Peak oxygen uptake (V'O2peak) is recognised as the best expression of aerobic fitness. Therefore, it is essential that V'O2peak reference values are accurate for interpreting a cardiopulmonary exercise test (CPET). These values are country specific and influenced by underlying biological ageing processes. They are normally stratified per paediatric and adult population, resulting in a discontinuity at the transition point between prediction equations. There are currently no age-related reference values available for the lifespan of individuals in the Dutch population. The aim of this study is to determine the best-fitting regression model for V'O2peak in the healthy Dutch paediatric and adult populations in relation to age. In this retrospective study, CPET cycle ergometry results of 4477 subjects without reported somatic diseases were included (907 females, age 7.9-65.0 years). Generalised additive models were employed to determine the best-fitting regression model. Cross-validation was performed against an independent dataset consisting of 3518 subjects (170 females, age 6.8-59.0 years). An additive model was the best fitting with the largest predictive accuracy in both the primary (adjusted R2=0.57, standard error of the estimate (see)=556.50 mL·min-1) and cross-validation (adjusted R2=0.57, see=473.15 mL·min-1) dataset. This study provides a robust additive regression model for V'O2peak in the Dutch population.
LINK
Voor veel mensen is 'afvallen' een belangrijke reden om zich lichamelijk in te spannen. Ook op scholen wordt er soms aandacht besteed aan de relatie tussen (over)gewicht en inspanning. Maar hoeveel energie verbruik je nu eigenlijk tijdens inspanning? En hoeveel vet verbrand je daarmee?
DOCUMENT
In twaalf minuten een zo groot mogelijke afstand lopen staat het op het programma van veel scholen in het voortgezet onderwijs. Vaak zelfs ‘voor een punt’. Is dat eigenlijk wel te verantwoorden?
DOCUMENT
Deze praktijkaanbeveling is oorspronkelijk vervaardigd in het kader van het "Technologie Centrum voor Verbinden" van het NIL. Titaan is in vergelijking met staal en aluminium een duur metaal. Titaan wordt voornamelijk gebruikt in de procesindustrie (reactorvaten) vanwege zijn zeer goede corrosiewerende eigenschappen. Het materiaal is verder uitstekend geschikt voor medische toepassingen zoals pacemakers en prothesen. De hoge sterkte/gewichtsverhouding van titaanlegeringen maakt dit materiaal interessant voor toepassingen in de ruimtevaart en voor sportartikelen zoals fietsframes en tennisrackets. De toepassing als brilmontuur heeft dit materiaal te danken aan de combinatie van goede corrosiewerende eigenschappen, licht gewicht en hoge sterkte. Door de recentelijke daling van de titaanprijs worden titaanlegeringen ook toepast voor offshore constructies vanwege de combinatie van goede corrosiebestendigheid en hoge sterkte. Een geheel nieuwe toepassing is het gebruik van titaan in de architectuur. De decoratieve matgrijze kleur van het titaanoppervlak maakt dit materiaal interessant voor overkappingen van hallen, stationruimtes e.d.
DOCUMENT
Er lijkt een duidelijke mate van evidentie te bestaan betreffende de relatie fysieke activiteit, respectievelijk fitheid en gezondheid in de algemene populatie en bij bepaalde pathologieën. Er is evenwel nog behoefte aan verder wetenschappelijk onderzoek naar mogelijke determinanten en onderliggende mechanismen, als ook naar evidentie bij bepaalde, specifieke aandoeningen. Tevens mag duidelijk zijn dat ondanks de bestaande evidentie fysieke activiteit/oefening te weinig toegepast wordt in de gezondheidszorg. Het onderzoek naar de effectiviteit van gezondheidskundige interventies is dan ook uitermate belangrijk. Dit lectoraat hoopt dan ook een bescheiden bijdrage hieraan te kunnen leveren. Hiervoor heeft zij reeds afspraken tot samenwerking met de academische en medische wereld (in Utrecht, Amsterdam, Maastricht en Leuven), met de gezondheidszorg (RIVM Bilthoven en GG&GD Utrecht) en met de beroepen- of bedrijfswereld (Politie regio Utrecht; Enraf Nonius, Delft). De beoogde doelstellingen zullen echter naar alle waarschijnlijkheid beduidend meer tijd in beslag nemen dan de periode van 4 jaar die de Stichting Kennis Ontwikkeling voorzien heeft met betrekking tot het oprichten en financieren van de lectoraten.
DOCUMENT
Dit rapport beschrijft onderzoek van conversie van biomassa in een Swill-gasser geplaatst bij het Van der Valk restaurant in Cuijk. De Swill-gasser is een biomassa vergister voor restaurant afval.Het onderzoek heeft zich gericht op het optimaliseren van de data acquisitie en op het bepalen van de maximale biomassa conversiesnelheid in de vergister . Voor het bepalen van de gassamenstelling is gekeken naar een alternatief voor gaschromatografische analyses.Het verwerken van gelogde data van een half jaar heeft geresulteerd in een procedure om deze data efficiënt te verwerken. Op basis van dit werk is een voorstel gedaan om data te loggen volgens een aangepaste procedure.De maximale biomassa conversie snelheid is bepaald op 5,7 kg/m3.dag. Analyse van de procesdata heeft laten zien dat de relatief geringe daling van de pH voorafgaand aan een periode van overbelasting indicatief is voor deze ongewenste situatie.Er is een massabalans opgesteld voor de periode van 2-08-2012 tot 17-09-2012. Hieruit is de biomassa conversie bepaald en vergeleken met literatuurdata voor conversie van restaurant afval.Conversie Swill-gasser: 0,91Conversie Amerika: 0,78De hoge biomassa conversie in de Swill-gasser resulteert in een laag chemisch zuurstof verbruik van het digistaat. De Swill-gasser maakt daarom een kosteneffectieve verwerking van restaurant afval mogelijk waarbij het digistaat kan worden afgevoerd via het riool.
DOCUMENT
Deze publicatie is binnen het project 'nieuwe materialen' ontwikkeld en geeft een overzicht van de scheidingstechnieken voor dunne metaalplaatmaterialen en buizen met diktes van 0,3 t/m ca. 3 mm. Een deel van de informatie is evenwel ook van toepassing voor grotere diktes. De behandelde technieken kunnen ook voor andere materialen (kunststoffen, enz.) worden gebruikt. Hierop wordt in deze publicatie verder niet ingegaan. In het kader van dit project zijn tevens uitgegeven: TI.04.18 'Hoge Sterkte Staal in dunne plaat en buis', TI.04.19 'Roestvast staal in dunne plaat en buis', TI.04.21 'Aluminium in dunne plaat en buis' en TI.04.22 'Ontwerpen van dunne plaat producten en de Eindige Elementen Methode'.
DOCUMENT
Deze voorlichtingspublicatie is tot stand gekomen in het kader van het project 'Het inrichten van de moderne laswerkplaats'. Dit was een gezamenlijk project van CNV BedrijvenBond, De Unie, FNV Bondgenoten, Metaalunie, NIL, PMP en Vereniging FMECWM, in afstemming met de Arbeidsinspectie en het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en medegefinancierd door het Ministerie van Economische Zaken.
DOCUMENT
Voor u ligt de voorlichtingspublicatie "Zacht- en hardsolderen". Deze voorlichtingspublicatie is bedoeld voor allen die te maken hebben of te maken krijgen met de techniek van solderen. Daarbij moet worden gedacht aan bijvoorbeeld constructeurs, ontwerpers, lastechnici, werkvoorbereiders, enzovoorts.
DOCUMENT
In deze publicatie wordt ingegaan op het verbinden van dunne plaat en buis met behulp van de diverse lijmprocessen. Deze publicatie is er een uit een serie van vijf die naast de algemene publicatie (TI.03.13) tevens drie andere verbindingstechnieken behandelen, zoals lassen (TI.03.14), mechanisch verbinden (TI.03.16) en solderen (TI.03.17).
DOCUMENT