Begin 2020 heeft de gemeente Den Haag aan De Haagse Hogeschool (Lectoraat Urban Ageing) gevraagd om samen met Hulsebosch Advies en AFEdemy een integrale monitor te ontwikkelen en uit te voeren waarbij, door middel van kwalitatieve en kwantitatieve methoden, onderzoek wordt gedaan naar de stand van zaken van Den Haag als seniorvriendelijke stad en tevens te kijken naar huidige trends aangaande ouderen. Tevens vroeg de gemeente om de ontwikkeling van een meetinstrument dat in de toekomst eenvoudig bij herhaling kan worden ingezet voor onderzoek: de standaard Age Friendly Cities and Communities Questionnaire (AFCCQ) voor ouderen1. In een stadsenquête en in zogenaamde stadsateliers zijn ouderen gevraagd naar hun bevindingen. In totaal hebben 393 Haagse ouderen meegedaan aan de enquête en 50 aan de stadsateliers. De aan de ouderen gestelde vragen gingen over de volgende acht onderwerpen die volgens de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) gezamenlijk de seniorvriendelijkheid van een stad bepalen: ●Huisvesting; ●Sociale participatie; ●Respect en sociale inclusie; ●Burgerschap en werkgelegenheid; ●Communicatie en informatie; ●Sociale en gezondheidsvoorzieningen; ●Buitenruimte en gebouwen; ●Transport; ● en aanvullend, een negende domein: Financiën. CC-BY NC ND https://www.dehaagsehogeschool.nl/onderzoek/lectoraten/details/urban-ageing#over-het-lectoraat
MULTIFILE
DOCUMENT
In een eerder uitgevoerd onderzoek naar werken op afstand bij de reclassering (Henskens et al., 2021) bleek dat reclasseringswerkers behoefte hadden aan handvatten bij het structureren van hun online gesprekken met cliënten. Ook wilden zij basisvaardigheden leren om deze online gesprekken meer verdieping te geven. In het huidige project zijn vier leerinterventies verkend omwerken op afstand bij reclasseringswerkers te versterken: een handreiking, training, ‘goede praktijken’ en instructiefilmpjes. Uiteindelijk is alleen de handreiking ontwikkeld. In dit project is een internationale literatuurverkenning gedaan naar de geschiktheid van een handreiking voor reclasseringswerkers: hoe ziet deze eruit qua vorm en inhoud? Hierna is de handreiking in nauwe afstemming met de praktijk ontwikkeld. In een pilot hebben zes reclasseringswerkers de conceptversie van de handreiking uitgetest op respectievelijk leesbaarheid, bruikbaarheid, doelmatigheid en geschiktheid. Uit deze pilot bleek dat werkers de handreiking aantrekkelijk vonden in gebruik en als ondersteunend ervaarden bij het voeren van online gesprekken. Zij vonden de tekst goed leesbaar en overzichtelijk. Ook vonden zij dat er voldoende technische tips in stonden. Ze adviseerden de handreiking goed vindbaar te maken op intranet. Uit de probleemanalyse bleek dat een training geen geschikte leerinterventie zou zijn omdat de reclasseringswerkers geen leervragen hadden. De andere leerinterventies zijn door een combinatie van terugtrekking van de reclassering uit KFZ en een verminderde behoefte aan online interventies niet meer uitgevoerd. Uiteindelijk heeft dit project een product opgeleverd dat positief is geëvalueerd in de pilot. Op het Reclasseringscongres van 11 november jl. reageerde een groep reclasseringswerkers die deelnam aan de workshop ‘Werken op afstand’ positief op de handreiking: zij vonden het prettig om concrete handvatten aangereikt te krijgen om online te kunnen werken.
DOCUMENT
Onze straten zijn in transitie: Verdichting door de bouw van 1 miljoen nieuwe woningen in de bestaande stad; de versnippering van nieuwe vormen van (deel)mobiliteit; vergroening; installaties en objecten voor energietransitie; de introductie van biobased en circulaire materialen; de verschraling van het winkelaanbod; de introductie van heel nieuwe typen woonmilieus. Allemaal werkt door in de straatruimte; de gedeelde publieke ruimte tussen de gebouwen die cruciaal is voor de leefkwaliteit en well-being van inwoners. Het maken van de straatruimte vindt gefragmenteerd en geleidelijk plaats. Met de bouw van 1 miljoen nieuwe woningen de komende tien jaar is de impact echter nauwelijks te overschatten. Gemeentelijke overheden bepalen de kaders en stellen de regels, maar de daadwerkelijke keuzes en uitwerkingen worden door ontwerpbureaus gemaakt. Deze MKB-ers twijfelen of de gangbare opwerpoplossingen inderdaad de well-being versterken. Zij hebben urgente behoefte aan meer evidence based kennis hierover, vernieuwde ontwerpoplossingen en kennisdeling. Met deze mkb-vraag gaat dit onderzoek aan de slag. Dit onderzoeksvoorstel richt zich op de straatruimte op ooghoogte, de nieuwe verdichtingslocaties, drie gebruikersgroepen (bewoners, passanten, bezoekers) en de impact op well-being van de huidige ontwerpoplossingen, mede in relatie tot nieuwe vereisten vanuit personenmobiliteit en vergroening. Hiertoe hebben we een consortium samengesteld van architectuur, stedenbouw, landschapsarchitectuurbureaus, brancheorganisaties en een reflectiegroep van ruimtelijk opdrachtgevers en interdisciplinaire internationale academici. We bouwen voort op ons exploratieve onderzoek Sensing Streetscapes en de daarin geteste nieuwe technologieën (artificial intelligence en eye-tracking-technologie uit de neurologie) en zetten die in om de impact van ontwerpoplossingen op de well-being van gebruikers van de straatruimte te meten – en tussentijdse resultaten in te zetten om een cultuur van reflectie en innovatie in de praktijk van de ruimtelijke ordening aan te jagen.
Ongeveer een kwart van volwassenen in Nederland heeft beperkte geletterheid als het gaat om gezondheidszorg. Dit betekent dat ze moeite hebben met het lezen en begrijpen van informatie uit dit domein en vervolgens ook met het maken van goede beslissingen aangaande hun gezondheid. In dit project onderzoeken we of taaltechnologie een rol kan spelen bij het aanpakken van dit probleem.