Kunststudenten en mensen op hoge leeftijd, ze blijken steeds weer een mooie combinatie. Of we de studenten nu vragen om ‘iets te doen’ met een onbenutte open ruimte in Verpleegtehuis de Zonnehuis, of te werken met foto’s van vroeger in Oosterparkheem, of mensen met dementie te portretteren in een gesloten afdeling van een zorginstelling. Iedere keer opnieuw word ik getroffen door de open wijze waarop ze de relatie met de oudere mens vormgeven. Maar dat is niet het enige. De kunststudenten slagen er niet alleen in om van het artistieke proces een proces van ontmoeten en wederkerigheid te maken, zij slagen er ook in om op basis van deze uitwisseling nieuwe perspectieven naar boven te halen. Hoe komt dat?
LINK
Ik zie, ik zie wat jij niet zietStudenten van Academie Minerva portretteerden mensen met dementie op een gesloten afdeling van zorginstelling ZINN (De Brink) en Dignis (’t Blauwbörgje) in Groningen. Drie maanden lang schetsen kunststudenten wekelijks hun bijzondere modellen.De portretten zijn het gevolg van een ontmoeting tussen mensen via beeld. Ze zijn ontstaan door contact te maken, te observeren, de ander in de ogen te kijken en echt te luisteren. De expositie biedt een blik in de verwarrende wereld van dementie, door de ogen van de kunststudent. Voor de deelnemende studenten leverde het werken in de sociale context van mensen met dementie een nieuwe dimensie aan hun kunstenaarschap. Te zien zijn zowel de portretten van mensen met dementie, als een film waarin studenten getuigen van hun artistieke zoektocht. De portretten zijn tegelijkertijd talking pieces die de impact van dementie meer zichtbaar en bespreekbaar maken.Het artistieke proces binnen deze sociale context wordt gemonitord en onderzocht door het lectoraat Image in Context. Het is een zowel een onderwijs als een onderzoeksproject, waarbij beeldend kunstenaar en Minerva-docent Herman van Hoogdalem en lector Dr. Anke Coumans onderzoeken wat het voor een kunstenaar betekent om de dementerende medemens te portretteren.(zaaltekst)
MULTIFILE
Half november was er in Academie Minerva een door mij gecureerde tentoonstelling We, people in transition, waar een selectie van de projecten die het lectoraat Image in Context uitvoerde getoond werden. In het project Ik zie ik zie portretteren kunststudenten mensen met dementie in een gesloten inrichting. In Anders Belicht fotograferen studenten van Academie Minerva samen met personeelsleden de fysieke omgeving van bewoners van ’t Blauwbörgje (Dignis). In Parallel Portraits worden oudere mensen tegelijkertijd in beeld gebracht hier in Groningen en in het Oost-Afrikaanse Oeganda. In deze blog wil ik nader ingaan op de betekenis van de titel van de tentoonstelling We, people in transition.
LINK
Laten Zien Laten zien toont de visuele output van een ontmoeting tussen studenten van Academie Minerva, studenten Sociale Geografie van de Rijksuniversiteit Groningen en jongeren met niet aangeboren hersenletsel (cliënten van De Noorderbrug). In teams werd fotografisch beeld ingezet om elkaars leefwereld te leren kennen, om zo aspecten van het leven van de Noorderbrugcliënten zichtbaar en bespreekbaar te maken. Locaties werden bezocht die voor ieder van hen belangrijk zijn; bijvoorbeeld het huis, de favoriete kroeg en de werkplek.Het resulteerde in werk dat zo divers is als de deelnemers zelf en verwijst naar gedeelde interesses en belangrijke verschillen. Zo toont een video de communicatieve uitdagingen tussen de leden van de groep. Foto’s en schilderijen laten verschillende manieren van ervaren zien. En worden persoonlijkheden geprojecteerd, gebruik makend van de visuele beeldtaal van (James Bond) film posters. Het project is begeleid door fotograaf en PhD onderzoeker Andrea Stultiens (Academie Minerva) en sociaal geograaf Bettina van Hoven (RUG). Teams: - Charlotte de Haas (RUG), Roland van Arnhem (DN), Wytse de Jong (AM)- Ingrid Zijlema (AM), Max Spanninga (DN), Foekje van Schoot (RUG) - Bernadet Kruidhof (AM), Daan Vegter (RUG), Hannah den Besten (AM), Jenneke Blijdorp (DN), Rik Meendering (RUG), Stephan Pijl (DN)
LINK
Rapportage van een Offcourse voor kunststudenten waarbij onderzocht is hoe studenten zich kunnen binden met een onbekend landschap en welke bijdrage vervilte wol hierbij kan leveren. Uit de evaluatie blijkt dat studenten gewerkt hebben aan transitievaardigheden en zo gewerkt hebben aan hun innelijke duurzaamheid.
DOCUMENT
In het project Ik zie ik zie wat jij niet ziet worden mensen met dementie getekend door kunststudenten. In dit artikel wordt beargumenteerd waarom dit traject zich laat articuleren als een antropologisch artistiek onderzoeksproces waarin de tekening een ontmoeting in de tijd zichtbaar maakt. Aan de toeschouwer tonen de tekeningen niet wat dementie is, maar wat het kan zijn.
LINK
In het project 'Ik zie, ik zie..' is de dementerende medemens een verre ander voor de kunstenaarstudenten. Om deze verre ander te ontmoeten is het nodig in jezelf te graven; vanzelfsprekendheden te ondervragen en de ander diep in de ogen te kijken. Waar ben je? Hoe kan ik je kennen en hoe kan jij mij kennen? De aanwezigheid van pen en papier, en het alibi van het portret creëerde een rustige context waarin de ontmoeting zich in de tijd kon ontvouwen en waarin het beeldende zijn plaats kon innemen. Ontmoeten werd ont-moeten. Mijn belangrijkste vraag was: Wat is portretteren in de context van deze ontmoeting met de verre ander? De kunststudenten lieten het mij met een vanzelfsprekende openhartigheid en eerlijkheid zien. De ander portretteren is ook jezelf portretteren, zoals je de ander nooit kan leren kennen zonder ook jezelf op het spel te zetten.
DOCUMENT
In recente jaren is er een groeiende erkenning van cross-overs tussen kunst en het zorg- en welzijnsdomein, waarbij transdisciplinaire samenwerkingen bijdragen aan complexe uitdagingen. In de bloei van cross-overs tussen kunst, zorg en welzijn, ontbreekt momenteel een systematische verkenning van hun impact en uitdagingen binnen het Nederlandse onderwijs. Deze scoping reviewonderzoekt hoe kunst en zorg samenkomen in het onderwijs, welke meerwaarde dat biedt en welke uitdagingen moeten worden overwonnen. De studie inventariseert en categoriseert 50 educatieve praktijken, variërend van kunstinterventies in zorginstellingen tot transdisciplinaire minoren en hybride leeromgevingen. Uit de resultaten blijkt dat dergelijke cross-overs een meerwaarde kunnen hebben voor zowel studenten van gezondheidsstudies als kunststudenten door het bevorderen van empathie, samenwerking en reflectie, en de bevordering van vaardigheden zoals communicatie, creatieve probleembenadering en kritisch denken. Tegelijkertijd worden uitdagingen geïdentificeerd, waaronder beperkte zichtbaarheid van cross-overprojecten, het ontbreken van structurele inbeddingin curricula en een gemis aan wederkerigheid in samenwerkingen. De analyse toont aan dat kunstopleidingen sterk gefocust zijn op ervaringsleren, terwijl gezondheidsopleidingen vaak een meer functionele benadering volgen. Dit wijst op een behoefte aan meer gelijkwaardige en interprofessionele samenwerking. Het ontwikkelen van inzicht in het eigen en elkaars perspectief, en een gezamenlijke taal en infrastructuur is essentieel om barrières te overbruggen en duurzame cross-overeducatie te realiseren. Deze studie pleit voor meer ruimte in het onderwijs voor transdisciplinaire co-creatie en samenwerking met maatschappelijke partners.Deze review dient als basis voor de ontwikkeling van toekomstige educatieve praktijken op het snijvlak van kunst en gezondheid in het onderwijs. De inzichten in de review, alsook de input die verzameld wordt door de open oproep in deze review, kan bestaande educatieve praktijken versterken en nieuwe en duurzame initiatieven informeren in het groeiende educatieve veld van kunst en gezondheid
DOCUMENT
In beleidsnotities en publicaties in Nederland komt men de laatste jaren regelmatig de stelling tegen dat van het kunstonderwijs verwacht mag worden dat het haar studenten equipeert op hun toekomstige rol als cultureel ondernemer. Deze publicatie doet verslag van een onderzoek naar de relatie tussen cultureel ondernemerschap en het kunstonderwijs. Allereerst gaat de tekst in op de definitie van cultureel ondernemerschap en op de kwaliteiten ofwel competenties waar een cultureel ondernemer over dient te beschikken. Vervolgens staat de auteur stil bij de (vermeende) risico's van dit fenomeen. Als laatste komt de vraag aan de orde of en hoe het kunstonderwijs aandacht kan besteden aan dit onderwerp. De eindconclusie van dit onderzoek luidt: "Ze kunnen beter als Rapunzel hun vlecht uit het torenraam hangen om Prins Fortuin een handje te helpen dan lijdzaam wachten tot het lot hen gunstig gezind is." Het boek is bedoeld voor studenten en docenten van Kunstvakopleidingen, zoals conservatoria en academies voor beeldende vorming, drama, dans, circus en popmuziek, die meer over het onderwerp cultureel ondernemerschap willen weten. Het is geschreven in opdracht van het lectoraat "Kunstpraktijk in de samenleving" van Fontys Hogeschool voor de Kunsten. Studenten en docenten van de verschillende academies leverden naast kunstenaars en cultureel ondernemers een bijdrage in het onderzoek.
MULTIFILE
Kunst kan in haar rijkheid en variëteit worden ingezet om een inclusieve samenleving te bevorderen. Maar hoe doe je dat? Want ook het werken met kunst kan mensen uitsluiten. In het onderzoek naar het project De Kunst van Delen is gezocht naar de do’s en don’t’s bij het inzetten van kunst door sociale en culturele professionals gericht op een inclusieve relatie tussen ouderen en jongeren in de stad Utrecht. Wat betekent dit voor het sociaal werk en de verdere professionalisering ervan?
LINK