?
DOCUMENT