Er is een toets ontwikkeld voor het meten van de kennis van leraren over leesdidactiek. Items over fonologisch bewustzijn, alfabetisch principe en vloeiend lezen zijn voorgelegd aan een panel van 30 leesdeskundigen. Dit resulteerde in een toets met 45 items die is afgenomen bij 215 basisschoolleraren. De toets blijkt betrouwbaar in termen van de klassieke testtheorie en voldoet ook aan de assumpties van het Raschmodel. Veel leraren scoren hoog op de toets, maar ze blijken beter te weten wat wel werkt, dan wat niet werkt in leesdidactiek.
DOCUMENT
In dit rapport wordt verslag uitgebracht van het onderzoek naar de resultaten van de toepassing van een cyclisch model voor observatie en data-gestuurde feedback.
DOCUMENT
De Kwaliteitswaaier is ontwikkeld door de Kwaliteitstafel Effectief Leesonderwijs. De waaier bestaat uit kwaliteitskaarten voor zowel de leraar, de leesdeskundige(n), de schoolleider en de bestuurder. Deze kaarten beschrijven wat effectief leesonderwijs betekent voor de vier verschillende rollen in het onderwijs. De kaarten kunnen niet los van elkaar gezien worden. Juist de samenhang van de kaarten maakt leesonderwijs effectief. We spreken daarom niet van losse kwaliteitskaarten, maar van samenhangende kaarten die gezamenlijk een de Kwaliteitswaaier ‘Effectief Onderwijs in Begrijpend Lezen’ vormen.
MULTIFILE
Het project Opbrengstgericht Werken (OGW) is een samenwerking tussen het lectoraat Geletterdheid en de pabo (Instituut Theo Thijssen) van de Hogeschool Utrecht. Het is gericht op het verbeteren van leerkrachtvaardigheden bij leeslessen, die gegeven worden door studenten. In het project wordt gewerkt met een systematische afwisseling tussen theorie en praktijk, waarbij de pabo en het werkveld samenwerken. Op de opleiding krijgen studenten theorieonderwijs over de leesonderdelen interactief voorlezen, aanvankelijk lezen en stillezen. Deze kennis passen studenten toe tijdens een leesles, waarbij ze geobserveerd worden door de groepsleerkracht met behulp van digitaal gestandaardiseerde observatie-instrumenten. Op basis van de resultaten formuleren studenten verbeterpunten voor een tweede leesles, waarbij ze nogmaals geobserveerd worden. In dit rapport wordt verslag gedaan van de resultaten van het project OGW vanaf de start in het studiejaar 2010/2011 tot en met studiejaar 2013/2014. Uit de rapportage wordt zichtbaar dat met behulp van gerichte feedback op geobserveerd leerkrachtgedrag en systematisch werken aan dat gedrag, de leerkrachtvaardigheden van aankomende leraren verbeterd worden. Kanttekening bij de uitvoering van dit project is dat de groepsleerkrachten die de observaties uitvoerden, hier geen ondersteuning bij kregen. Tevens werden de nieuwe inzichten over de leesdidactiek die in de observatie-instrumenten zijn geoperationaliseerd, niet met de scholen gecommuniceerd en was er geen ruimte voor de scholen om invloed te hebben op het programma. Er is dan ook behoefte aan meer samenwerking tussen opleidingsscholen en het opleidingsinstituut. Inmiddels is in het kader van de regeling Versterking samenwerking lerarenopleiding en scholen 2013-2016 op kleine schaal een intensievere samenwerking tussen lerarenopleidingen en scholen tot stand gekomen binnen het project Opbrengstgericht werken & Omgaan met verschillen. Dit betekent dat het verbeteren van de leerkrachtvaardigheden van aankomende leraren in de toekomst nog kansrijker wordt.
DOCUMENT
Kenniscentrum Educatie rapportnummer 16-03 In de regio Utrecht-Amersfoort hebben vijf academische basisscholen vanaf het schooljaar 2012-2013 deelgenomen aan het vierjarige schoolverbeteringsproject: het Academische Opleidingsscholen project (AOS-project). Het uiteindelijke doel van het project was de scholen te leren systematisch en doelgericht te werken aan schoolontwikkeling. Om dit doel te realiseren is nauw samengewerkt tussen het kenniscentrum van de Hogeschool Utrecht, Instituut Theo Tijssen, het bestuur en de scholen. Deze rapportage is een bijlage bij het onderzoeksrapport dat verschenen is over het project: Op basis van data de schoolontwikkelingsagenda bepalen (2016). In deze rapportage zijn de vijf casebeschrijvingen opgenomen, die zijn geschreven door de coördinatoren van de deelnemende scholen in samenwerking met een docent van de Hogeschool Utrecht. Het doel van de casebeschrijvingen is om zicht te krijgen op het verloop van het implementatieproces op de individuele scholen. Iedere school beschrijft de resultaten die zijn behaald, de successen die zijn geboekt, maar ook de knelpunten die ze hebben ervaren tijdens de uitvoering van het project op de school.
DOCUMENT
In dit magazine wordt verslag gedaan van onderzoeksprojecten binnen de thema's vakdidactiek, opleidingsdidactiek en Beroepsgerichte Didactiek / Leven Lang Ontwikkelen. Het themagebied Vakdidactiek richt zich op de didactiek van schoolvakken in het voortgezet onderwijs. Het themagebied Opleidingsdidactiek richt zich op de didactiek van het opleiden van studenten in de lerarenopleiding. Het themagebied Beroepsgerichte Didactiek en Leven Lang Ontwikkelen richt zich op de didactiek van het opleiden voor een beroep en op de didactiek voor het ondersteunen van leren in werk en loopbaan.
MULTIFILE
Elk jaar verlaten veertigduizend kinderen de reguliere basisschool met een leesachterstand van twee jaar of meer. In het speciaal basisonderwijs bereikt de gemiddelde leerling een leesniveau tussen groep vier en vijf van het basisonderwijs. Eenmaal opgedane leesachterstand blijkt zeer moeilijk in te lopen te zijn. Remediëren is in die situatie uiterst gecompliceerd en weinig succesvol. Slechts een kwart van de leerlingen die in groep 5 tot de zwakke lezers behoort, slaagt erin deze achterstand in te halen (Grossen, 1997). Het gevolg is, dat ons land 250.000 volwassen functioneel analfabeten kent (Inspectie van het Onderwijs, 2003).
DOCUMENT
Elk jaar verlaten veertigduizend kinderen de reguliere basisschool met een leesachterstand van twee jaar of meer. In het speciaal basisonderwijs bereikt de gemiddelde leerling een leesniveau tussen groep vier en vijf van het basisonderwijs. Eenmaal opgedane leesachterstand blijkt zeer moeilijk in te lopen te zijn. Remediëren is in die situatie uiterst gecompliceerd en weinig succesvol. Slechts een kwart van de leerlingen die in groep 5 tot de zwakke lezers behoort, slaagt erin deze achterstand in te halen (Grossen, 1997). Het gevolg is, dat ons land 250.000 volwassen functioneel analfabeten kent (Inspectie van het Onderwijs, 2003).
DOCUMENT
Hoe kunnen we zoveel mogelijk mensen motiveren om een bijdrage te leveren aan de energietransitie? Met deze vraag zijn onderzoekers van het Kenniscentrum Energie van de Hanzehogeschool Groningen samen met medewerkers van Buurkracht (Enexis Holding N.V.) aan de slag gegaan. Ze bedachten een actie gericht op het motiveren en enthousiasmeren van mensen die nog niet met energie(besparing) bezig zijn. De actie kreeg de naam ‘actie energiestekkers’en is in vier Drentse dorpen getest.
LINK
De maat is vol: jonge mensen spijbelen voor het klimaat. Maar de ecologische crisis is een crisis in ons denken, en daarmee ook een crisis in ons onderwijs. Het aangaan van de grote ecologische en economische uitdagingen is niet geholpen met ‘oud denken’. Ze vragen om mensen die minder atomistisch en meer ecologisch kunnen denken over hoe zaken elkaar beïnvloeden en met elkaar verbonden zijn. Leren kritisch te denken is niet genoeg. Ontwerpgericht leren denken en samen nieuwe kennis construeren, is cruciaal. Velen zien leren als een neurologisch of cognitief informatieverwerkingsproces. Leren is vooral een psychologisch proces waarbij kennis in-ter-actie ontstaat. In de rede wordt deze stelling conceptueel besproken en onderbouwd met semantische, sociale netwerkanalyses van student-interacties. De rede eindigt met handreikingen voor studenten en docenten voor responsief en kennisconstruerend leren.
DOCUMENT