Het (basis)onderwijs is veel in het nieuws. Leerkrachten raken overbelast en moeten vaak lastige keuzes maken. Het gaat om prioriteiten stellen, maar ook om de vraag wat het doel van (goed) onderwijs is. Wat drijft je en hoe houd je dat vast? Hoe motiveer je jouw keuzes voor ouders, inspectie, leerlingen en collega’s? In deze lectoraatsuitgave vind je een toegankelijke onderbouwing van het begrip ‘normatieve professionalisering’ en twintig uiteenlopende werkvormen die bijdragen aan het bewust worden van persoonlijke, professionele en maatschappelijke motivaties voor het werken. Niet alleen nuttig wanneer je je eigen motivatie weer eens wil opdiepen, maar ook voor een belangrijke onderbouwing in onderwijsinnovatie en visievorming.
DOCUMENT
Wat zou jij doen als je Kyra en Luca was? Een scenariostudie, wat houdt dat in? Het Expeditieteam doet onderzoek naar de leraar van morgen. De inzichten die we als Expeditieteam tot dusverre hebben opgedaan toetsen we op verschillende manieren. Eén daarvan is een scenariostudie waarin we leraren en schoolleiders twee situaties rond een fictieve leraar, Kyra en Luca, voorleggen en ze vragen hierop te reageren via de vragen: 1. Wat is hier aan de hand? Waarom? 2. Wie zijn de betrokkenen in deze situatie? Waarom? 3. Wat zou jij doen als jij Kyra/Luca was? Wat zou jij doen als jij Elisa/Marina was? Waarom? Wat levert het op? Inleven in de vignetten geven je een moment om te reflecteren op hoe jij reageert op veranderingen in jouw school. De beleving van de situaties vanuit je eigen ervaring en de inbreng van je eigen overtuigingen staan hierbij centraal. Je wordt je (mogelijk) bewust van jouw eigen rol en afwegingen in voor jou herkenbare situaties. Bekijk de twee vignetten. Je kan ze zelf als reflectie instrument inzetten, maar dit bijvoorbeeld ook doen met je team inclusief de leidinggevende. Benieuwd hoe andere leraren en leidinggevenden omgaan met verandering? Lees het onderzoeksartikel: ‘Adaptief vermogen van leraren en leidinggevenden: een vignettenstudie naar omgaan met verandering’.
MULTIFILE
Opbrengsten van een project, waarin samenwerking tussen werkveld en lerarenopleiding rondom de inzet van jeugdliteratuur centraal staat. Het laat zien wat de kracht kan zijn van bekroonde jeugdliteratuur voor het opgroeiende kind, de (aankomende) leraar en de lerarenopleider. In het project participeren drie hogeschooldocenten geschiedenis, vier hogeschooldocenten taal en vier leraren in een professioneel leernetwerk (PLN). Daarnaast participeren 23 leraren en 374 leerlingen uit de midden- en bovenbouw van de vier betrokken scholen. Na uitvoer van het onderzoek kan op basis van de resultaten worden verondersteld dat door het lezen van rijke, schurende en naburige teksten verwondering optreedt, wat leidt tot een cognitief conflict. Dit conflict wordt opgelost door interactie gericht op samenwerkend leren. De opbrengst is een verdieping in de concepten, wat zorgt voor een leesmotivatiestimulans. Het aansturen op het laten ontstaan van een cognitief conflict is een krachtige strategie bij leren. De aanpak is daarom beloftevol voor het lees- en geschiedenisonderwijs. Een voorwaarde hierbij is dat de leraar kan functioneren als leesbevorderaar.
DOCUMENT
Lerarenopleidingen kunnen studenten beter voorbereiden op het terugdringen van kansenongelijkheid door de ontwikkeling van contextbewuste professionaliteit al in de opleidingen centraal te stellen. Deze professionaliteit formuleren de auteurs als het “continu bewegen tussen individueel situationeel handelen in een specifieke context en collectieve duiding en onderzoeksmatige verbetering op basis van een collectief geformuleerde pedagogische opdracht”. In hun betoog beschrijven de auteurs, geïllustreerd met anekdotes uit de praktijk, hoe ze bij Hogeschool Inholland een onderzoekend curriculum vormgeven dat opleidt tot contextbewuste leraren met onderzoekend vermogen. Lerarenopleidingen kunnen studenten beter voorbereiden op het terugdringen van kansenongelijkheid. Dit doen de opleidingen door de ontwikkeling van contextbewuste professionaliteit al in de opleidingen centraal te stellen. Deze professionaliteit van de leraar werpt een nieuw licht op het te ontwikkelen onderzoekend vermogen van aankomende leraren. Voor deze studenten is het zaak dat zij leren waarnemen en ervaren voor de klas in uiteenlopende schoolcontexten. Bovendien is het belangrijk dat zij leren de ervaringen met het collectief van studenten of het schoolteam te duiden met behulp van literatuur. In hun betoog beschrijven de auteurs, geïllustreerd met anekdotes uit de praktijk, hoe ze bij Hogeschool Inholland een onderzoekend curriculum vormgeven dat opleidt tot contextbewuste leraren met onderzoekend vermogen.
DOCUMENT
Het project Under Construction (UC) is in 2003 van start gegaan als coproductie van het lectoraat Gedragsproblemen in de onderwijspraktijk en het lectoraat Vernieuwende Opleidingsmethodiek en -didactiek. Sinds september 2005 is het een productie van eerstgenoemde en zijn ook Instituut Theo Thijssen (ITT) en het Seminarium voor Orthopedagogiek betrokken bij het onderzoek dat plaatsvindt vanuit het lectoraat. UC op ITT staat centraal in dit katern. Binnen ITT was de behoefte ontstaan aan een nieuwe manier om studenten te leren reflecteren op de beroepspraktijk. Reflecteren is terugkijken en nadenken over iets dat is geweest maar vooral ook is het een middel om te leren handelen (denken en voelen) in toekomstige situaties. Het doel van reflecteren is bewustwording van en inzicht krijgen in eigen handelen en gedrag met het oogmerk het persoonlijk professioneel handelen te verbeteren in (toekomstige) beroepssituaties. (Groen 2006) Het doel van de methode UC is geformuleerd als (aanstaande) leraren in het basis-, voortgezet en speciaal onderwijs inzicht te bieden in hun persoonlijke opvattingen en overtuigingen over de leerlingen in hun klas. In de constructtheorie van Kelly worden dit constructen genoemd. Constructen zijn vaak onbewust of impliciet. Dat wil zeggen, ze zijn wel aanwezig, maar ze zijn niet eerder door de eigenaar (lees de leraar) geëxpliciteerd. En dat laatste is belangrijk, omdat wat wij denken te zien meer is wat we denken dan wat we zien.
DOCUMENT
Vier redenen waarom investeren in een rijker kennisfundament prioriteit moet krijgen in het basisonderwijs. De vier redenen zijn: 1. De aanwezigheid van kennis is een voorwaarde voor het leren van nieuwe kennis. 2. Gedeelde kennis maakt samenwerken mogelijk. 3. Meer kennis, meer kansengelijkheid. 4. Alleen een leraar met kennis kan lesgeven. Het gaat vooral over het belang van kennis voor de leraar en de leerling.
DOCUMENT
In het gedragingenlijstonderzoek wordt een methodiek ontwikkeld, waarin overtuigingen en beleving van de leraar omtrent zijn eigen beroepsidentiteit en de manier waarop hij vorm geeft aan interacties met de leerling systematisch aan de orde komen. Daarbij wordt recht gedaan aan de competentie en professionaliteit van de leraar, wanneer dat niet alleen gebeurt vanuit handelingsverlegenheid over een problematische leerling, maar vanuit ervaren competentie. Dit katern vormt een tweede tussenrapportage betreffende het onderzoek. Een eerste rapportage werd gepresenteerd op het ECER congres in 2004 (Van Doorn, Everaert, 2004)
DOCUMENT
De kwaliteit van het onderwijs ligt onder een vergrootglas. De professionele ontwikkeling van leraren wordt daarbij gezien als belangrijk -misschien zelfs het belangrijkste - instrument. De vraag is echter waar die professionele ontwikkeling toe moet leiden. Wanneer noemen we het onderwijs goed, op grond van welk criterium? En wie bepaalt zo’n criterium? Leraren hebben soms het gevoel in een spagaat te zitten. Ze voelen de druk van alles wat er van ze verwacht wordt, de extern opgelegde normen waar ze aan moeten voldoen. Tegelijkertijd kunnen ze die normen slecht rijmen met de complexiteit waar ze in hun klas, met hun leerlingen, dagelijks voor staan. Goed onderwijs ontstaat als leraren niet alleen de juiste competenties hebben, maar ook als persoon leraar zijn. De kennis, vaardigheden en protocollen krijgen pas betekenis door de persoonlijke gekleurde afwegingen in de dagelijkse praktijk die leraren maken. Die afwegingen hebben vaak een morele dimensie. Een leraar zal zich hier bewust van moeten zijn en ook de persoonlijke, moreel geladen dimensie van het leraarsvak moeten kunnen ontwikkelen.
DOCUMENT
Intreerede in verkorte vorm uitgesproken bij de aanvaarding van de positie van lector Vitale Vakdidactiek aan NHL Stenden Hogeschool op vrijdag 15 november 2019 door dr. Siebrich de Vries
DOCUMENT
Co-teachers verzorgen samen onderwijs aan een groep leerlingen die aan hun zorg zijn toevertrouwd. Uit het promotieonderzoek van Dian Fluijt (docent en projectleider bij het Seminarium voor Orthopedagogiek en onderzoeker bij het Lectoraat Normative Professionalisering) blijkt dat co-teaching een effectieve wijze kan zijn om les te geven aan een hyperdiverse groep en tegelijkertijd tegemoet komt aan de behoefte aan meer handen voor de klas. Uit het onderzoek van Dian blijkt dat een klein netwerk van intensief samenwerkende leraren (co-teaching team) in staat is tot duurzame onderwijsinnovatie, waarvan zowel leerlingen als leraren kunnen profiteren. Het welbevinden van zowel leerlingen als leraren in een co-teaching groep groeit, omdat leerlingen meer aandacht krijgen en leraren hun verantwoordelijkheid kunnen delen. Leerlingen in een co-teaching groep presteren over het algemeen beter. Professionalisering op het gebied van co-teaching, gericht op het verkennen van eigen en gezamenlijke normen, waarden en overtuigingen van co-teachers, het leren om samen goed les te geven en het leren om goed samen te werken, is voorwaarde om co-teaching goed uit te kunnen voeren.
DOCUMENT