De Hogeschool van Amsterdam doet al meer dan 10 jaar onderzoek naar het opladen van elektrische auto’s en de benodigde laadinfrastructuur. Een dynamische wereld waarin de ontwikkelingen heel snel zijn gegaan. Het onderzoek van de HvA is meegegroeid met deze wereld. Van AC tot DC en van plug-in hybride tot volledig elektrisch. In dit boek geven we een overzicht van de ontwikkelingen en de onderzoeksprojecten gedurende deze periode.
DOCUMENT
Elektrisch rijden staat aan de vooravond van een schaalsprong. De ambitie van zowel de Nederlandse overheid als internationale overheden is om binnen nu en 12 jaar alleen nog maar elektrische auto’s nieuw op de markt toe te laten. De elektrisch vervoer (EV) keten staat voor de grote uitdaging om deze schaalsprong op tijd met voldoende laadinfrastructuur te faciliteren. Nederlandse ketenpartners willen, net als de afgelopen jaren, koploper blijven op het gebied van EV-laadinfrastructuur en daarom goed voorbereid zijn op deze schaalsprong. De centrale praktijkvraag van de EV-ketenpartners is “Hoe kan de toekomstige laadbehoefte voor elektrische voertuigen in een snel groeiende markt met nieuwe gebruikersgroepen goed worden ingevuld?” Het doel van Future Charging is om bij te dragen aan de doorbraak van elektrisch rijden door kennis over de laadbehoefte van nieuwe gebruikersgroepen te ontwikkelen en toekomstig laadgedrag in een agent-based model te simuleren. Simulaties geven EV-ketenpartners concrete inzichten in effecten van toekomstscenario’s op het gebruik van laadinfrastructuur, de impact op het elektriciteitsnet en openbare ruimte. Deze kennis ondersteunt EV-ketenpartners bij de uitrol van toekomstbestendige laadinfrastructuur. In totaal brengt dit project 17 consortiumpartners bij elkaar waarmee de volledige EV-keten voor laadinfrastructuur vertegenwoordigd is: gemeenten, netbeheerders, laadpaal-exploitanten, energiebedrijven en gebruikers. De partners bieden hiermee een rijke praktijkomgeving waar continu kan worden geleerd over de veranderende laadbehoefte van verschillende gebruikersgroepen en in verschillende ruimtelijke settings: van grootstedelijk tot “laden in de regio”. Sinds 2014 beheert en monitort de Hogeschool van Amsterdam de laaddata voor G4/MRA-E. Meer dan 8,5 miljoen laadsessies zijn opgeslagen in een professioneel datawarehouse en middels beveiligde accounts toegankelijk voor onderzoek. Future Charging slaat de brug tussen theorie over laadbehoefte, laadgedrag en agent-based simuleren en de praktijk van laadinfrastructuur. Het resultaat is een praktisch toepasbaar simulatiemodel waarmee ontwerpstudies en praktijkcases worden doorgerekend.
“Gas op elektrisch” presenteert een onderzoek naar diensten voor zero emissie servicelogistiek. Servicelogistiek is het vervoer van personen, materiaal een materieel voor installatie- en onderhoudswerkzaamheden in woningen, kantoren, en de openbare ruimte. De Hogeschool van Amsterdam en Hogeschool van Arnhem en Nijmegen ontwikkelen samen met mkb-professionals in elektrisch vervoer (EV), servicebedrijven en brancheverenigingen nieuwe kennis over de voorwaarden en mogelijkheden van EV bij servicelogistiek. Het doel is om te komen tot nieuwe (gezamenlijke) diensten van het mkb door: • de ontwikkeling van nieuwe sectorspecifieke kennis over logistieke kenmerken, laadstrategieën en het adoptieproces van de servicemedewerker in de transitie naar EV. • de diensten van mkb-aanbieders van voertuigen, laadinfrastructuur en wagenparkbeheer te innoveren. Mkb-professionals vinden servicelogistiek een interessante markt voor elektrische voertuigen, wagenparkbeheer en laadoplossingen, maar hebben onvoldoende kennis van de logistieke afwegingen die deze bedrijven maken bij de transitie naar een zero emissie wagenpark. Bovendien biedt de individuele mkb-ondernemer slechts een deel van de oplossing terwijl er een combinatie van diensten nodig is om grote servicebedrijven te ondersteunen bij EV. Dit onderzoeksproject verbindt mkb-professionals onderling en met grote servicebedrijven om gezamenlijk nieuwe kennis te ontwikkelen voor passende diensten. De projectdeelnemers in ‘Gas op elektrisch”: 1. Analyseren de huidige situatie aan de hand van ritprofielen, interviews en energieverbruik. 2. Ontwerpen nieuwe concepten en interventies voor de inzet van (lichte) elektrische vrachtvoertuigen. 3. Evalueren nieuwe concepten en interventies met experimenten in de praktijk. 4. Valoriseren de kennis voor de ontwikkeling van nieuwe diensten van het mkb. Het project verzekert een sterke relatie met de praktijk, de wetenschap en het onderwijs door betrokkenheid van vier lectoraten, vijf opleidingen en twee brancheverenigingen. Het onderzoek kent een multidisciplinaire aanpak met aandacht voor logistieke processen, energievoorziening en de rol van de gebruiker. Hiermee versterkt het project professionals van nu en van de toekomst om de EV-koploperspositie van Nederlandse bedrijven te kunnen behouden.
Aanleiding: De elektrische auto wordt steeds populairder en er zijn inmiddels meer dan 5.000 openbare en 5.000 semiopenbare oplaadpunten in Nederland. Professionals bij gemeenten, energiebedrijven, laadpuntexploitanten en netbeheerders missen echter de instrumenten waarmee zij tot onderbouwde besluitvorming omtrent de plaatsing en het aantal laadpunten kunnen komen. De belangrijkste vragen die ze hebben, hebben betrekking op beschikbaarheid en gebruik van de laadinfrastructuur (effectiviteit van de infrastructuur), en het sluitend krijgen van de businesscase (kostenefficiëntie). Doelstelling Het project wil bijdragen aan een van de grote uitdagingen rond elektrisch rijden: het ontwikkelen van een effectieve en kostenefficiënte laadinfrastructuur, gedragen door een sluitende businesscase. Het onderzoek bestaat uit het iteratief ontwikkelen van wiskundige voorspel- en simulatiemodellen voor de uitrol en het gebruik van de laadinfrastructuur. De projectdeelnemers toetsen deze modellen in de praktijk met concrete interventies in door de consortiumpartners geboden proeftuinen. De voorspellingen en simulaties worden vervolgens toegankelijk gemaakt voor de professionals bij gemeenten en bedrijven. Studenten ontwikkelen daarvoor instrumenten zoals kennisdashboards en decision-supportsystemen. Overige deelnemers kunnen bij het project aanhaken door casussen in te brengen die de studenten uitwerken met behulp van een datagedreven productontwikkelingsproces. Beoogde resultaten Concrete resultaten van dit project zijn onder andere: " een set gevalideerde en generiek toepasbare voorspel- en simulatiemodellen; " 10 uitgevoerde casestudies waarin concrete simulaties worden uitgevoerd en adviezen voor ketenpartijen worden gedestilleerd; " minimaal 3 experimenten waarin concrete interventies zijn uitgevoerd en geëvalueerd; " 3 geteste (kennis)dashboards voor te selecteren partijen; " 3 gerealiseerde datagedreven producten/services; " 3 concrete en geteste decision-supportsystemen voor nader te selecteren ketenpartijen.