Omdat de aarde een uitputbare bron is en de vraag naar grondstoffen wereldwijd sterk toeneemt, neemt de vraag naar een circulaire economie toe (Dijksma & Kamp, 2016). De Nederlandse overheid heeft hierop ingespeeld door circulariteitsdoelen op te stellen om 50% minder primaire grondstoffen te verbruiken in 2030 en 100% in 2050 (de Bruijn, et al., 2019). In de bouwsector wordt hier invulling aan gegeven door circulair te bouwen. Bijvoorbeeld bij de gemeente Olst-Wijhe die een nieuwbouwwijk genaamd Olstergaard op een circulaire wijze wil realiseren door gebruik te maken van beschikbare aanpakken. Echter richten deze aanpakken zich alleen op het gebouw zelf en zijn er onvoldoende handvatten beschikbaar voor de bouwrijpfase. Om ook deze fase van een nieuwbouwproject circulair te realiseren, is een onderzoek uitgevoerd.
MULTIFILE
Kunstsocioloog Pascal Gielen verdedigt de hypothese dat de geglobaliseerde kunstwereld een ideaal terrein voor economische uitbuiting is. In de roes van de creative cities en de creatieve industrie omarmen overheden dit postfordistische werkmodel en sluiten zo naadloos aan bij de mondiale, neoliberale markteconomie. Gielen diept deze situatie uit en wil tegelijkertijd nieuwe alternatieven aanreiken, die de kunstwereld nodig heeft om haar eigen dynamiek en vrijheid te bewaren. Zijn zoektocht leidt hem naar plaatsen van gedeelde intimiteit en ‘slowability’ temidden van de hectische, globale flow van artistieke ontwikkelingen en trends. Deze derde editie is geheel herzien en bijgewerkt met Gielens meest recente inzichten in de politieke dimensies van kunst, autonomie en de relatie tussen kunst, ethiek en democratie.
Nieuwe migranten kloppen na aankomst met hun hulpvragen vaak als eerste aan bij informele netwerken. De Brusselse zelforganisatie De Mangoboom in Bloei is zo’n netwerk. Vrijwilligers van de organisatie bieden nieuwe migranten verlichting van allerhande eerste noden. Ze helpen bij het regelen van papieren, organiseren taalcursussen en ondersteunen bij huisvesting of gezondheidsproblemen. De organisatie is een van de praktijkvoorbeelden die aan bod komen in het boek Sociaal schaduwwerk. In hun boek belichten de Vlaamse auteurs Mieke Schrooten, Rebecca Thys en Pascal Debruyne dit fenomeen. Het gaat om minder zichtbare informele sociaalwerkpraktijken, die inspelen op noden waarop het formele circuit niet onmiddellijk een antwoord heeft. Praktijken die, zo schetsen de auteurs, de leefwereld van de leden van hun doelgroep als vertrekpunt nemen.
In de huidige Fast Fashion industrie blijft ruim dertig procent onverkocht. Daarnaast is de productie van textiel in verre landen ondoordoorzichtig en vindt die onder erbarmelijke omstandigheden plaats. Nederlandse producenten en (mode)labels krijgen nauwelijks greep op transparantie van de productie daar, maar missen ook het contact met de stofproducenten en de (vakmatige) dialoog hoe een stof eruit zou moeten zien. Vanuit deze behoefte zijn jonge, duurzame ontwerpers, maar ook gevestigde bedrijven op zoek naar duurzame, alternatieve stoffen die na gebruik van de consument ook weer via recycling in de keten kunnen worden gebracht. Daarbij hebben ze behoefte aan monitoring (wat is de werkelijke impact van de footprint) en ondersteuning in het vinden van marketing en duurzame designoplossingen. Het Project Going Eco, Going Dutch is een internationaal gezien uniek pilotproject waarbij textielproducenten en modebedrijven in samenwerking met Saxion en ArtEZ duurzame, lokaal geproduceerde textiele vezels tot garens, weefsels en breisels ontwikkelen en deze verwerken tot marktklare (mode)producten. Bijzonder is dat alle partners vanaf het begin samenwerken in de ontwikkeling en dat alle stappen in het proces onder de loep worden genomen. Het project draait om 3 onderzoeksvragen: Technische vraag: hoe kunnen we vanuit lokale vezels (hennep, wol en gerecyclede vezels) met lokale verwerkers en met input van modebedrijven een aantrekkelijk en hoogwaardig textiel maken. In welke kwaliteiten kan dat?; en wat is de feitelijke milieubelasting in cijfers? Design vraag: In welke toepassingen (interieur, babykleding, haute couture, confectie) zijn de breisels en weefsels toepasbaar? EN: Hoe kunnen we duurzaam ontwerpen? Welke Design4Recycling principes moeten we in acht nemen om het product na gebruik weer in de keten terug te kunnen brengen? Welke factoren kunnen het ontwerp- en realisatieproces verduurzamen? Branding & Marketing vraag: Hoe kan lokaliteit, materiaalhergebruik en duurzaamheid aantrekkelijk gecommuniceerd (gebrand) worden in een modemerk ? En wat is de concurrentiepositie van deze pilotproducten? De resultaten zijn opschaalbaar EN kunnen in andere regio's in binnen- en buitenland worden toegepast. Belangrijkste feitelijke gegevens zoals ?do and don?ts en cijfermatige onderbouwing van kwaliteit en ecologische footprint zullen ?open source? met (inter)nationale partners gedeeld worden. Het project past binnen de innovatieagenda van CLICKNL|NextFashion op het onderwerp Duurzaamheid en bij de CLICKNL-SRIA op de onderwerpen ?creating futures?, ?reinventing innovation?, ?business transformation?.
Het praktijkgerichte, verkennende onderzoeksproject Sound Soils speelt in op de vraag van muziekprofessionals om rurale contexten als toekomstig werkveld te willen verkennen. Het heeft als doel het formuleren van kansen voor musici en muziekorganisaties in Noord-Nederlandse rurale gebieden, met specifieke aandacht voor participatieve muziekpraktijken, als mogelijke opmaat naar (ontwerpend) actie-onderzoek als vervolg op dit projectvoorstel.