Begin 2020 heeft de gemeente Den Haag aan De Haagse Hogeschool (Lectoraat Urban Ageing) gevraagd om samen met Hulsebosch Advies en AFEdemy een integrale monitor te ontwikkelen en uit te voeren waarbij, door middel van kwalitatieve en kwantitatieve methoden, onderzoek wordt gedaan naar de stand van zaken van Den Haag als seniorvriendelijke stad en tevens te kijken naar huidige trends aangaande ouderen. Tevens vroeg de gemeente om de ontwikkeling van een meetinstrument dat in de toekomst eenvoudig bij herhaling kan worden ingezet voor onderzoek: de standaard Age Friendly Cities and Communities Questionnaire (AFCCQ) voor ouderen1. In een stadsenquête en in zogenaamde stadsateliers zijn ouderen gevraagd naar hun bevindingen. In totaal hebben 393 Haagse ouderen meegedaan aan de enquête en 50 aan de stadsateliers. De aan de ouderen gestelde vragen gingen over de volgende acht onderwerpen die volgens de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) gezamenlijk de seniorvriendelijkheid van een stad bepalen: ●Huisvesting; ●Sociale participatie; ●Respect en sociale inclusie; ●Burgerschap en werkgelegenheid; ●Communicatie en informatie; ●Sociale en gezondheidsvoorzieningen; ●Buitenruimte en gebouwen; ●Transport; ● en aanvullend, een negende domein: Financiën. CC-BY NC ND https://www.dehaagsehogeschool.nl/onderzoek/lectoraten/details/urban-ageing#over-het-lectoraat
MULTIFILE
Deze rapportage omvat de evaluatie van de pilot Open Science Support Desk (OSSD). Het bemensen van de OSSD is een van de activiteiten die erop gericht zijn om de kwaliteit van het onderzoek dat uitgevoerd wordt in de faculteiten Gezondheid (FG), Bewegen, Sport en Voeding (FBSV) en Digitale Media en Creatieve Industrie (FDMCI) te ondersteunen in het kader van de SIA SPRONG subsidie Mensen in Beweging die in 2018 werd toegekend. Bij de OSSD kunnen Urban Vitality onderzoekers terecht voor individueel advies over kwantitatief en kwalitatief onderzoek, open science en over datamanagement. Deze evaluatie bestrijkt de pilotperiode tussen september 2019 en juni 2020. De evaluatie richt zich op:1. De mening van de gebruikers over de dienstverlening van OSSD;2. De motivatie van niet-gebruikers om geen gebruik te maken van OSSD;3. Het inventariseren van wensen van (potentiële) gebruikers voor OSSD diensten;4. Het geven van aanbevelingen voor de organisatie en toekomst van de OSSD diensten. GegevensverzamelingGegevens zijn verzameld m.b.v. twee verschillende vragenlijsten: Eén vragenlijst voor gebruikers van OSSD en één vragenlijst voor niet-gebruikers die wel tot de doelgroep horen.Daarnaast zijn gegevens gebruikt die in een excel databestand zijn bijgehouden over de dienstverlening, zoals aan wie waarover advies is gegeven en hoeveel tijd daaraan is besteed.ResultatenOSSD-gebruikers waren zeer tevreden over onze diensten en hoe deze werden geleverd. Iets minder hoog scoort de duidelijkheid van waarmee men bij de OSSD kan aankloppen. De onderzoekers die geen gebruik hadden gemaakt van de diensten van de OSSD wisten niet dat hij bestond, waarvoor ze bij de desk terecht kunnen, of hadden geen vragen. Een kanttekening is hierbij dat slechts een kwart van de niet-gebruikers de vragenlijst hebben ingevuld.Een meerderheid van de gebruikers en niet-gebruikers lijkt geïnteresseerd in deelname aan journal clubs, hulp bij literatuur zoeken en inloopspreekuren. Verder zijn onder OSSD-gebruikers de belangrijkste onderwerpen voor nieuwe dienstverlening journal clubs over statistiek, datavisualisatie, kwalitatieve analyse, kwalitatieve onderzoeksmethoden, kwantitatieve methoden en open science-tools. De belangrijkste taken voor de OSSD zijn volgens zowel gebruikers als niet-gebruikers advies, co-auteurschap en (data-) analytische ondersteuning. Conclusie De OSSD is geraadpleegd door ongeveer de helft van de potentiële gebruikers. De onderzoekers die advies hebben gekregen zijn (zeer) tevreden over de inhoud van de adviezen en over andere aspecten van de dienstverlening, zoals snelheid van reageren op vragen en de sfeer waarin de consultaties werden uitgevoerd. Daarnaast bestaat er een relatief grote groep die geen gebruik heeft gemaakt van de OSSD. De belangrijkste reden voor het niet gebruiken van de desk lijkt onbekendheid. Dit heeft mogelijk te maken met de huidige onduidelijke positie en inbedding van de OSSD. Aanbevelingen1. Formaliseer de OSSD binnen het Urban Vitality Center of Expertise (UV) of op faculteitsniveau2. Stroomlijn de rol van de OSSD in de procedures voorafgaand aan en na toekenning van subsidie en stem deze af met IXA3. Neem de 14 Open Science principes op in het UV-beleid4. Zorg er (middels beleid) voor dat de OSSD in een vroeg stadium bij nieuwe onderzoeksvoorstellen betrokken wordt5. Vervul tijdig de vacature die ontstaat voor een kwalitatief methodoloog6. Formaliseer de posities van privacy officer en informatiespecialist binnen OSSD7. Maak glashelder welke lectoraten de OSSD bedient8. Maak bij een promotieproject duidelijk welke verantwoordelijkheden liggen bij de verschillende instellingen die bij de promotie betrokken zijn9. Maak een toegankelijk content management systeem om inzicht te hebben in en te kunnen leren van lopend onderzoek10. Bespreek dit rapport en de aanbevelingen in de stuurgroepen van MiB en van UV en in het management van FG, FBSV en FDMCI.
DOCUMENT
Hoe ontwikkel je op een succesvolle manier technologie voor ondersteuning van de verpleegkundige waardoor er meer tijd is voor de patiënt? Slechts 30% van de technologieën die ontwikkeld worden voor ondersteuning, is succesvol ingevoerd. Dat moet anders.Doel Hoe kun je technologie, die verpleegkundigen ondersteunt in hun werk, zo ontwerpen dat deze ook echt gebruikt wordt? Verpleegkundigen besteden een derde van hun werk direct aan de patiënt, de rest aan zaken als registratie, administratie en logistiek. Slechts 30% van de technologieën die ontwikkeld worden om daar verandering in te brengen, is succesvol ingevoerd. Dit percentage is zo laag doordat innovatie, het werk van verpleegkundigen en bestaande (informatie)systemen niet op elkaar aansluiten. Idealiter worden deze aspecten bij elkaar gebracht in één gezamenlijke aanpak, die tot op heden ontbreekt. Het UMC Utrecht benaderde Hogeschool Utrecht met dit vraagstuk. Looptijd 01 juli 2018 - 30 juni 2021 Aanpak We combineren onderzoeksmethoden uit de wereld van co-design, procesanalyse en systemisch ontwerp. Co-design: samen met de eindgebruiker (=verpleegkundige) ontwerpen: de eindgebruiker weet het best waar hij/zij behoefte aan heeft en op welke manier een technologie aansluit op het werkproces; Procesanalyse: hoe lopen de processen van verbeteridee van een verpleegkundige tot eventuele uitvoer nu in het ziekenhuis en hoe kunnen die worden verbeterd? Systemisch: hoe ontwerp je op zo'n manier dat het ook in de hele organisatie (ziekenhuis) kan worden ingebed, wie moeten allemaal worden betrokken en wat gaat er veranderen door de innovatie? Op verschillende verpleegafdelingen van het UMC Utrecht en het Sint Antonius Ziekenhuis werken we samen met verpleegkundigen via bovenstaande methoden. Samen met hen zoeken we naar aanknopingspunten om de hoeveelheid werk te verlagen. Vervolgens gaan we met de verpleegkundigen een aantal vernieuwingen ontwerpen en testen. Verpleegkundigen spelen een belangrijke rol bij het ontwerpproces. Dit levert naar verwachting twee of drie arbeidsbesparende producten en/of diensten op, zoals een slim verpleegkundig oproepsysteem. Ook schrijven we een aanvulling op het opleidingsprofiel voor de verpleegkundige in 2020 van de Beroepsvereniging Verpleegkundigen & Verzorgenden Nederland. Verpleegkundigen gebruiken niet alleen technologie, maar dragen er ook aan bij om het te verbeteren. Resultaten Het driejarige onderzoek COUNT is in juni 2021 afgerond. Door het combineren van onderzoeksmethoden van co-design, procesanalyse en systemisch ontwerp is op verschillende verpleegafdelingen in het UMCU en het St. Antonius Ziekenhuis met verpleegkundigen gezocht naar aangrijpingspunten in het verpleegkundig werkproces voor het verlagen van de werklast. Vervolgens is een aantal innovaties (her)ontworpen en getest. Het intensief in het ontwerpproces betrekken van verpleegkundigen heeft toepasbare en ‘gedragen’ arbeidsbesparende producten en/of diensten opgeleverd (zie: Inzet van technologie en Verbeteren van werkprocessen). Het selecteren, (door)ontwikkelen, combineren, toepassen en volgen van diverse methodes bij het ontwikkelen van de arbeidsbesparende producten en/of diensten heeft geresulteerd in een integrale ontwerpaanpak voor verpleegkundige innovaties, bedoeld voor ontwerpers in de zorg (zie: Co-design met verpleegkundigen). Ook is een aanvulling gemaakt op het beroepsprofiel voor de verpleegkundige in 2020 van Verpleegkundigen & Verzorgenden Nederland dat stelt dat verpleegkundigen niet alleen technologie moeten kunnen gebruiken maar ook bij moeten kunnen dragen aan het verbeteren ervan (zie: Leren innoveren). Publicatie van competenties In deze uitgave vindt het complete overzicht van benodigde competenties voor verpleegkundigen en ICT’ers (hieronder ook te downloaden). De beide kwalitatieve studies, waar de competenties op gebaseerd zijn, zullen binnenkort worden ingediend bij een wetenschappelijk tijdschrift. COUNT_2021_Competenties_Bruggenbouwers_Zorg_Technologie
Kennisnetwerken in het Nederlandse onderwijsveld zijn door formalisering en schaalvergroting aan een nieuwe fase begonnen. In dit project wordt kennis over de effectiviteit van deze formele netwerken hertaald naar de huidige situatie.
Kennisnetwerken in het Nederlandse onderwijsveld zijn door formalisering en schaalvergroting aan een nieuwe fase begonnen. In dit project wordt kennis over de effectiviteit van deze formele netwerken hertaald naar de huidige situatie.Doel Kennisnetwerken in het Nederlandse onderwijsveld richten zich op de ontwikkeling van onderwijsprofessionals en -organisaties. Het zijn geneste systemen met een collectieve verantwoordelijkheid voor organisatie-overstijgende onderwijsvraagstukken. Dit onderzoek brengt voor 12 regionale kennisnetwerken in kaart hoe zij als complex systeem functioneren, wat de opbrengsten zijn en onder welke omstandigheden die zich voordoen. Doel is ontwerprichtlijnen voor optimale, duurzame processen van kennisontwikkeling, -deling en -benutting in regionale kennisnetwerken te formuleren. Het gaat hier om netwerken waarin scholen, kennisinstellingen en bedrijven plaatsnemen en samenwerken aan bijv. een duurzame onderzoekscultuur. Resultaten ontwerprichtlijnen voor optimale, duurzame processen van kennisontwikkeling, -deling en -benutting in regionale kennisnetwerken jaarlijkse reflectiesessies voor de kennisnetwerken leidraden voor de kennisnetwerken en de gehele onderwijspraktijk wetenschappelijke artikelen en bijdragen aan congressen Looptijd 01 juli 2023 - 31 december 2027 Aanpak We zetten verschillende elkaar aanvullende kwalitatieve en kwantitatieve onderzoeksmethoden in zoals sociaal netwerk vragenlijsten, (groeps-)interviews en document/productanalyses ten behoeve van within-case en cross-case analyses. Vanuit lectoraat Werken in Onderwijs voegen wij o.a. expertise toe over sociaal netwerk analyse.