Wie iets wil maken moet zich verplaatsen in het materiaal. Dat spreekt uit alle grote oorsprongsverhalen van de kunst. Een klompje klei verandert in een mens mits de maker het materiaal begrijpt, en zich daarin bekwaamt. Hoofd, hand en materie moeten samenspelen. Dit principe is geldig in alle technieken, van ijle tekening tot stenen beeld. Zelfs computerkunst laat zich binnen deze voorwaarden beschrijven.
LINK
Nieuwe materialen zijn gemaakt door plastic van biologische oorsprong te mengen met textielafval. Dit nieuwe materiaal is recyclebaar en biologisch afbreekbaar. Het is CO2 neutraal, vermindert de afvalstroom en draagt niet bij aan de uitputting van de voorraad fossiele grondstoffen. De textielvezels versterken het plastic en verlagen de kostprijs. Door de unieke eigenschappen kunnen van het materiaal designproducten gemaakt worden die niet alleen duurzaam zijn, maar ook een geheel eigen uitstraling hebben.
DOCUMENT
Gemeente IJsselstein heeft een unieke fruitbomencollectie in haar openbare ruimte. In deze collectie staat veel zeldzaam genetisch materiaal waar veel belangstelling voor is in de fruitwereld. Echter is de kennis op het gebied van fruitbomen erg versnipperd, waardoor het overzicht ontbreekt van wat bijzonder en zeldzaam is. Hierdoor is er niet genoeg erkenning voor de fruitbomencollectie in IJsselstein, met als gevolg dat er te weinig maatregelen getroffen worden om het genetisch materiaal van de collectie te behouden. Het doel van dit onderzoek is om te kunnen aantonen dat de fruitbomencollectie uniek is en dat er veel belangstelling is voor het genetische materiaal uit de collectie, zodat maatregelen genomen kunnen worden om het genetisch materiaal te waarborgen.
MULTIFILE
De maritieme defensiesector heeft behoefte aan lichtgewicht, duurzame en brandveilige materialen. Dit project ontwikkelt thermoplastische sandwichpanelen die voldoen aan de strikte brandveiligheidseisen van marineschepen, zonder in te leveren op structurele prestaties of recycleerbaarheid. Het project richt zich vooralsnog op de toepassing van brandvertragende additieven die commercieel verkrijgbaar zijn in zowel de kern als de huidlagen van de thermoplastische panelen. Coatings worden in deze fase achterwege gelaten, wetende dat dit een positieve bijdrage kan leveren op de brandveiligheid. Deze aanpak moet leiden tot een eerste veilige en schaalbare oplossing(en) voor maritieme toepassingen. Het project wordt geleid door het ThermoPlastic composites Application Center (TPAC) van Saxion. De samenwerking bestaat verder uit: • Cato Composites BV : industriële partner voor verwerking en schaalbaarheid; • Koninklijke Marine: eindgebruiker die functionele eisen en referentiematerialen aanlevert; Het wetenschappelijk geweten in deze initiatiefase is: • TU Delft (afdeling Materiaalkunde): kennispartner en vraagbaak voor materiaalkundige verdieping. En diverse toeleveranciers waaronder: • SABIC • BDG De brandveiligheid van de ontwikkelde materialen zullen in deze initiatiefase beperkt worden geëvalueerd aan de hand van internationale testnormen, waaronder de FTP Code van de IMO, ISO 5660 (Cone Calorimeter), ISO 5658 (Spread of Flame) en ISO 9705 (Room Corner Test). Met dit onderzoek wordt invulling gegeven aan een actuele behoefte binnen Defensie: het vinden van veilige, innovatieve en duurzame materiaaloplossingen. Het project versterkt bovendien het Nederlandse defensie-innovatie-ecosysteem door een sterke publiek-private samenwerking. Deze eerste verkenning legt de basis voor vervolgonderzoek en verdere opschaling richting industriële toepassing en certificering, zowel binnen Defensie als in de civiele maritieme sector.
In revalidatie-behandelteams zijn ergotherapeuten de ‘primus inter pares’ voor advisering over hulpmiddelen; hulpmiddelen die mensen met beperkingen ondersteunen bij activiteiten in zelfverzorging, onderwijs, spel, arbeid en wonen. Behoud van deze expertrol vraagt van ergotherapeuten om de nieuwste technologieën te integreren in de praktijk. Een snelgroeiende ontwikkeling betreft technologie waarmee men zelfhulpmiddelen kan ontwikkelen, maken of aanpassen. Zogenaamde do-it-yourself-technologie (DIY) met 3D-printing als bekendste voorbeeld. Revalidatie-ergotherapeuten van Adelante, Libra en Sevagram willen met DIY-technologie aan de slag om hulpmiddelen meer op maat, goedkoper en sneller te vervaardigen in nauwe samenwerking met hun cliënten. Onduidelijk is echter hoe een revalidatiedienst met DIY-technologie eruit kan zien, hoe deze in te bedden is in de dagelijkse praktijk, en hoe doorontwikkeling bewerkstelligd kan worden. Maken van hulpmiddelen met DIY-technologie past bij de identiteit van de ergotherapeut, maar vraagt om nieuwe werkwijzen en samenwerkingsverbanden om nieuwe kennis over techniek, ontwerpen en over materialen. Daarnaast spelen vragen van medische, financiële, ethische en juridische aard een rol. Met de ergotherapeuten kwamen we tot de volgende hoofdvraag: Hoe maken we als ergotherapeuten DIY-technologie, zoals 3D-printen, tot een integraal onderdeel van onze praktijk om met onze cliënten tot maatwerk-hulpmiddelen te komen? Deze vraag wordt binnen de drie centra, in vier fasen (analyse, design/testen, implementatie, doorontwikkeling) opgepakt met actieonderzoek als centrale methode en een diversiteit aan kwalitatieve en kwantitatieve manieren van gegevensverzameling. Partners in deze projectaanvraag (revalidatie-professionals, kennisinstellingen, brancheorganisaties, cliëntenorganisaties en ondernemers) zijn overtuigd dat DIY-technologie meerwaarde biedt voor het aanbod aan hulpmiddelen en invloed heeft op de eigen regie en participatie van cliënten. Met ondersteuning van hun uitgebreide expertise wordt de nieuwe dienst beschreven en wordt een toolbox DIY-technologie ontwikkeld en geïmplementeerd. Ook wordt een database voor zelfgemaakte hulpmiddelen en een DIY-community gerealiseerd. Deze kennis wordt gebruikt in het onderwijs van ergotherapie, Healthcare Engineering en Communication and Multimedia-Design.
Lichtgewicht voertuigen voor stadsdistributie bestaan voor een belangrijk deel uit vezelversterkte kunststoffen zoals carbon fiber reinforced polymers. De productie hiervan is tijdrovend en recycling is maar beperkt mogelijk. Het realiseren van zero-emissie stadsvervoer in 2025 wordt met de bestaande technologie duur en niet circulair. ModuBase beoogt een nieuw recyclebaar polymeer in combinatie met een Added Manufacturing platform (3D Printen) te ontwikkelen. Hiermee wordt het mogelijk om volledig recyclebare kunststoffen 3D te printen dichtbij de montage van de voertuigen. Supply chains worden zo korter, gebruikers en ontwerpers krijgen meer ontwerpvrijheid en de grondstof is (oneindig) recyclebaar. Dit consortium maakt gebruik van een nieuw ontwikkeld thermoplastisch polymeer en gaat dit voor het eerst toepassen in 3D printing. Hiervoor is een consortium voorzien met de materiaalexpertise (DSM), 3D Printexpertise (CEAD) en werktuigbouwkundige ontwikkelexpertise (Fontys). De materialen worden uitvoerig bestudeerd voor automotive toepassingen, ontwerpregels worden opgesteld en eerste werkstukken worden geprint. Materiaaleigenschappen en recyclebaarheid na het printen worden in testopstellingen ge-evalueerd. Resultaat is een proof of concept van een vezelversterkt 3D print platform. Het betrokken industriële (automotive) cluster van Brainport wordt geïnteresseerd om met de nieuw ontwikkelde 3D printkennis prototypes voor Light Electric Vehicles onderdelen te gaan ontwikkelen en onderzoeken.