Smart Materials, book of ideas is het resultaat van en unieke samenwerking. Deskundigen en leveranciers van smart materials, designers van drie Twentse ontwerpbureaus en studenten Industrieel Product Ontwerpen van Saxion twee intensieve dagen met veel plezier samengewerkt aan dit “Book of Ideas”. Het project “Smart Materials, Book of Ideas” is een van de deelprojecten van het RAAK project “Materialen in Ontwerp” dat van januari 2007 tot medio 2008 gelopen heeft bij het Saxion Kenniscentrum Design en Technologie. Het doel van dit project is het expliciet onder de aandacht brengen van de mogelijkheden van een nieuwe klasse materialen voor het MKB: de “Smart Materials”. Alles is “smart” tegenwoordig en iedereen heeft het over nieuwe mogelijkheden, maar over wat voor materialen en eigenschappen hebben we het eigenlijk? Het is de bedoeling niet alleen een droge opsomming te geven van de eigenschappen en mogelijkheden van smart materials. De mogelijkheden die deze nieuwe materialen kunnen bieden worden tastbaar gemaakt door allerlei creatieve toepassingen te laten zien in (verbeterde) bestaande producten en geheel nieuwe concepten. Op deze wijze wordt geïllustreerd hoe deze nieuwe materialen kunnen bijdragen aan de functionaliteit van een product. De creatieve toepassingen zijn het resultaat van de brainstorm-tweedaagse met materiaaldeskundigen, designers en studenten ‘Industrieel Product Ontwerpen’ (IPO). Met dit boekwerkje wil het Saxion Kenniscentrum Design en Technologie bereiken dat productontwerpers en met name het MKB geïnteresseerd raakt in de mogelijkheden die smart materials direct of in toekomst kunnen bieden. Er ligt voor de bedrijven een grote kans om met deze nieuwe materialen succesvolle innovatieve producten te ontwikkelen.
MULTIFILE
Het Project TBTOP is een samenwerkingsproject tussen onderwijsinstellingen voor VMBO, MBO en HBO om het techniek onderwijs samen met bedrijven in de regio aantrekkelijker te maken voor studenten, docenten en bedrijfsleven. Dit wil men realiseren door meer praktijknabij onderwijs te ontwikkelen. Ook wil men de vak-disciplinaire visie op het beroep verbreden en studenten kennis laten maken met doorstroommogelijkheden in studie en beroep. Een groep projectleiders uit de verschillende onderwijsinstellingen draagt zorg voor de voortgang van de vernieuwingsprocessen en verankering in het onderwijs. De betrokkenen hebben samenwerking in een nieuwe context ervaren namelijk samenwerking met de beroepspraktijk, samenwerking met andere vakdisciplines en samenwerking met andere onderwijsinstellingen (en dus onderwijsniveaus). Het samenwerken aan praktijkopdrachten in multidisciplinaire TOPteams is een nieuw proces geweest voor docenten en bedrijfsmedewerkers. Dit proces heeft, los van de concrete producten en processen, een cultuurverandering in het onderwijs in gang gezet. Groepen docenten zijn getriggerd om over de grenzen van hun vakgebied te kijken en naar het onderwijs te kijken, vanuit de bril van de praktijk. Hiermee hebben de betrokkenen zich geprofessionaliseerd. In de film die gemaakt is naar aanleiding van dit project, vertellen betrokkenen hun ervaringen binnen de nieuwe samenwerkingsvormen. De film is interactief en op verschillende momenten in te stappen.
MULTIFILE
Composietmaterialen zijn niet meer weg te denken uit de hedendaagse techniek. Niet alleen in de luchtvaart, maar ook in de bouwkunde, civiele techniek, transport en logistiek, scheepvaart, werktuigbouwkunde, en technische bedrijfskunde zal een (hbo) ingenieur vroeg of laat met deze materialen in aanraking komen. Dit boek geeft inzicht in de eigenschappen, vervaardigingsmethoden en ontwerpmethoden die onontbeerlijk zijn om volwaardige oplossingen vorm te geven door slim vezels en matrix te combineren.
De maritieme defensiesector heeft behoefte aan lichtgewicht, duurzame en brandveilige materialen. Dit project ontwikkelt thermoplastische sandwichpanelen die voldoen aan de strikte brandveiligheidseisen van marineschepen, zonder in te leveren op structurele prestaties of recycleerbaarheid. Het project richt zich vooralsnog op de toepassing van brandvertragende additieven die commercieel verkrijgbaar zijn in zowel de kern als de huidlagen van de thermoplastische panelen. Coatings worden in deze fase achterwege gelaten, wetende dat dit een positieve bijdrage kan leveren op de brandveiligheid. Deze aanpak moet leiden tot een eerste veilige en schaalbare oplossing(en) voor maritieme toepassingen. Het project wordt geleid door het ThermoPlastic composites Application Center (TPAC) van Saxion. De samenwerking bestaat verder uit: • Cato Composites BV : industriële partner voor verwerking en schaalbaarheid; • Koninklijke Marine: eindgebruiker die functionele eisen en referentiematerialen aanlevert; Het wetenschappelijk geweten in deze initiatiefase is: • TU Delft (afdeling Materiaalkunde): kennispartner en vraagbaak voor materiaalkundige verdieping. En diverse toeleveranciers waaronder: • SABIC • BDG De brandveiligheid van de ontwikkelde materialen zullen in deze initiatiefase beperkt worden geëvalueerd aan de hand van internationale testnormen, waaronder de FTP Code van de IMO, ISO 5660 (Cone Calorimeter), ISO 5658 (Spread of Flame) en ISO 9705 (Room Corner Test). Met dit onderzoek wordt invulling gegeven aan een actuele behoefte binnen Defensie: het vinden van veilige, innovatieve en duurzame materiaaloplossingen. Het project versterkt bovendien het Nederlandse defensie-innovatie-ecosysteem door een sterke publiek-private samenwerking. Deze eerste verkenning legt de basis voor vervolgonderzoek en verdere opschaling richting industriële toepassing en certificering, zowel binnen Defensie als in de civiele maritieme sector.
In revalidatie-behandelteams zijn ergotherapeuten de ‘primus inter pares’ voor advisering over hulpmiddelen; hulpmiddelen die mensen met beperkingen ondersteunen bij activiteiten in zelfverzorging, onderwijs, spel, arbeid en wonen. Behoud van deze expertrol vraagt van ergotherapeuten om de nieuwste technologieën te integreren in de praktijk. Een snelgroeiende ontwikkeling betreft technologie waarmee men zelfhulpmiddelen kan ontwikkelen, maken of aanpassen. Zogenaamde do-it-yourself-technologie (DIY) met 3D-printing als bekendste voorbeeld. Revalidatie-ergotherapeuten van Adelante, Libra en Sevagram willen met DIY-technologie aan de slag om hulpmiddelen meer op maat, goedkoper en sneller te vervaardigen in nauwe samenwerking met hun cliënten. Onduidelijk is echter hoe een revalidatiedienst met DIY-technologie eruit kan zien, hoe deze in te bedden is in de dagelijkse praktijk, en hoe doorontwikkeling bewerkstelligd kan worden. Maken van hulpmiddelen met DIY-technologie past bij de identiteit van de ergotherapeut, maar vraagt om nieuwe werkwijzen en samenwerkingsverbanden om nieuwe kennis over techniek, ontwerpen en over materialen. Daarnaast spelen vragen van medische, financiële, ethische en juridische aard een rol. Met de ergotherapeuten kwamen we tot de volgende hoofdvraag: Hoe maken we als ergotherapeuten DIY-technologie, zoals 3D-printen, tot een integraal onderdeel van onze praktijk om met onze cliënten tot maatwerk-hulpmiddelen te komen? Deze vraag wordt binnen de drie centra, in vier fasen (analyse, design/testen, implementatie, doorontwikkeling) opgepakt met actieonderzoek als centrale methode en een diversiteit aan kwalitatieve en kwantitatieve manieren van gegevensverzameling. Partners in deze projectaanvraag (revalidatie-professionals, kennisinstellingen, brancheorganisaties, cliëntenorganisaties en ondernemers) zijn overtuigd dat DIY-technologie meerwaarde biedt voor het aanbod aan hulpmiddelen en invloed heeft op de eigen regie en participatie van cliënten. Met ondersteuning van hun uitgebreide expertise wordt de nieuwe dienst beschreven en wordt een toolbox DIY-technologie ontwikkeld en geïmplementeerd. Ook wordt een database voor zelfgemaakte hulpmiddelen en een DIY-community gerealiseerd. Deze kennis wordt gebruikt in het onderwijs van ergotherapie, Healthcare Engineering en Communication and Multimedia-Design.
Lichtgewicht voertuigen voor stadsdistributie bestaan voor een belangrijk deel uit vezelversterkte kunststoffen zoals carbon fiber reinforced polymers. De productie hiervan is tijdrovend en recycling is maar beperkt mogelijk. Het realiseren van zero-emissie stadsvervoer in 2025 wordt met de bestaande technologie duur en niet circulair. ModuBase beoogt een nieuw recyclebaar polymeer in combinatie met een Added Manufacturing platform (3D Printen) te ontwikkelen. Hiermee wordt het mogelijk om volledig recyclebare kunststoffen 3D te printen dichtbij de montage van de voertuigen. Supply chains worden zo korter, gebruikers en ontwerpers krijgen meer ontwerpvrijheid en de grondstof is (oneindig) recyclebaar. Dit consortium maakt gebruik van een nieuw ontwikkeld thermoplastisch polymeer en gaat dit voor het eerst toepassen in 3D printing. Hiervoor is een consortium voorzien met de materiaalexpertise (DSM), 3D Printexpertise (CEAD) en werktuigbouwkundige ontwikkelexpertise (Fontys). De materialen worden uitvoerig bestudeerd voor automotive toepassingen, ontwerpregels worden opgesteld en eerste werkstukken worden geprint. Materiaaleigenschappen en recyclebaarheid na het printen worden in testopstellingen ge-evalueerd. Resultaat is een proof of concept van een vezelversterkt 3D print platform. Het betrokken industriële (automotive) cluster van Brainport wordt geïnteresseerd om met de nieuw ontwikkelde 3D printkennis prototypes voor Light Electric Vehicles onderdelen te gaan ontwikkelen en onderzoeken.