Ruimtevolk. De redacteurs van RUIMTEVOLK merkten onlangs op dat een langetermijnperspectief weer hoog op de politieke agenda staat. Zelfs de Miljoenennota schrijft dat ’de stad weer terug is’. Alweer? Al jaren lees en hoor je deze stelling. Hoe vernieuwend kan een nieuw lange termijn perspectief dan zijn? De ontwikkeling van een dymanische tijdlijn speelt beter in op de huidige werkelijkheid.
DOCUMENT
Het boek analyseert de lange termijn ruimtelijk-economische ontwikkeling van de luchthaven Schiphol en Schipholregio vanuit een historisch-institutioneel perspectief (van 1919-heden). Deze lange-termijn metamorfose van de luchthaven regio dient als voorbeeld voor het wereldwijd toenemen van stedelijkheid en de stedelijke ontwikkeling van metropolitane regio’s. De oorsprong en het verloop van de economische en stedelijke ontwikkelingsprocessen wordt bij wijze van onderzoek geïndentificeert en geanalyseerd, waarbij wordt uitgelegd welke collectieve arrangementen, met inachtneming van de omgevingsfactoren en visuele voorstellingen van de stad en diens stedelijkheid, van doorslaggevende invloed op de betreffende metamorfose zijn geweest.
LINK
De studies in dit proefschrift onderzochten cognitieve en emotionele factoren die een goede gewichtsuitkomst na bariatrische chirurgie bevorderen of belemmeren. Vrijwel alle variabelen, inclusief de psychologische, laten vóór operatie een veel slechtere toestand zien dan ná operatie. Dit wijst erop dat na bariatrische chirurgie niet alleen het gewicht en bijbehorende chronische ziekten verminderen, maar ook er ook een verbetering optreedt van het algemeen functioneren, de kwaliteit van leven en de cognities.Een uitgangspunt van dit proefschrift was dat handvatten om de gewichtsuitkomst van bariatrische chirurgie te verbeteren gevonden konden worden door het bestuderen van cognities en emotionele factoren die eetgedrag van de patiënten beïnvloeden. De psychologische aspecten, zelfregulatie cognities, uitkomstverwachtingen en tevredenheid met de operatie blijken echter geen voorspellers voor de korte en lange termijn gewichtsuitkomsten na bariatrische chirurgie, terwijl ze dat wel zijn bij patiënten met overgewicht en obesitas die een niet-operatieve behandeling ondergaan. De enige voorspeller voor meer gewichtsverlies op de lange termijn na bariatrische chirurgie is een lage mentale kwaliteit van leven. Patiënten met een lagere mentale kwaliteit van leven vóór operatie en één jaar na operatie (= korte termijn) hadden meer gewichtsverlies op de lange termijn. De eerste implicatie uit het onderzoek van dit proefschrift is dat algemene psychologische theorieën uit de Gezondheidspsychologie niet automatisch gelden voor patiënten bariatrische chirurgie. Morbide obese mensen die zich aanmelden voor bariatrische chirurgie en de operatie ondergaan, verschillen duidelijk van mensen met overgewicht die een niet-operatieve behandeling krijgen. Dat het gewichtsverlies na bariatrische chirurgie onafhankelijk is van preoperatieve zelfregulatie cognities, uitkomstverwachtingen en tevredenheid met de operatie, impliceert dat preoperatieve psychologische variabelen niet gebruikt kunnen worden als criterium om te voorspellen welke patiënten veel gewichtsverlies zullen bereiken dan wel aanvullende zorg, voorlichting of therapie nodig zullen hebben. De tweede implicatie is dat patiënten met een betere mentale kwaliteit van leven vóór en ná operatie het risico lopen minder gewichtsverlies op de lange termijn te bereiken. Het bariatrisch-chirurgisch team zou zich bewust moeten zijn dat het bereiken van gewichtsverlies en gewichtstabilisatie juist voor de patiënten met een betere mentale kwaliteit van leven wat moeilijker kan zijn en dat ook deze patiënten voldoende begeleiding en aandacht nodig hebben.
DOCUMENT
Bij cliënten die in een forensische setting begeleid of behandeld worden zal altijd in meer of mindere mate aandacht moeten zijn voor risico's. Immers, het gaat om mensen die een delict hebben gepleegd, soms ernstig of in een hoge frequentie. Een forensisch sociale professional heeft daarom een dubbele opdracht: cliënten ondersteunen bij het afbouwen van delictgedrag en eventuele risico's zo veel mogelijk beperken. Daarbij kan gekeken worden naar risico's op een herhaald delict, risico's voor de cliënt zelf en risico's voor de professionals die bij een cliënt betrokken zijn. In dit hoofdstuk staat risicomanagement gericht op het voorkomen van een nieuw delict centraal. Het is onmogelijk om risico's volledig uit te sluiten. Wel kan op grond van een goede analyse van de specifieke risico's in een concrete casus gekeken worden wat kan helpen om risico's te beperken.
DOCUMENT
Dit paper gaat over de relatie tussen familiegerelateerde factoren en exportintensiteit. Data zijn verzameld bij meer dan 100 Nederlandse familiebedrijven in het MKB met een zekere mate van exportactiviteit. De resultaten laten zien dat een lange termijn visie op internationalisering en de aanwezigheid van familieleden in exportlanden positief verband houden met export intensiteit. Ook laten de resultaten zien dat herinvestering van de winst gericht op exportgroei negatief verband houdt met export intensiteit.
MULTIFILE
Dit paper gaat over de relatie tussen familiegerelateerde factoren en exportintensiteit. Data zijn verzameld bij meer dan 100 Nederlandse familiebedrijven in het MKB met een zekere mate van exportactiviteit. De resultaten laten zien dat een lange termijn visie op internationalisering en de aanwezigheid van familieleden in exportlanden positief verband houden met export intensiteit. Ook laten de resultaten zien dat herinvestering van de winst gericht op exportgroei negatief verband houdt met export intensiteit.
MULTIFILE
-
DOCUMENT
Praktische aanbevelingen op basis van bevindingen uit systematisch literatuuronderzoek bij de Covid-19 en vergelijkbare virusuitbraken en interviews met experts en ervaringsdeskundigen.
DOCUMENT
INTRODUCTION: The characteristics and impact of mouthfeel, temperature, smell, and taste alterations in patients with COVID-19 at a long term are yet not well known. In this study, these characteristics and their impact on daily life and quality of life (QoL) were assessed, six to ten months after infection, in patients with COVID-19 searching for peer support on Facebook.METHODS: Between December 2020 and January 2021, members of two COVID-19 Facebook groups were invited to complete a questionnaire. Participants were asked to report their perception of mouthfeel, temperature, smell, and taste alterations and their impact.RESULTS: The questionnaire was completed by 157/216 respondents (73%), with 92% being women. Alterations in mouthfeel, temperature, smell, and taste were reported by respectively 66, 40, 148, and 133 participants. The most frequently reported mouthfeel alterations were "a different feeling" and "dry mouth" in 38 and 30 participants, respectively. Preferences for food temperature were equally changed to "freezing", "cool", "room temperature", "a bit warmer", and "warmer". An impact on daily life and QoL was reported by most patients with alterations in mouthfeel (91% and 79%), temperature (78% and 60%), smell (98% and 93%), and taste (93% and 88%), respectively.CONCLUSIONS: Patients with COVID-19 searching for peer support on Facebook experienced, next to smell and taste alterations, mouthfeel and temperature disturbances, six to ten months after infection. These alterations have an impact on daily life and QoL.IMPLICATIONS: Health professionals should, next to smell and taste alterations, be aware of mouthfeel and temperature alterations in patients with COVID-19.SUPPLEMENTARY INFORMATION: The online version contains supplementary material available at 10.1007/s12078-022-09304-y.
DOCUMENT