Deze lectorale rede gaat over een recente ontwikkeling die haar intrede heeft gedaan in het basisonderwijs: het opbrengstgericht werken. In de rede wordt eerst gekeken naar de methodiek van opbrengstgericht werken op schoolniveau en op klassenniveau. Als een school opbrengstgericht gaat werken, heeft dat ook gevolgen voor de leraar en de klas. In het tweede deel van de lectorale rede wordt dan ook ingegaan op de kwaliteit van de leraar die nodig is voor het goed opbrengstgericht kunnen werken en wordt een werkmodel gepresenteerd om de kwaliteit van de leraar te bestuderen. Tot slot wordt aandacht besteed aan de wijze waarop het lectoraat Leren en Innoveren een bijdrage levert aan de kwaliteit van leraren in opleiding en leraren die reeds werkzaam zijn in het basisonderwijs.
DOCUMENT
In veel landen is er een toenemende aandacht voor het verbeteren van de kwaliteit van leraren. Scholen moeten daarom een optimaal leerklimaat creëren dat leraren stimuleert zichzelf professioneel te blijven ontwikkelen. Hiervoor is een bepaalde grondhouding bij leraren vereist, een zogenoemde academische houding. Gebaseerd op een literatuurstudie en data uit interviews beschouwen we de volgende kenmerken als belangrijke onderdelen van een academische houding. Naast een onderzoekende houding, een reflectieve houding, professionele nieuwsgierigheid, is ook het voortdurend zoeken naar mogelijkheden om de eigen praktijk te verbeteren, een onderdeel van de academische houding. De studie die we in deze paper presenteren is onderdeel van een promotieproject waarbij de focus ligt op de ontwikkeling van een academische houding van leraren in het basisonderwijs. In dit deelonderzoek staan de volgende hoofdvragen centraal: (1) welke professionele ontwikkelingsactiviteiten ondernemen leraren en (2) welke factoren en actoren zijn van invloed hierop volgens leraren en schoolleiders. Door middel van diepte-interviews zijn data verzameld onder 26 respondenten van 4 basisscholen. Deze scholen participeren in het project 'Academische Basisschool', waarbij professionele ontwikkeling van leraren en het ontwikkelen van een professionele cultuur op school belangrijke doelen zijn. De resultaten laten zien dat leraren van veel verschillende activiteiten leren. Informele activiteiten worden hierbij vaker genoemd dan formele activiteiten. Leraren geven in het bijzonder weer dat zij veel leren door interactie en samenwerking met collega's. Hoewel een onderzoekende houding één van de belangrijkste kenmerken van een academische houding is, worden onderzoeksactiviteiten nauwelijks als manier genoemd om professionele ontwikkeling te bewerkstelligen. De resultaten laten daarnaast zien dat schoolleiders een belangrijke rol spelen bij het stimuleren en faciliteren van leraren in het leren van en met elkaar.
DOCUMENT
De kwaliteit van de leraar basisonderwijs beïnvloedt de prestaties van leerlingen.Versterking van de professionaliteit van de leraar is daarmee een relevant thema. Dit proefschrift gaat in op hoe professionaliteit van leraren in het basisonderwijs op drie niveaus kan worden versterkt. Het eerste deel is gericht op het landelijke niveau. Allerlei beleidsmaatregelen die zijn genomen om de professionaliteit van leraren te versterken worden hierin beschreven. In het tweede deel, gericht op het bestuurlijk niveau, wordt verslag gedaan van een casestudie van twee schoolbesturen die de professionaliteit van hun leraren wilden versterken. In deze casestudie wordt de innovatie 'Academische Basisschool' geanalyseerd. Het derde deel is gericht op de versterking van de professionaliteit van leraren op schoolniveau. Door middel van interviews en observaties is onderzocht hoe leraren hier zelf aan werken en welke rol de schoolcultuur en de schoolleider daarbij speelt. Het proefschrift besluit met aanbevelingen op alle niveaus.
DOCUMENT
In de lerarenopleiding wordt aandacht besteed aan het ontwikkelen van pedagogisch handelen waarbij aangesloten wordt bij de ‘bekwaamheidseisen voor leraren basisonderwijs’. Het gaat dan om de ontwikkeling van pedagogische kennis en kunde en het stimuleren van bewustwording van het eigen handelen. Het expliciteren van het pedagogisch handelen van leraren is vaak nog lastig en blijft impliciet. Aanstaande leraren lijken zich wel bewust van het belang van hun pedagogische opdracht, maar kunnen hun pedagogisch handelen soms lastig verwoorden, onderbouwen of expliciteren. Zo ook bij het creëren van een oefenplaats voor burgerschapsvorming. Het ontbreekt hen aan taal om situaties te herkennen en hun pedagogisch handelen te duiden, terwijl ze er wel degelijk vorm aan geven. Dit onderzoeksproject heeft als doel om (aanstaande) leraren te ondersteunen bij het expliciteren van hun pedagogische opdracht bij het creëren van een oefenplaats voor burgerschapsvorming. Met behulp van de centrale vraag: “Op welke wijze kunnen alledaagse ervaringen – gericht op pedagogisch handelen bij het creëren van een oefenplaats voor burgerschapsvorming – benut worden om het handelen van (aanstaande) leraren te verstevigen?” wil de postdoc inzicht creëren in: - de manieren om alledaagse pedagogische ervaringen tot uitdrukking te brengen; en - de manier waarop deze ervaringen gebruikt kunnen worden om (aanstaande) leraren te ondersteunen bij de bewustwording van hun pedagogisch handelen en het zodoende te verstevigen. Het startpunt voor bewustwording is het expliciteren van alledaagse pedagogische ervaringen, zogenaamde lived experiences. Deze zijn de basis voor reflectie, dialoog met anderen en daarmee bewustwording. Het delen van verhalen over praktijkervaringen wordt gezien als een belangrijk startpunt bij het ontwikkelen van pedagogisch handelen . Bovenstaande sluit aan bij het instellingsplan 2017-2022 genaamd ‘Le(ra)ren met Lef’ en het onderzoeksprofiel van het onderzoekscentrum. De hbo-postdoc besteedt 50% van haar tijd aan onderzoek, de andere 50% wordt besteed aan het geven van onderwijs.
Om pabo-studenten betere feedback te geven tijdens hun stage, ontwikkelen we nieuwe formulieren waarmee studenten hun lessen kunnen voorbereiden.Doel De instructie die leraren aan leerlingen in het basisonderwijs geven moet beter. Dit is een belangrijke factor in het verbeteren van de prestaties van leerlingen. Tijdens hun stage krijgen pabo-studenten feedback op de manier waarop ze les geven. De formulieren voor lesvoorbereiding en voor feedback zijn niet voldoende. We ontwikkelen nu formulieren die de student beter ondersteunen in zijn professionele ontwikkelingsfase. Ook onderzoeken we in de praktijk of studenten baat hebben bij dit nieuwe formulier. Resultaten Uit het onderzoek blijkt dat de studenten die via de nieuwe manier werken een grotere groei vertonen in hun pedagogisch-didactische vaardigheden dan studenten van pabo’s die werken met het oude formulier. De combinatie van een nieuw lesvoorbereidingsformulier en feedback en observatie door de praktijkbegeleider blijkt dus succesvol. De nieuwe formulieren zijn na het onderzoek in gebruik genomen bij alle pabo-opleidingen. We blijven nauw samenwerken met de opleidingsinstellingen en met scholen waar pabostudenten werkervaring opdoen. Als lectoraat zullen we data blijven verzamelen over deze werkwijze, zodat we de aanpak kunnen aanpassen en verbeteren waar nodig. Looptijd 01 september 2013 - 31 december 2020 Aanpak Als eerste stap voeren we een literatuurstudie uit naar de bruikbaarheid van theorieën over de professionele ontwikkeling van aanstaande leraren. Dit is een raamwerk voor lesvoorbereidingsformulieren die aansluit op de fase waarin de student zich bevindt. Vervolgens ontwikkelen we deze formulieren. In de volgende fase van het onderzoek vergelijken we groepen studenten met elkaar. De ene groep krijgt een fase georiënteerde coaching aanpak, de andere groep niet. Deze aanpak bestaat uit drie onderdelen: Studenten gebruiken het nieuwe lesvoorbereidingsformulier, dat is afgestemd op hoe ver ze in hun opleiding zijn. Praktijkbegeleiders of schoolopleiders observeren de studenten op systematische wijze. Praktijkbegeleiders of schoolopleiders geven de studenten feedback op basis van hun observaties.
De groeiende aandacht voor computational thinking (CT) en programmeren in de klas is voor basisschoolleerkrachten aanleiding om te verkennen hoe zij CT handen en voeten kunnen geven in hun onderwijs. Ontwikkelingen binnen curriculum.nu, de recent gelanceerde leerlijn digitale geletterdheid van SLO en het toenemende arsenaal aan technologische onderwijsmiddelen als de Bee-Bot, Lego Mindstorms en Scratch bieden nieuwe mogelijkheden voor onderwijsontwikkeling, maar zorgen door de snelheid waarmee ze verschijnen tevens voor handelingsverlegenheid onder leerkrachten. Het resultaat is dat scholen materialen aanschaffen terwijl de leerkrachten niet altijd weten wat de mogelijkheden zijn van deze materialen, hoe ze van toegevoegde waarde kunnen zijn voor lesactiviteiten en leerdoelen en welke visie op CT ten grondslag ligt aan de inzet van deze materialen. Om binnen scholenbestuur SKBG op een eenduidige en doelgerichte manier te kunnen werken aan de CT-vaardigheden van leerlingen hebben leerkrachten en directeuren de handen ineen geslagen met docenten en onderzoekers van de lerarenopleiding basisonderwijs van Iselinge Hogeschool. Zij werken binnen de Academische Werkplaats Oost-Gelderland (AWOG) samen aan een op maat gemaakte leerlijn voor SKBG waarin een visie op CT en leerdoelen per leeftijdscategorie beschreven zijn, aangevuld met bij de doelen passende voorbeeldactiviteiten, suggesties voor het zinvol inzetten van technologische onderwijsmiddelen en informatie over CT in het basisonderwijs. Om de ontworpen materialen breed inzetbaar te maken binnen het bestuur is de wens om een online CT-kennisbank in te richten waar leerkrachten handvatten vinden om CT onderdeel te maken van hun onderwijs. Deze kennisbank kan door leerkrachten individueel gebruikt worden, maar ook als basis voor teamtraining en professionalisering. De inrichting en het gebruik van de kennisbank zijn context voor onderzoek naar de user journeys van basisschoolleerkrachten die op zoek zijn naar manieren om CT in de praktijk te brengen.