Hoe snel evolueert de markt en wat zien we daarvan nu terug in organisaties? Kunnen en willen organisaties in Nederland zich aanpassen aan snel veranderende omstandigheden: tempo van de markt, nieuwe technologieën en klantvraag? Is reality-pull alleen het nieuwe buzz-word of voorwaarde om te overleven? Gelden de bestaande ideeën over marktsegmentatie nog wel? In dit artikel presenteren we de resultaten van een onderzoek dat we hiernaar gedaan hebben.
DOCUMENT
1e alinea column: Organisaties bestaan in feite omdat ze goedkoper dan de markt samenwerking organiseren. Dit eenvoudige gegeven ligt onder vrijwel alle analyses van de impact van Internet: Internet verlaagt de externe markttransactiekosten. Interne coördinatiekosten van de organisatie moeten dus naar beneden op straffe van verdampen van de organisatie. Dat dat proces in volle gang is getuigen de vele kostenbesparingsprogramma's en reorganisaties bij (grote) ondernemingen. Die zullen ook niet meer ophouden, voorspel ik je en uiteindelijk zullen de meeste corporates hele andere organisatie vormen krijgen, gebaseerd op P2P crowdsouring en zelfsturing. Hier trend 3 van 6.
LINK
Oratie bij de aanvaarding van het lectoraat Sportbusiness aan de Fontys Economische Hogeschool Tilburg op 8 juni 2005.
DOCUMENT
The Internet is changing the way we organize work. It is shifting the requirements for what we call the “schedule push” and the hierarchical organization that it implies, and therefore it is removing the type of control that is conventionally used to match resources to tasks, and customer demand to supplies and services. Organizational hierarchies have become too expensive to sustain, and in many cases their style of coordination is simply no longer necessary. The cost complexity of the industrial complex starts to outweigh the benefits, and the Internet is making it redundant. The question I put forward in this Article, after a short description of how I envision “the change,” is what new requirements should be met by software in order to meet the requirements of the networked economy. Business will develop from Business-to-Consumer (B2C) to Consumer-to- Business (C2B) to People-to-People (P2P), customers more and more taking control over business activities, overhead being replaced by customer focus. This is also a new reality for the software world.
DOCUMENT
Op 1 januari 2007 is officieel bij de faculteit Economie en Management (FEM) van Hogeschool Utrecht het kenniscentrum InnBus van start gegaan. InnBus kan gezien worden als een faculteitsbreed kenniscentrum1 waarbinnen alle lectoraten worden ondergebracht. De naam InnBus staat daarbij voor Innovatie en Business. Bij de inrichting van dit kenniscentrum naar domeinen voor de lectoraten is op een specifieke wijze aansluiting gezocht bij bestaande, algemeen geaccepteerde indelingen naar de Business-deelvakgebieden: Finance; Accountancy; Organisatie & Strategie; Informatiekunde; Marketing. Door hergroepering, splitsing en het uitlichten van International Business is een centrum in ontwikkeling ontstaan, waarbinnen in de nabije toekomst zes lectoraten functioneren. De achterliggende gedachte is het positioneren van de faculteit Economie en Management als kennisonderneming met taken op het gebied van kennisontwikkeling en kennisspreiding, gericht op de versterking van het innoverende vermogen van bedrijven en instellingen in de regio. De daarbij geformuleerde randvoorwaarden luiden: Te ontwikkelen kennis ontstaat vanuit aangetoonde maatschappelijke behoeften; De nieuwe kennis is gericht op professionalisering van de beroepspraktijk; De kennisontwikkeling voldoet aan methodische vereisten. Kort samengevat: binnen het faculteitsbrede kenniscentrum wordt bedrijfeconomisch relevant toegepast onderzoek gedaan, gericht op bedrijven en instellingen in de regio. De keuze voor de regio heeft tot gevolg dat er een zekere voorkeur voor branches of sectoren ontstaat. Kennisspreiding binnen de FEM-organisatie ontstaat door zowel docenten als studenten bij de uitvoering van dit onderzoek te betrekken en op onderzoek gebaseerde curricula verder te ontwikkelen. Sinds 1 januari 2007 heb ik de eervolle taak om samen met mijn medewerkers het proces van kennisontwikkeling en kennisspreiding gestalte te geven binnen het vakgebied van de kenniskring Lectoraat Marketing, Marktonderzoek en Innovatie. In deze openbare les wil ik aangeven wat dit voor ons inhoudt door allereerst aandacht te besteden aan de begrippen innovatie en innoveren en daarna de koppeling te leggen met het vakgebied Marketing en Marktonderzoek.
DOCUMENT
De markt van groepsvakanties en groepsuitjes is sterk in beweging. Mensen gaan steeds meer in groepsverband op pad in wisselende samenstelling. Het aanbod kent steeds meer spelers naast de traditionele groepsaccommodaties. Ook op het gebied van marketing is de sector in beweging met een veelheid aan boekingsplatforms en groepsaccommodatie-ondernemers die het heft in eigen hand nemen. En tot slot kent ook de belangenbehartiging een roerige tijd met de oprichting van de stichting Groepsaccommodaties Nederland (GAN). GAN is een jonge brancheorganisatie die staat voor de belangenbehartiging en promotie van de op dit moment ca. 100 leden, allemaal ondernemers met één of meerdere groepsverblijven. Gelet op al deze ontwikkelingen heeft GAN het initiatief genomen om te komen tot een nieuwe strategische visie voor de groepsaccommodaties. Waar staat deze bedrijfstak voor, wat komt er op de ondernemers af en hoe kunnen ze hierop inspelen? Voor de ontwikkeling van deze visie heeft GAN samenwerking gezocht met het Centre of Expertise Leisure, Tourism and Hospitality (CELTH) en de Hogescholen Breda University of Applied Sciences (BUas; voorheen bekend als NHTV) en NHL Stenden, die hiervoor ook haar European Tourism Futures Institute heeft ingezet. De onderwijsinstellingen hebben met inzet van docenten en studenten diverse deelonderzoeken uitgevoerd die als ‘bouwstenen’ voor het proces op weg naar de visie beschouwd kunnen worden. Aanvullend is nog een schriftelijke enquête gehouden onder (450) groepsaccommodaties in Nederland (respons 34%).
DOCUMENT
De kredietcrisis wakkert een discussie aan die sinds de val van het communisme gesloten leek. De tegenstanders en criticasters van de vrije markt die zich in 1989 noodgedwongen in hun ideologische bastions hadden teruggetrokken, komen er weer uit. Een veelgehoorde stelling is nu dat de vrije markt, met als resultante het onbeperkt nastreven van eigen belang, schadelijk is voor de moraliteit en sociale cohesie. Hoewel de vrije markt dus in toenemende mate wordt vereenzelvigd met a - sociaal gedrag en het recht van de sterkste, is het tegenovergestelde waar.
DOCUMENT
Staat, markt en burgermaatschappij als samenstellende delen van de conceptuele driehoek.
DOCUMENT
De kredietcrisis wakkert een discussie aan die sinds de val van het communisme gesloten leek. De tegenstanders en criticasters van de vrije markt die zich in 1989 noodgedwongen in hun ideologische bastions hadden teruggetrokken, komen er weer uit. Een veelgehoorde stelling is nu dat de vrije markt, met als resultante het onbeperkt nastreven van eigen belang, schadelijk is voor de moraliteit en sociale cohesie. Hoewel de vrije markt dus in toenemende mate wordt vereenzelvigd met a - sociaal gedrag en het recht van de sterkste, is het tegenovergestelde waar.
DOCUMENT
Het is allemaal natuurlijk al door Schumpeter (1942) voorspeld maar het blijft verbazingwekkend dat zoveel 'intellectuelen' vijandige, vrijblijvende en ongefundeerde vooroordelen blijven verkondigen tegen de vrije markt economie terwijl die toch zo evident veel beter werkt dan een staatsgeleide economie waar het gaat om het bevorderen van welvaart en menselijk geluk en welzijn.
DOCUMENT