Achter de Wet Maatschappelijke Ondersteuning schuilt een wereld van vooronderstellingen. Eén aanname is dat door de sociale cohesie in de buurt te versterken bewoners meer voor elkaar zullen zorgen. Een andere is dat er een tekort dreigt in het aanbod van informele zorg. Uit het onderzoek dat ten grondslag ligt aan dit artikel blijkt dat deze vooronderstellingen niet overeenstemmen met wat zich werkelijk afspeelt in de buurt.
Vanuit eerder onderzoek is het vermoeden ontstaan dat de inzet van buurtsportcoaches kan bijdragen aan allerlei maatschappelijke veranderingen waarvan we op dit moment geen of nauwelijks weet hebben of welke niet of nauwelijks aantoonbaar gemaakt kunnen worden. Voor de gemeente Den Haag is een breed inzicht in de opbrengsten van de buurtsportcoach van belang om een overwogen en onderbouwd besluit te kunnen nemen over de inzet van de buurtsportcoaches en sportstimuleringsprojecten. Het doel van dit onderzoek is daarom het inzichtelijk maken van de maatschappelijke veranderingen die buurtsportcoaches in Den Haag teweeg brengen. Daartoe worden in dit onderzoeksrapport maatschappelijke veranderingen beschreven die optreden als gevolg van de inzet van de buurtsportcoach in de gemeente Den Haag, in de perceptie van verschillende stakeholders. Het onderzoeksrapport – en met name het resultatenhoofdstuk – is als het ware een foto van de huidige situatie. Dit onderzoeksrapport bevat tevens aanbevelingen gericht op het versterken van maatschappelijke veranderingen die ontstaan door de inzet van de buurtsportcoach.
Onderzoekers van het MOVES-onderzoeksprogramma hebben een vierde whitepaper uitgebracht. In deze publicatie is de belangrijkste kennis over maatschappelijke effecten van topsportevenementen bij elkaar gebracht. Ook zijn er kennishiaten benoemd die richting geven aan vervolgonderzoek. De thema’s die worden behandeld zijn: sportdeelname, welzijn, sociale cohesie, trots en geluk. Daarnaast is beschreven op welke manier topsportevenementen als hefboom (‘podium’) gebruikt kunnen worden en hoe dat tot impact en legacy kan leiden. Dit whitepaper maakt deel uit van werkpakket 4.
Veranderd landgebruik en klimaatverandering zetten de natuur onder druk en leiden steeds vaker tot maatschappelijke vraagstukken die om duurzame oplossingen vragen. Antwoorden liggen vaak in de natuur om ons heen, maar de vraag is hoe we die vinden terwijl de natuur door ons onder druk wordt gezet. Het voorgestelde lectoraat ‘Ecologische Wijs: Insecten & Maatschappij’ maakt via ecologisch en praktisch onderzoek aan insecten verbanden inzichtelijk tussen organismen en hun omgeving, en tussen mens, omgeving en natuur. Het voorgestelde lectoraat verbindt de educatieve kracht van Aeres Hogeschool Wageningen (AHW) met natuurwetenschappelijke onderzoek van het Nederlands Instituut voor Ecologie (NIOO-KNAW). Deze verbinding zorgt voor synergie die nodig is om vooruitgang te boeken bij de transitie naar een maatschappij die duurzaam met natuur kan samenwerken. Het voordeel is tweeledig: onderwijs van AHW-studenten en hun toekomstige leerlingen in groen (V)MBO wordt verrijkt met het denken in verbanden en systemen terwijl fundamenteel onderzoek van het NIOO-KNAW sneller kan inspelen op praktijkvragen. De voorgestelde onderzoekslijn bestaat uit twee subthema’s: (1) het beheersen van insectenplagen en (2) het stimuleren van insectenbiodiversiteit. Hierbij snijdt het mes eveneens aan twee kanten: door biodiversiteit te bevorderen krijgen plaaginsecten minder kans, en door ecologische beheersing van plaaginsecten, kan biodiversiteit toenemen. De lector zal starten met onderzoek aan natuurlijke vijanden van de eikenprocessierups. Deze insecten veroorzaken in toenemende mate overlast in Nederland door veranderd landgebruik en klimaat-gerelateerde factoren. Het NIOO-KNAW heeft de unieke mogelijkheid om het hele scala aan natuurlijke vijanden (gewervelden, ongewervelden en micro-organismen) systematisch te onderzoeken. Het tweede subthema richt zich op de vraag hoe vegetatiebeheer kan worden ingezet om insectenbiodiversiteit te stimuleren. Deze thema’s spreken naast een breed publiek ook een breed scala aan stakeholders aan. Met dit lectoraat worden dan ook veel kansen gecreëerd om ecologische kennis te ontwikkelen en benutten met de groene beroepspraktijk en beroepsonderwijs.
De meerwaarde van ‘Leren met de stad’ is tweeledig. Vanuit het onderwijs is het een goede ontwikkeling als studenten tijdens hun opleiding in aanraking komen met actuele maatschappelijke vraagstukken. Daarnaast kunnen instellingen als de universiteit en de hogeschool met hun kennis bijdragen aan de samenleving, aan de wijken van Leiden en aan vraagstukken van de Leidse burger. ‘Leren met de stad’ gaat om het creëren van een leeromgeving - via de ‘Leidse Kenniswinkel’ (= werktitel) en de Studio - waarin studenten van de Universiteit Leiden en Hogeschool Leiden hun talenten kunnen ontwikkelen en samen werken, met bewoners, aan maatschappelijke vraagstukken in de stad. In de Leidse Kenniswinkel - in navolging van initiatieven zoals BOOT (HvA) en WIJS (Groningen) - werkt een multidisciplinair team van studenten. De studenten geven advies vanuit hun vakgebied en kunnen activiteiten organiseren voor en met bewoners. Complexere vraagstukken in de stad, die ook via de Kenniswinkel naar voren kunnen komen, worden binnen de Studio onderzocht, door studenten van verschillende opleidingen. Op deze manier leveren de studenten een bijdrage aan de stad Leiden, en leren ze van en met elkaar en van de bewoners. In 2019 is een begin gemaakt met deze activiteiten en zijn al verbindingen tot stand gebracht tussen vragen uit de stad en onderwijs en onderzoek, bij zowel hogeschool als universiteit. In 2022 willen we in Leiden een structuur hebben ontwikkeld die de hierboven genoemde leeromgeving ondersteunt. Vanaf 2020 gaan we actief inzetten op het ontwikkelen van een eerste ’Leidse Kenniswinkel’. We bouwen verder aan het netwerk van betrokken ambtenaren, maatschappelijke organisaties, docenten, onderzoekers en vooral studenten. Ook ondersteunen we de samenwerking van de verschillende partijen, via netwerkbijeenkomsten en andere middelen, zodat het samen werken aan maatschappelijke vraagstukken in Leiden een vanzelfsprekend onderdeel wordt in de opleiding van studenten.
Eindhoven en Tilburg zijn welvarende regio's. Maar niet iedereen deelt mee. Uiteenlopende maatschappelijke vraagstukken vergroten de verschillen tussen inwoners en zetten de sociale cohesie in de wijken onder druk. Overheden en professionals zetten programma's in, maar het lukt vaak niet om inwoners te bewegen en transformaties in de wijk te realiseren. Om de maatschappelijke vraagstukken succesvoller aan te pakken wil het consortium de kennis-infrastructuur in de stad versterken. De bestaande Hybride Leeromgevingen (HLO’s) in de wijken worden doorontwikkeld, zodat studenten samen met professionals beter in staat te zijn om vraagstukken van de stad bij inwoners op te halen (vraaggestuurd) in plaats van eigen beroeps- of schoolopdrachten uit te voeren (aanbodgestuurd). Inwoners krijgen hierdoor meer regie over hun eigen vraagstukken. Bovendien worden de HLO's via een nieuw netwerk met elkaar verbonden, zodat ze hun kennis kunnen delen en van elkaar leren. Dit nieuwe kennisnetwerk is de Inclusive Learning Community. Het bestaat uit KennisPunten (de verbeterde HLO's) op fysieke locaties in de wijken en een centraal KennisLab, waar het netwerk wordt beheerd, de kennis wordt verzameld en complexe transdisciplinaire vraagstukken worden aangepakt. In een KennisPunt worden meer studenten ingezet dan in de huidige HLO's, in een multi-level samenwerking met studenten van andere onderwijsinstellingen. Zij werken er nauw samen met wijkinwoners, professionals, docenten en onderzoekers. De KennisPunten worden zo rijke lerende en innoverende omgevingen die volledig in het curriculum zijn ingebed en nieuwe kennis, skills en een includerende attitude genereren. Met behulp van de City Deal Kennis Maken 2023 wil het consortium 12 bestaande HLO's analyseren om via design thinking tot het ideale model voor het KennisPunt en KennisLab te komen. Daarna willen we het model uitrollen naar zoveel mogelijk van de huidige 131 HLO's.