Waarom dit kwalitatief onderzoek naar besturing van woningcorporaties? Omte begrijpen en patronen te ontdekken over het hoe en waarom van hetfunctioneren van woningcorporaties in de samenleving zoals zij dat nu doen.Dit kwalitatieve onderzoek gaat over het zoeken naar ideeën, achtergronden,motieven, weerstanden en beweegredenen en is daarmee geschikt om devolgende centrale vraag te beantwoorden: Zijn er tegenstrijdigheden in demaatschappelijke waarden die ten grondslag liggen aan woningcorporatiesdie gevolgen hebben voor de manier waarop zij bestuurd worden?Deelvragen daarbij zijn: (1) Kunnen de maatschappelijke doelstelling dusdaniggeordend worden dat de waarden die hieraan ten grondslag liggentransparant gemaakt worden?, (2) Wat is die maatschappelijke ondernemingwoningcorporatie, wat is haar rol in de samenleving en wat is maatschappelijkvastgoed?, (3) Hoe kunnen waarden en oriëntatie van corporaties getoetstworden op basis van het criterium maatschappelijke relevantie?, (4) Hoestuurt de bestuurder nu in de praktijk, maakt hij gebruik vanbesturingsmodellen en zijn theorieën omtrent Corporate Real EstateManagement (CREM), die ontleend zijn aan de commerciële sector nuttig?,(5) Hoe ziet die vernieuwende besturing van woningcorporaties eruit? en (6)Kan inzicht gegeven worden in besturingsvragen over maatschappelijkvastgoed?.
DOCUMENT
Inderdaad, er is een filosofie voor het Hoger Beroepsonderwijs, en wel de filosofie van de waarden. Zaken als "professioneel handelen", "professionele verantwoordelijkheid" en "normativiteit" gaan uit van de realiteit van waarden. De HBO-onderwijspraktijk en de HBO-onderzoekspraktijk vooronderstellen een zinvol, filosofisch kader, zoals ook de beroepspraktijk uitgaat van de zinvolheid van het professionele handelen. Daarom is het nodig dat we beschikken over een "kleine waardeleer". Waarden hangen samen met normen, met persoonlijke voorkeur en professionele eisen, maar voor alles zijn waarden ideeën die zich uitdrukken in het handelen. Daarom ook zijn radicale waarden voor ons van belang, waarden als rechtvaardigheid, schoonheid, duurzaamheid, vrijheid en tolerantie. Radicale waarden liggen ons na aan het hart. Zij zijn open geformuleerd en ze begeleiden ons handelen. Radicale waarden zijn soms theoretische waarden, maar in het bijzonder kennen we deze waarden als praktische waarden. Zij doen een appel op ons als mens, als burger en als beroepsbeoefenaar. Het onderzoek en onderwijs binnen het lectoraat Filosofie wil met studenten en medewerkers van Fontys Hogescholen waarden leren verkennen en onderzoeken, en maakt daarbij gebruik van filosofische dialogen, toegepast onderzoek, mooie teksten en beelden.
DOCUMENT
In deze lectorale rede worden allereerst een aantal belangrijke ontwikkelingen geschetst, zoals die plaatsvinden in educatieve praktijken. Het gaat dan om toenemende globalisering en de daarmee gepaard gaande demografische, sociale en economische veranderingen, de transitie van een medisch model van kijken naar kinderen en jongeren met gedragsproblemen en leermoeilijkheden naar een sociaal model, en de professionaliteit van leerkrachten die onder druk is komen te staan. Wat betekenen deze voor het denken over professionaliteit en welke doelstellingen komen daaruit voort voor het lectoraat Professionele waarden in kritische dialoog? In het tweede deel wordt ingegaan op verschillende opvattingen over professionaliteit: de autonome, reflectieve, normatieve en democratische professionaliteit. Al deze opvattingen zijn belangrijk voor de professionele ontwikkeling van leerkrachten anno 2010, maar de laatste twee zijn de belangrijkste daarin. In deel drie zet ik in het verlengde van de opvattingen over normatieve en democratische professionaliteit de drie pijlers voor dit lectoraat uiteen: relationele agency, waarden, en kritische dialoog. Deze vormen de grondslag voor het werkprogramma van het lectoraat, dat in het laatste deel aan de orde komt.
DOCUMENT
De veronderstelling is dat jeugdhulpprofessionals de context en situatie van burgers meenemen en, indien nodig, maatwerk leveren. Dit onderzoek identificeert vijf maatschappelijke verwachtingen die jeugdhulpprofessionals ervaren rond maatwerk: (1) jeugdhulpverleners kunnen alle problemen oplossen, (2) jeugdhulpverleners plaatsen jongeren onterecht uit huis, (3) het probleem ligt bij de jongere, (4) jeugdhulp is niet beschikbaar als het nodig is, en (5) jeugdhulp kan efficiënter. Deze maatschappelijke verwachtingen verschillen van de verwachtingen vanuit de overheid, de beroepsgroep en de markt doordat ze moeilijker grijpbaar zijn. Tegelijkertijd spelen ze een wezenlijke rol in het dagelijks werk van jeugdhulpprofesssionals. Vanwege de complexe problemen van jongeren is het belangrijk dat in de jeugdhulp zowel een resultaatgerichte als procesmatige invulling aan maatwerk wordt gegeven.
DOCUMENT
Een transformatie naar een nieuw economisch paradigma gaat niet vanzelf: wij maken als mensen onderdeel uit van het gevestigde systeem en gedragen ons daar ook naar. Om een echte transformatie te kunnen maken naar een samenleving met nieuwe en andere waarden moeten we eerst te rade gaan bij onszelf. Waarom doe ik wat ik doe? Hoe verhoud ik mij tot anderen en de samenleving? Wat is het effect daarvan? Word ik daar gelukkig van? Kan het ook anders? We moeten leren om kritisch te kijken naar onszelf, de natuur, de maatschappij, de systemen die wij gecreëerd hebben, waaronder ook ons eigen onderwijssysteem. Rust en stilte Dit nadenken en bezinnen kan alleen vanuit rust en stilte. In het muziekstuk 4’33” van componist John Cage spelen de opgestelde muzikanten 4 minuten en 33 seconden lang geen noot. Met de verwijzing naar dit muziekstuk willen de schrijvers benadrukken dat het nemen van rust en stilte in een tijd van een steeds sneller draaiende economie met meer en meer burn-outs (van mensen, systemen en uiteindelijk ook de Aarde) geen vanzelfsprekendheid is. Het zoeken naar rust en stilte in een dolgedraaide wereld vergt om een actieve inspanning. Vanuit het bewustzijn dat vanuit het stilstaan ontstaat is het mogelijk ons ONT-wikkelen: het losmaken van ingesleten patronen, waarden en gewoonten die ons met de paplepel zijn ingegoten. Een mindshift is nodig is om te komen tot andere maatschappelijke waarden en systemen. Het slagen van de circulaire economie is daarvan in grote mate afhankelijk. Deze vergt andere waardesystemen, andere vormen van samenwerking en een andere consumentenvraag. Die komen er niet vanzelf, dat vergt tijd, inspanning en zelfreflectie op alle niveaus. Behoefte Het boek is geschreven door het ‘collectief circulaire economie’: een samenwerkingsverband tussen auteurs van binnen en buiten Fontys. Het doel van het boek is een nieuw licht te werpen op de benodigde transitie naar een circulaire economie. Het voorziet daarmee in een behoefte van onze studenten, die vragen om meer literatuur over circulaire economie. Daarnaast is het boek ook bedoeld voor docenten en professionals. In de diverse hoofdstukken laten de auteurs zien dat de transitie naar een circulaire economie meer is dan het sluiten van grondstofkringlopen. Zij betogen dat een circulair economisch model niet verenigbaar is met het huidige economische systeem gericht op onstuitbare groei en financiële winstmaximalisatie. De transitie naar een echt circulaire economie vergt een grotere transformatie van de maatschappij als geheel: van een competitieve naar een meer coöperatieve samenleving, van een individualistische naar een netwerksamenleving en van het loslaten van ingesleten consumptiepatronen zoals de wens tot steeds meer bezit. Dat er hierin al iets aan het veranderen is in de maatschappij is zichtbaar: een bijvoorbeeld is de razendsnelle en succesvolle opkomst van servicegerichte bedrijvigheid, zoals bijvoorbeeld Swapfiets, waarbij studenten voor een vast per maand altijd een werkende fiets ter beschikking hebben
LINK
Lectorale Rede. Een op waarden gebaseerde vastgoedstrategie stelt de onderneming in staat een competitieve strategie aan te gaan.De rode draad in het curriculum vitae van Jan Veuger (1966) is strategisch management van (maatschappelijk) vastgoed in het bedrijfsleven en de corporatiesector. Jan ronde zijn studie Master of Real Estate (MRE) in 2006 af op een onderzoek over governance van een woningcorporatie en samenhang van (kwaliteits)instrumenten. Hij is daarmee onderscheiden als beste student MRE in 2006. Jan is directeur van CORPORATE © Real Estate management, lector Maatschappelijk Vastgoed Kenniscentrum NoorderRuimte Hanzehogeschool Groningen, lid Committee of quality certificates (CKV) bij Kwaliteitscentrum Woningcorporaties Huursector (KWH), toezichthouder bij vier verschillende regionale maatschappelijke organisaties (130 tot 2000 werknemers) op het gebied van onderwijs, jeugd- en ouderenzorg. Verder is Jan visitator, voorzitter stichting Kwaliteit Ontwikkeling Verbetering Onderhoudsbedrijven Nederland (KOVON), Fellow of the Royal Institution of Chartered Surveyors (RICS), auteur van 7 boek(del)en, 33 artikelen, 4 syllabi en 49 (onderzoeks)rapporten.
DOCUMENT
Vanuit eerder onderzoek is het vermoeden ontstaan dat de inzet van buurtsportcoaches kan bijdragen aan allerlei maatschappelijke veranderingen waarvan we op dit moment geen of nauwelijks weet hebben of welke niet of nauwelijks aantoonbaar gemaakt kunnen worden. Voor de gemeente Den Haag is een breed inzicht in de opbrengsten van de buurtsportcoach van belang om een overwogen en onderbouwd besluit te kunnen nemen over de inzet van de buurtsportcoaches en sportstimuleringsprojecten. Het doel van dit onderzoek is daarom het inzichtelijk maken van de maatschappelijke veranderingen die buurtsportcoaches in Den Haag teweeg brengen. Daartoe worden in dit onderzoeksrapport maatschappelijke veranderingen beschreven die optreden als gevolg van de inzet van de buurtsportcoach in de gemeente Den Haag, in de perceptie van verschillende stakeholders. Het onderzoeksrapport – en met name het resultatenhoofdstuk – is als het ware een foto van de huidige situatie. Dit onderzoeksrapport bevat tevens aanbevelingen gericht op het versterken van maatschappelijke veranderingen die ontstaan door de inzet van de buurtsportcoach.
DOCUMENT
Presentatie over de sociaal-maatschappelijke effecten van sportevenementen. Ondermeer op basis van onderzoek naar het breedtesport effect (trickle down effect) en de integrerende waarde van het Wereldkampioenschap CP-voetbal in Drenthe. Abstract en presentatie tijdens de Dag van het Sportonderzoek in Amsterdam op 4 november 2011.
DOCUMENT
Maatschappelijke discussies waarin publieke waarden met elkaar botsen, worden na verloop van tijd vaak groter en krijgen een breder publiek. Organisaties kunnen op verschillende manieren, bedoeld of onbedoeld onderdeel worden van zulke discussies. Hijs je dan de stormbal, ga je 'vol op het orgel' of duik je in een donker hoekje? Behalve een uitleg volgt in deze post ook een oproep: We willen graag in contact komen met MKB-ondernemingen die bij (online) maatschappelijke discussies betrokken worden of willen worden, door zelf stelling te nemen. Of die juist willen voorkomen dat ze er onbedoeld bij betrokken raken.
DOCUMENT
Samenvattend overzicht van de inzichten uit de literatuur tot 1996 over de maatschappelijke betekenissen van sport op het gebied van gezondheid, sociale binding en economie.
DOCUMENT