In ‘Goede condities voor startende leraren. Het waarom en hoe van een goed begeleidingsprogramma’ beschrijft Marco Snoek, lector Leren & Innoveren aan de Hogeschool van Amsterdam, de drie bronnen die het leren kunnen voeden. Het leren vanuit de theorie, het leren van ‘nabije anderen’ en het leren door ervaring. Samen met Brigit van Rossum, senior beleidsmedewerker Onderwijs & Ontwikkeling bij Signum Onderwijs, reflecteert hij op goede condities voor startende leraren. De handvatten die Marco en Brigit bieden voor het ontwikkelen van goede begeleidingsprogramma’s worden aangevuld met praktijkvoorbeelden van besturen en scholen uit het primair onderwijs en opleidingen over hoe zij de begeleiding van starters hebben vormgegeven. De vijftien voorbeelden van inductieprogramma’s met verschillende invalshoeken, een verschillende aanpak en verschillende activiteiten bieden een rijke inspiratiebron voor iedereen die zich bezighoudt met de begeleiding van beginnende leraren. De bundel is een weerslag van de werkconferentie die PO-Raad in april 2017 organiseerde.rond de begeleiding van startende leraren.
De kwaliteit en inhoud van de lerarenopleidingen zijn een voortdurend onderwerp van gesprek en discussie. Onderwijs is immers een sleutelvoorziening voor een samenleving en leraren (en dus ook de lerarenopleidingen) spelen daar een centrale rol in. Lerarenopleiders zijn op hun beurt bij uitstek degenen die vorm geven aan de inhoud en kwaliteit van de lerarenopleidingen. Bij dat vormgeven moeten zij daarom een antwoord geven op en een balans vinden tussen de drie kernopgaven voor de lerarenopleidingen: kwalificatie, socialisatie en persoonsvorming (Biesta, 2011; 2012). In november 2015 heeft met een groep van 10 lectoren (waaronder HvA lector Marco Snoek) een poging gedaan om die kernopgaven voor de lerarenopleidingen handen en voeten te geven (Geerdink et al., 2015). Daarbij vertaalden ze die kernopgaven naar drie niveaus: het niveau van de leraar met zijn leerlingen, het niveau van de lerarenopleider en zijn studenten, en het niveau van lerarenopleiders onderling. Die driedeling werkten zij voorbeeldmatig uit om tenslotte te reflecteren over mogelijke concrete implicaties of dilemma’s voor de lerarenopleidingen. Op deze wijze staan ze stil bij de doelen van de lerarenopleiding, bij de wijze waarop het leren rond deze doelen tot stand gebracht kan worden en tenslotte bij de wijze waarop ontwikkeling zichtbaar gemaakt kan worden. Met de notitie hebben de auteurs de hoop lerarenopleiders te inspireren om binnen opleidingsteams (van instituutsopleiders en schoolopleiders) na te gaan hoe zij reeds vorm geven aan kwalificatie, socialisatie en persoonsvorming in hun handelen en werken, en waar nog ruimte is om aan te scherpen of te verbeteren. Tijdens de VELON studiedag op 13 november 2015 presenteerde Marco Snoek de notitie in een keynote op de jaarlijkse studiedag van de Vereniging voor Lerarenopleiders Nederland VELON
MULTIFILE
Leerlingen verdienen een leraar die competent is, lesgeeft met passie en zich blijft ontwikkelen. Een kwalitatief hoogwaardige lerarenopleiding, waarin leren op de werkplek een belangrijk element is, zorgt voor zo’n beste leraar. Op de werkplek vindt zowel formeel als informeel leren plaats. Het leren op de werkplek is veelzijdig, authentiek, contextgebonden, gericht op socialisatie en betekenisverlening. Daarbij is zelfsturing door de lerende essentieel. Opleiden op de werkplek heeft als basis het verbinden van authentieke ervaringen met kennis en het stimuleren van zelfsturing door aanstaande leraren. Het lectoraat wil door middel van praktijkonderzoek een integratieve didactiek voor het leren op de werkplek ontwikkelen.
Academisch geschoolde leerkrachten kunnen in het primair onderwijs op allerlei manieren bijdragen. Scholen maken echter nog onvoldoende gebruik van hun kennis en kunde. Dit project richt zich op de ontwikkeling van een gemeenschap van studenten en opleiders met de focus op het vergroten van de onderzoekende cultuur binnen de opleidingsscholen en -instituten.Doel Dit project wil bijdragen aan: Het vergroten van de onderzoekende cultuur binnen scholen en opleidingsinstituten Het versterken van de positie van de academische leerkracht binnen de Opleidingsschool Utrecht-Amersfoort De vier werelden (hogeschool, studenten, universiteit en werkveld) dichter bij elkaar te brengen. Resultaten Dit onderzoek werkt toe naar de volgende beoogde opbrengsten (ondersteund vanuit het PRIME framework; zie Greven & Andriessen, 2019): Ten behoeve van kennisontwikkeling ontwikkelen we een beknopte en toegankelijke onderzoeksrapportage. Ten behoeve productontwikkeling ontwikkelen we tools/activiteiten om community vorming bij studenten en opleiders van de academische lerarenopleiding te stimuleren. Ten behoeve van persoonsontwikkeling willen we een bijdrage leveren aan gemeenschapsvorming van studenten en opleiders binnen de academische lerarenopleiding. Ten behoeve van systeemontwikkeling ontwikkelen we een bijdrage aan de positie van de academische leerkracht binnen Opleidingsschool Utrecht-Amersfoort. Looptijd 01 maart 2022 - 01 maart 2023 Aanpak We maken gebruik van een participatieve actieonderzoeksgerichte methode: we betrekken studenten en opleiders van de academische lerarenopleiding actief in het onderzoeksproces. Verder zijn de onderzoeksactiviteiten niet alleen gericht op het vergaren van kennis, maar ook op het verbeteren van het handelen. Downloads en links
Presentatievaardigheden worden gezien als een belangrijke 21st Century Skill. Toch blijkt het ontwerpen van effectief onderwijs gericht op presenteren een uitdaging, omdat leeromgevingen vragen om voldoende mogelijkheden voor oefening en feedback. Om studenten voldoende oefenmogelijkheden en waardevolle feedback te bieden, wordt de app Honest Mirror ontwikkeld, getest en geïmplementeerd.Doel Dit project richt zich op het ontwerpen van een applicatie voor de desktop waarmee studenten aan de hand van automatisch gegenereerde feedback - op houding en gebaren - hun presentatievaardigheid tijd- en plaats-onafhankelijk kunnen ontwikkelen. Hierdoor krijgen studenten rijkere oefenmogelijkheden en worden docenten ontlast, zodat zij zich meer kunnen richten op inhoudelijke aspecten en reflectie. Studenten kunnen de applicatie op termijn zowel thuis als in de klas gebruiken. In 2023 is de eerste, werkende versie van de Honest Mirror opgeleverd. Deze applicatie wordt nu verder ontwikkeld en getest. Resultaten Dit project beoogt de volgende resultaten op te leveren: Een app waarmee studenten tijd- en plaats-onafhankelijk hun presentatievaardigheden kunnen verbeteren Een gevalideerd feedbackmodel gericht op houding & gebaren Een onderzoekspublicatie over de effecten van de app in de onderwijspraktijk. Looptijd 01 september 2020 - 01 januari 2025 Aanpak In dit project wordt in een eerste fase de app Honest Mirror ontwikkeld. In diezelfde periode wordt er ook gewerkt aan een gevalideerd feedbackmodel, zodat studenten waardevolle informatie krijgen die hen ondersteunt bij de ontwikkeling van hun presentatievaardigheden. Vervolgens wordt de applicatie in verschillende domeinen van diverse hoger onderwijsinstituten toegepast, getest én verduurzaamd. Relevantie/Impact Dit project wordt gefinancierd door DLO en is onderdeel van een onderzoeksprogramma gericht op de inzet van innovatieve technologieën om presentatievaardigheden van studenten te ontwikkelen, zodat leeromgevingen meer: Gepersonaliseerd worden. Just-in-time ingezet kunnen worden. Dit zorgt ervoor dat studenten meer feedbackmogelijkheden gericht op hun vaardigheden kunnen krijgen. Extra informatie Het proefschrift van Stan van Ginkel (2019) over het ontwerpen van leeromgevingen om te leren presenteren. Een artikel in De Volkskrant (2018) waarin de waarde van een VR-app over leren presenteren wordt besproken. Een artikel in Computer Weekly (2019) over de waarde van VR voor het opleiden van leraren.
De nieuwe jeugdwet (2014) en de wet op passend onderwijs (2012) hebben als doel kinderen zoveel mogelijk in hun eigen leeromgeving laten opgroeien, waarbij het onderwijs en de jeugdhulp rondom het kind en het gezin worden georganiseerd (Coalitie passend onderwijs - jeugdhulp - zorg, 2018). Als gevolg hiervan wordt van professionals in het domein ‘kind en educatie’ (onderwijs, kinderopvang, sociaal werk, jeugdzorg, buurtwerk, sociaal werk en gemeente) steeds meer verwacht dat ze samenwerken met professionals uit verschillende sectoren om de zorg rondom het kind zo optimaal mogelijk te organiseren (interprofessioneel samenwerken). Van lerarenopleiders wordt verwacht dat zij studenten voorbereiden op het interprofessioneel samenwerken in de praktijk. Hiervoor is goed inzicht in deze complexe beroepstaak essentieel. In recente literatuur wordt de noodzaak van interprofessioneel samenwerken steeds benadrukt (Peeters, 2018; Slot & Leseman, 2019), echter een eenduidig beeld van wat goed interprofessioneel samenwerken inhoudt ontbreekt nog, evenals de complexiteitsfactoren die een rol spelen in het werkveld. In het postdoconderzoek wordt door cognitieve taakanalyse (CTA) inzichtelijk gemaakt welke kennis, vaardigheden en attitudes onderwijsprofessionals nodig hebben voor interprofessionele samenwerking. Door middel van interviews, observaties en expertmeetings met onderwijsprofessionals in tien goede praktijkvoorbeelden, wordt een vaardighedenhiërarchie ontwikkeld: een overzicht van alle vaardigheden en hun onderlinge relaties. Daarnaast worden complexiteitsfactoren in kaart gebracht. Deze inzichten worden gebruikt om onderwijsmodules te ontwikkelen voor opleidingen binnen KPZ. Uitgangspunt is het vier-componenten instructiemodel dat uitgaat van een hele-taak-benadering (Van Merriënboer & Kirschner, 2018). Dit model is uitermate geschikt voor het aanleren van complexe beroepstaken waarbij kennis, vaardigheden en attitudes geïntegreerd zijn. Studenten leren in authentieke leertaken (ontleend uit de CTA) oplopend in complexiteit interprofessioneel samen te werken. Naast het ondersteunen van studenten, draagt dit onderzoek bij aan professionalisering van lerarenopleiders en geeft het inzicht aan het werkveld in de volle breedte van interprofessioneel samenwerken.