Cybercriminaliteit is een veelvoorkomend probleem geworden in Nederland (CBS, 2022). Nederlandse gemeenten hebben cybercrime dan ook breed als beleidsprioriteit opgepakt. Gemeenten geven daarbij aan behoefte te hebben aan handvaten om hun inwoners en ondernemers weerbaarder te maken tegen cybercriminaliteit. In het project “Cyberweerbaarheid: Een gemeentelijk offensief ter preventie van slachtofferschap van cybercrime” werken professionals uit twaalf4 gemeenten en vier5 regionale veiligheidsnetwerken samen met onderzoekers van de Haagse Hogeschool, Hogeschool Saxion en het Nederlands Studiecentrum Criminaliteit en Rechtshandhaving (NSCR) aan wetenschappelijk onderbouwde interventies waaromee ambtenaren openbare orde en veiligheid de cyberweerbaarheid van burgers en bedrijven binnen hun gemeente kunnen vergroten. In dit rapport staat slachtofferschap van cybercriminaliteit onder mkb’ers centraal. Het midden‐ en kleinbedrijf (mkb) wordt relatief vaak slachtoffer van cybercriminaliteit en ondervindt hiervan in hoge mate schade (CBS, 2018; Notté et al., 2019). Met name de toename van slachtofferschap van ransomware binnen het mkb is een zorgelijke ontwikkeling. Het is van groot belang dat mkb’ers maatregelen nemen om een ransomware aanval te voorkomen en de schade zo veel mogelijk te beperken. Beschermende maatregelen worden echter door veel mkb’ers slechts in geringe mate ingezet (Bekkers et al., 2021; CBS, 2021; Notté et al., 2019; Veenstra et al., 2015). De cyberweerbaarheid van mkb’ers (het vermogen van een organisatie om cyberincidenten te weerstaan, daarop te kunnen reageren en van te herstellen, zodat de organisatie operationeel blijft) is daardoor te beperkt. In dit rapport presenteren we de ontwikkeling en evaluatie van een interventie genaamd “MKB Cyber Buddy’s”. Het doel van de interventie is om de weerbaarheid van mkb’ers tegen ransomware te vergroten. De interventie is er op gericht om mkb’ers niet alleen te informeren over cybercriminaliteit, maar ze ook door actieve deelname tot een positieve gedragsverandering te brengen. Onder mkb’ers verstaan we in dit onderzoek ondernemers met minimaal één en maximaal 250 werknemers. De hoofdvraag in dit rapport is: Is de interventie “MKB cyber buddy’s” een effectieve interventie voor Nederlandse gemeenten om de cyberweerbaarheid van mkb’ers in hun gemeente met betrekking tot ransomware te bevorderen? Het doel van dit rapport is tweeledig. Enerzijds beschrijft dit rapport de onderbouwing en ontwikkeling van de interventie “MKB Cyber Buddy’s”. Anderzijds beschrijft dit rapport de evaluatie van de pilot die is uitgevoerd in 2022, betreffende de effectiviteit, sterke kanten, valkuilen en onvoorziene gevolgen van de interventie. Hiermee zullen inzichten geboden worden in hoe de interventie verbeterd kan worden en in de toekomst op grotere schaal kan worden ingezet.
DOCUMENT
De Korte Interventie Methode is een laagdrempelige, kortdurende interventie gericht op communicatie problemen binnen niet-westerse migranten gezinnen. In dit hoofdstuk wordt deze interventie inhoudelijk toegelicht en onderbouwd.
DOCUMENT
BACKGROUND: Collaborative partnerships are considered an essential strategy for integrating local disjointed health and social services. Currently, little evidence is available on how integrated care arrangements between professionals and organisations are achieved through the evolution of collaboration processes over time. The first aim was to develop a typology of integrated care projects (ICPs) based on the final degree of integration as perceived by multiple stakeholders. The second aim was to study how types of integration differ in changes of collaboration processes over time and final perceived effectiveness.METHODS: A longitudinal mixed-methods study design based on two data sources (surveys and interviews) was used to identify the perceived degree of integration and patterns in collaboration among 42 ICPs in primary care in The Netherlands. We used cluster analysis to identify distinct subgroups of ICPs based on the final perceived degree of integration from a professional, organisational and system perspective. With the use of ANOVAs, the subgroups were contrasted based on: 1) changes in collaboration processes over time (shared ambition, interests and mutual gains, relationship dynamics, organisational dynamics and process management) and 2) final perceived effectiveness (i.e. rated success) at the professional, organisational and system levels.RESULTS: The ICPs were classified into three subgroups with: 'United Integration Perspectives (UIP)', 'Disunited Integration Perspectives (DIP)' and 'Professional-oriented Integration Perspectives (PIP)'. ICPs within the UIP subgroup made the strongest increase in trust-based (mutual gains and relationship dynamics) as well as control-based (organisational dynamics and process management) collaboration processes and had the highest overall effectiveness rates. On the other hand, ICPs with the DIP subgroup decreased on collaboration processes and had the lowest overall effectiveness rates. ICPs within the PIP subgroup increased in control-based collaboration processes (organisational dynamics and process management) and had the highest effectiveness rates at the professional level.CONCLUSIONS: The differences across the three subgroups in terms of the development of collaboration processes and the final perceived effectiveness provide evidence that united stakeholders' perspectives are achieved through a constructive collaboration process over time. Disunited perspectives at the professional, organisation and system levels can be aligned by both trust-based and control-based collaboration processes.
DOCUMENT