UNLABELLED: Public library makerspaces intend to contribute to the development of children from marginalized communities through the education of digital technology and creativity and by stimulating young people to experience new social roles and develop their identity. Learning in these informal settings puts demands on the organization of the makerspace, the activities, and the support of the children. The present study investigates how children evaluate their activities and experiences in a public library makerspace both in the after-school programs and during school visits. Furthermore, it examines the effectiveness of the training program for the makerspace coaches. The study covers self-evaluations by children ( n = 307), and interviews with children ( n = 27) and makerspace coaches ( n = 11). Children report a lot of experiences concerning creating (maker skills, creativity) and maker mindset (motivation, persistence, confidence). Experiences with collaboration (helping each other) were mentioned to a lesser extent. Critical features of the training program for makerspace coaches were (i) adaptation to the prior knowledge, skills and needs of makerspace coaches, (ii) input of expert maker educators, (iii) emphasis on learning by doing, (iv) room for self-employed learning, and (v) collaboration with colleagues. SUPPLEMENTARY INFORMATION: The online version contains supplementary material available at 10.1007/s41979-022-00070-w.
DOCUMENT
In het project Curious Hands doen Vanessa van’t Hoogt en Imka Buurke onderzoek naar manieren om maakonderwijs een centralere plek te geven op scholen. Bij leren maken is de balans tussen structuur en ruimte geven cruciaal. In deze bijdrage belichten de onderzoekers de eerste bevindingen uit twee pilotstudies bij werkplaatsen van Academie Minerva en E-labs in het voortgezet onderwijs.
DOCUMENT
In het magazine “Blijven werken in onderwijs”, uitgebracht ter gelegenheid van het 4-jarig bestaan van het lectoraat Werken in Onderwijs, lees je meer over de vragen, inzichten, thema’s en mensen van het lectoraat.” Met bijdragen van: Mieke Koeslag-Kreunen, Saskia Brokamp, Patricia Brouwer,, Angela de Jong, Kaoutar El Khatoutti, Elsemarijn Ippel, Mees Kok, Maaike Koopman, Anneke Offereins, Tamar Tas, Edy van Renselaar, Bibi van Wolput
LINK
In dit onderzoek worden de kansen van ontwerp- en maakonderwijs benut om aansprekend techniekonderwijs voor de theoretische leerweg van het vmbo te ontwikkelen. Het onderzoek betreft zowel de onderbouw als de bovenbouw.

In dit onderzoek worden de kansen van ontwerp- en maakonderwijs benut om aansprekend techniekonderwijs voor de theoretische leerweg van het vmbo te ontwikkelen. Het onderzoek betreft zowel de onderbouw als de bovenbouw. Doel Het doel is om inzichten te ontwikkelen in de mogelijkheden en uitdagingen die ontwerp- en maakonderwijs met zich meebrengen voor vmbo scholen (theoretische leerweg), vooral in de grote steden. Het gaat daarbij om het ontwikkelen van interesse in techniek en bètatechnologische geletterdheid van leerlingen. Resultaten De verwachte resultaten liggen op het gebied van inzicht in de benodigde docentcompetenties, geschikte opdrachten voor leerlingen, randvoorwaarden, en manieren van samenwerking met bedrijven. Ook worden concrete opdrachten voor leerlingen uitgewerkt, die bruikbaar zijn voor andere scholen, en aanbevelingen voor landelijke examenprogramma’s. Looptijd 01 september 2019 - 01 december 2022 Aanpak Samen met vmbo-docenten wordt onderwijs ontwikkeld en uitgeprobeerd. Door tussentijdse evaluaties wordt de didactische aanpak steeds verder verfijnd.
Leren door te maken; hoe werkt dat in de praktijk op een middelbare school? Promotieonderzoeker Imka Buurke onderzoekt het vormgeven van een Educational Laboratory (E-lab) waarin belichaming en materialiteit een rol spelen tijdens het leren door leerlingen. Dit promotieonderzoek is onderdeel van het onderzoeksprogramma Curious Hands: Moving Making to the Core of Education, dat gefinancierd wordt door NWO.Van oudsher is het Nederlandse onderwijs gebaseerd op het idee dat kennis, cognitie en leren, abstracte processen zijn in het individuele brein en gescheiden zijn van het lichaam, van de materie en van het sociale. Op dit moment neemt de erkenning van het belang van materialiteit en belichaming in het onderwijs toe. Daarbij spelen er sinds 2014 landelijke ontwikkelingen in de richting van beter techniekonderwijs, maakonderwijs en digitale geletterdheid in het onderwijscurriculum van het voortgezet onderwijs.Dit onderzoek laat zien hoe de kunst en artistieke leerprocessen kunnen fungeren als een inspiratie voor onderwijsvormen waarin het belang van materialiteit en belichaming wordt hersteld. Het richt zich op het vormgeven van onderwijs in Educational Laboratories (afgekort E-labs) waarin belichaming en materialiteit een rol spelen tijdens het leren door te maken.Titel: Curious Hands in het Educational laboratory Dit onderzoek is een onderdeel van het onderzoeksprogramma Curious Hands: Moving Making to the Core of Education. Een onderzoek naar het vormgeven van een Educational Laboratory waarin belichaming en materialiteit een rol spelen tijdens het leren door te maken. Traditioneel is het westerse onderwijs (inclusief Nederlands onderwijs) gebaseerd op het idee dat kennis, cognitie en leren, abstracte processen zijn in het individuele brein en gescheiden zijn van het lichaam, van de materie en van het sociale. Dit idee is echter de afgelopen eeuwen zwaar besproken, en op dit moment neemt de erkenning van het belang van materialiteit en belichaming in het onderwijs toe (Newen, De Bruin & Galagher 2018.) Dit onderzoek draagt bij aan deze ontwikkeling door te laten zien hoe de kunst en artistieke leerprocessen kunnen fungeren als een inspiratie voor vormen van onderwijs waarin het belang van materialiteit en belichaming in het onderwijs wordt hersteld. Een bijdrage aan de hoognodige herwaardering van belichaamde impliciete kennis (tacit knowlege) zoals bijvoorbeeld te vinden is in vele ambachten en technische beroepen. Dit onderzoek richt zich op het vormgeven van onderwijs in Educational Laboratories (afgekort E-labs) waarin belichaming en materialiteit een rol spelen tijdens het leren door te maken. Het onderzoek sluit aan op landelijke ontwikkelingen die zich sinds 2014 in het Nederlandse onderwijs afspelen. Een ontwikkeling in de richting van beter techniekonderwijs, maakonderwijs en digitale geletterdheid in het onderwijscurriculum van het primair en voortgezet onderwijs.