De kwaliteit van de leraar basisonderwijs beïnvloedt de prestaties van leerlingen.Versterking van de professionaliteit van de leraar is daarmee een relevant thema. Dit proefschrift gaat in op hoe professionaliteit van leraren in het basisonderwijs op drie niveaus kan worden versterkt. Het eerste deel is gericht op het landelijke niveau. Allerlei beleidsmaatregelen die zijn genomen om de professionaliteit van leraren te versterken worden hierin beschreven. In het tweede deel, gericht op het bestuurlijk niveau, wordt verslag gedaan van een casestudie van twee schoolbesturen die de professionaliteit van hun leraren wilden versterken. In deze casestudie wordt de innovatie 'Academische Basisschool' geanalyseerd. Het derde deel is gericht op de versterking van de professionaliteit van leraren op schoolniveau. Door middel van interviews en observaties is onderzocht hoe leraren hier zelf aan werken en welke rol de schoolcultuur en de schoolleider daarbij speelt. Het proefschrift besluit met aanbevelingen op alle niveaus.
Van kinderen en jongeren wordt verwacht dat zij 24/7 scoren in een samenleving die weinig houvast biedt. Opvoeders en kinderen worstelen daarmee, maar staan er moederziel alleen voor. Maike Kooijmans betoogt vandaag in haar lectorale rede dat het collectieve kwesties zijn die om een gemeenschappelijke aanpak vragen. En de nadruk op prestaties moet hoognodig gerelativeerd.
LINK
Het functioneren van binnensteden wordt vaak afgemeten aan de mate van winkelleegstand. Maar ze blijken veel bredere en grotere economische motoren dan gedacht. 'De binnensteden van Den Bosch en Eindhoven leveren elk twintigduizend banen op. Dat is beduidend meer dan waar ik zelf rekening mee hield. Maar ook in een willekeurige middelgrote gemeente praat je al snel over tweeduizend banen voor alle lagen van de bevolking.' Aldus reageert lector ondernemende regio Cees-Jan Pen van Fontys Hogescholen op het (vrijwel) eerste grote onderzoek naar het economisch functioneren van Nederlandse binnensteden. Daarvoor nam Bureau Louter 81 stadscentra onder de loep. In totaal blijkt bijna één op de vijf banen (18 procent) binnen stedelijke gebieden in de binnenstad gelokaliseerd. Binnensteden zijn goed voor 11 procent van het totale aantal banen in Nederland. Een 'eyeopener', volgens de bij het onderzoek betrokken Pen. 'Lokaal wordt nog weleens getwijfeld waarom er miljoenen worden geïnvesteerd in de binnenstad. Dat antwoord is simpel. Het gaat gewoon om veel banen.'
LINK
Meertalige leerlingen krijgen les in een taal die zij (vaak) nog aan het verwerven zijn, het Nederlands. Daardoor is meedoen in vakken zoals rekenen en Wetenschap&Techniek lastiger. In dit project onderzoekt de HU samen met verschillende partners hoe het benutten van thuistalen bijdraagt aan betere leerprestaties en inclusiever onderwijs.Doel Multi-STEM beoogt de participatie van meertalige leerlingen bij rekenen en W&T te bevorderen, niet alleen op school, maar ook thuis en in musea. Leerkrachten, ouders en museummedewerkers leren hoe ze ruimte kunnen maken voor thuistalen, waardoor alle leerlingen een stem krijgen. Resultaten Wat? Een toolbox met meertalige strategieën en lesactiviteiten. Kennis over het benutten van thuistalen in het STEM-onderwijs. Wie? Professionals: zij handelen inclusiever door de inzet van thuistalen. Meertalige leerlingen: zij voelen zich meer gehoord en presteren beter. Looptijd 01 juni 2021 - 01 juni 2027 Aanpak Onderzoekers en maatschappelijke partners ontwikkelen samen meertalige strategieën. Samen evalueren ze of en hoe deze strategieën werken. Kennis en opbrengsten worden niet alleen na, maar ook al tijdens het onderzoek verspreid. Downloads en links
Het is van groot maatschappelijk belang om de ontwikkelingskansen van jeugdigen in kwetsbare gezinnen te optimaliseren. Wanneer thuis, school en hulpverlening goed op elkaar aansluiten heeft dit een positief effect op welbevinden, leerprestaties en gedrag van jeugdigen. Het leidt tot groei in hun psychosociale ontwikkeling en versterkt de eigen regie van ouders op de opvoeding. Professionals in onderwijs en jeugdhulp zouden jeugdigen en hun ouders als partners moeten zien waarmee ze gezamenlijk werken aan hun ontwikkeling. In de praktijk is het echter complex om een duurzame samenwerking op basis van gelijkwaardigheid met ouders te realiseren en de stem van jongeren daarin een centrale plek te geven. Zeker bij kwetsbare gezinnen. Uit de evaluatie van Passend Onderwijs blijkt dat ouders en jeugdigen zich onvoldoende gehoord voelen en beter betrokken zouden moeten worden bij beslissingen rondom zorg. Het doel van het project is om partnerschap te verbeteren zodat leraren en jeugdhulpverleners samen met jeugdigen en ouders de meest passende ondersteuning bij opvoeden en opgroeien vinden. Het onderzoek kent een mixed methods design. Het is erop gericht de kwaliteit (vragenlijstonderzoek) en de aard (interviewstudie) van de samenwerking tussen ouders, jeugdigen en professionals te onderzoeken; tools voor het versterken van de eigen regie van jeugdigen en ouders te ontwikkelen (participatief actieonderzoek) en kennis van professionals uit verschillende domeinen van jeugdhulp en onderwijs te verbinden (learning communities). Het project heeft een kennisplatform (www.educatief-partnerschap.nl) waar doorlopend bevindingen, good practices en tools gedeeld worden. Het project wordt uitgevoerd bij een jeugdhulporganisatie voor jeugdigen met een licht verstandelijke beperking, een welzijnsorganisatie en een stichting voor speciaal onderwijs. We verbinden onderwijs en jeugdhulp in dit project en betrekken nadrukkelijk ouders en jeugdigen erbij om invulling te geven aan het server user perspective en verbeteringen voor partnerschap te creëren waar alle betrokkenen baat bij hebben.
De robotassistent is een nieuwe, veelbelovende technologie om docenten in het primair onderwijs te ondersteunen en leerprestaties te verbeteren. In dit onderzoek ontwikkelen we een morele theorie voor het inzetten van deze robotassistenten in het onderwijs.Doel Met dit onderzoek ontwikkelen we een theorie over het moreel verantwoord inzetten van robotassistenten in het onderwijs, waarbij kwalitatieve en kwantitatieve data wordt gecombineerd. Resultaten Dit onderzoek loopt. Hieronder vind je een overzicht van de resultaten tot nu toe. Smakman, M. (2019) De robotdocent komt eraan, maar hoe? AG Connect. Januari/ Februari 2019. pp 70-73 Smakman, M., & Konijn, E. (2019). Robot Tutors: Welcome or Ethically Questionable? In M. Merdan, W. Lepuschitz, G. Koppensteiner, R. Balogh, & D. Obdržálek (Eds.), Robotics in Education ‐ Current Research and Innovations. Vienna, Austria: Springer. [in press] Smakman, M. and Konijn, E.A. (2019-02-07) Onderwijsrobots: van harte welkom of ethisch onverantwoord? Presented at Robots en AI in het onderwijs. Den Haag, The Netherlands. Smakman, M. And Konijn, E.A. (2019-01-31) Moral challenges and opportunities for educational robots Presented at Workshop How do we work with educational robots? De Waag, Amsterdam, The Netherlands. Goudzwaard, M., Smakman, M., Konijn, E.A. Robots are Good for Profit: A Business Perspective on Robots in Education. [accepted] to 9th Joint IEEE International Conference on Development and Learning and on Epigenetic Robotics Smakman, M., Konijn, E.A. (2019, February) Moral Considerations Regarding Robots in Education: A Systematic Literature Review. Paper presented at Etmaal van de Communicatiewetenschap, 7-8 February 2019. Nijmegen, The Netherlands Smakman, M., Konijn. E.A. (2018, December) Considerations on moral values regarding robot tutors. Presented at the Symposium on Robots for Language Learning. 12-13 December 2018. Koç University, Istanbul, Turkey Smakman, M. (2018, February). Moral concerns regarding robot tutors, a review.Poster presented at the ATEE 2018 Winter Conference – Technology and Innovative Learning, Utrecht, The Netherlands. Looptijd 01 januari 2017 - 01 januari 2022 Aanpak Dit onderzoek maakt gebruik van de Value Sensitive Design (VSD) methodology. VSD is een methode om rekening te houden met morele waarden tijdens het ontwerpen en inzetten van technologie. Eerst richt dit onderzoek op het benoemen van relevante (morele) waarden. Door verschillende focusgroepen met onder meer ouders, leraren, overheid en robotbouwers, worden de waarden verder uitgewerkt. Vervolgens wegen we de waarden door ze voor te leggen aan diverse groepen. Daarna stellen we richtlijnen op hoe robots op een verantwoorde manier kunnen worden ingezet.