Schrijven is een effectief middel om te leren, en vindt plaats in alle vakken. Hoe kunnen taal- en vakdocenten door interactie en feedback bijdragen aan het schrijfproces en -resultaat van hun leerlingen? Hoe kunnen leerlingen en studenten leren om adequate school- en vaktaal te gebruiken en hun tekst goed te structureren? Taalgericht vakonderwijs biedt mogelijkheden om leerlingen zich deze vaardigheden eigen te laten maken. Expliciete instructie en op de leerling afgestemde feedback zijn hierbij essentieel, oftewel: de interactie tussen docent en leerling speelt een belangrijke rol.
DOCUMENT
Verzamelde werken van leerling-docent-interactie bij schrijven in de vakken: een ontmoeting tussen wetenschap en praktijk. In: Evers-Vermeul, J. e.a. (Red). Schrijven is een effectief middel om te leren, en vindt plaats in alle vakken. Hoe kunnen taal- en vakdocenten door interactie en feedback bijdragen aan het schrijfproces en -resultaat van hun leerlingen? Hoe kunnen leerlingen en studenten leren om adequate school- en vaktaal te gebruiken en hun tekst goed te structureren? Taalgericht vakonderwijs biedt mogelijkheden om leerlingen zich deze vaardigheden eigen te laten maken. Expliciete instructie en op de leerling afgestemde feedback zijn hierbij essentieel, oftewel: de interactie tussen docent en leerling speelt een belangrijke rol.
LINK
Op zoek naar interactie is een compilatie van beelden uit een aantal gefilmde good practices (‘educationals’) die deel uitmaken van een bredere training Taalontwikkelend lesgeven in het hbo. Deze training en educationals zijn tot stand gekomen in opdracht van hogeschool Inholland onder redactie van David Stalpers (tevens concept) en Kitty Wortel, in samenwerking met filmmakers Maarten van der Burg (scriptfactory.nl) en Annelies Kappers (Film@Taal.nl). Verschenen in: Verzamelde werken van Leerling-docent-interactie bij schrijven in de vakken: een ontmoeting tussen wetenschap en praktijk
DOCUMENT
Aanleiding: Scholen weten vaak niet hoe ze om moeten gaan met pestsituaties. In het onderwijsveld is er behoefte aan concrete handvatten om pesten te kunnen signaleren en om op adequate wijze met pestincidenten om te gaan. Recente initiatieven vanuit de politiek en de landelijke onderwijskoepels (Plan van Aanpak Pesten, 2013) onderstrepen het belang hiervan. Doelstelling Het doel van dit project is kennis ontwikkelen en valoriseren waarmee professionals in het basisonderwijs het pestgedrag effectief kunnen terugdringen op basisscholen in Nederland. Voor dit doel verricht het projectteam onderzoek voor de theoretische en praktijkgerichte onderbouwing van antipestbeleid. In samenwerking met professionals en docenten ontwikkelt het team de afzonderlijke onderdelen van antipestbeleid. Daarna volgt een proefimplementatie en onderzoek van de verschillende onderdelen en dan de implementatie op de deelnemende scholen. Beoogde resultaten De concrete resultaten van het project zijn een online pestmeter die scholen zelfstandig kunnen gebruiken om het pesten in de school in kaart te brengen, methodieken voor docenten om pestsituaties - zowel eenvoudige pestproblemen als intensieve incidenten - in de klas op te lossen, een digitale interactieve lessenserie voor leerlingen, een training voor docenten en een training voor schoolleiding (via e-learning). De resultaten, kennis en inzichten worden landelijk verspreid door middel van cursusmaterialen, publicaties, sociale media, presentaties, congresdeelnames en een slotsymposium.
Systeemdenken is een belangrijke vaardigheid voor het begrijpen en oplossen van problemen m.b.t. complexe dynamische systemen (klimaat, voedselvoorziening, natuurbeheer, recessie, etc.). Echter, systeemdenken wordt niet structureel onderwezen in het voortgezet onderwijs en het is bekend dat leerlingen een dergelijke denkwijze niet vanzelf ontwikkelen. Daardoor blijven leerlingen beperkt vaardig en onvoldoende toegerust voor de uitdagingen van de moderne samenleving. Een belangrijke vraag is derhalve: Hoe kunnen leerlingen effectief ondersteund worden in het ontwikkelen van hun vaardigheid in kritisch systeemdenken? Veel onderwerpen die aan bod komen in het voortgezet onderwijs zijn dynamische systemen (hormoonsystemen, varkenscyclus, faseovergangen, etc.). Het probleem is echter dat leerlingen de onderliggende structuur en het dynamische gedrag onvoldoende leren begrijpen. Er is geen sprake van een systematische aanpak om leerlingen kritisch systeemdenken aan te leren. Daarnaast zijn diagrammen die deze systemen in lesboeken beschrijven statisch. Ze lenen zich slecht voor actieve werkvormen die leerlingen cognitief uitdagen tot kritisch systeemdenken. Ook zijn docenten beperkt in het achterhalen of leerlingen complexe systemen begrijpen en om gedifferentieerde ondersteuning te kunnen geven. Hoe kan dit worden opgelost? Interactieve software kan een doorbraak genereren, mits deze leerlingen zelfstandig en op eigen niveau laat werken, passende hulp geeft, en de docent informeert over de voortgang van leerlingen. Wij stellen voor om een methodiek te onderzoeken en ontwikkelen, gebaseerd op een digitaal instrument, dat hierin voorziet. Hierbij worden technieken uit de Kunstmatige Intelligentie ingezet. Het basisidee is om leerlingen in een leerlijn middels conceptueel modelleren te laten werken met interactieve systeemdiagrammen. Omdat het software betreft, kan het niveau en de hulp geautomatiseerd worden en krijgt de docent informatie over voortgang en eventuele problemen. Het project sluit nauw aan bij de praktijkvraag, geeft invulling aan moderne onderwijsvormen en zorgt dat vaardigheden in systeemdenken expliciet worden getraind. De kern van het project betreft een PhD promotieonderzoek.
De Nederlandse arbeidsmarkt heeft dringend behoefte aan meer instroom in technische mbo-opleidingen en beroepen, maar het imago van techniek spreekt nog onvoldoende aan bij scholieren in po en vmbo. De uitdaging is om leerlingen al op jonge leeftijd te laten kennismaken met een rijker (beroeps)beeld van de techniek waarin ook 21ste-eeuwse vaardigheden als creativiteit, communiceren, probleemoplossen en ondernemen een prominente plaats hebben. Een veelbelovend aanknopingspunt om het techniekonderwijs breder en aantrekkelijker te maken is het ontwerpproces. Met name de bespreking van voorlopige ideeën met de klant, met behulp van taal, beelden, schetsen en objecten, vormt een interessant gebied, dat sterk beroep doet op creatieve en communicatieve vaardigheden, waarover echter vanuit didactisch oogpunt nog te weinig bekend is om dit goed naar po- en vo-onderwijs te vertalen. Om dit onderwijs goed en aansprekend vorm te geven is het gewenst dat po- en v(mb)o-docenten, die zelf geen ontwerpers zijn, meer inzicht verwerven in de authentieke communicatiepraktijken van technische ontwerpers in interactie met gebruikers en klanten, en dat zij kunnen beschikken over geschikte (video)-voorbeelden die kunnen dienen als model om met hun leerlingen te bespreken. Het doel van dit project is om zulke authentieke praktijken te verzamelen in mbo- en TU-ontwerpersopleidingen en deze voor docenten en leerlingen te ontsluiten in de vorm van good-practices met uitleg en voorbeeldmatige instructies. Dit project levert als eindproduct een catalogus van good-practices van ontwerpcommunicatie (presentaties en dialoog) in het onderwijs met bijbehorende genre-kenmerken, feedbacksuggesties en beoordelingscriteria. Na dit project volgt de stap om samen met po- en vmbo-docenten te onderzoeken hoe deze good-practices gebruikt kunnen worden om hun technische ontwerponderwijs te verrijken.
Lectorate, part of NHL Stenden Hogeschool