InleidingIn Nederland voltrekt zich net als in veel andere landen een proces van onderwijsexpansie: steeds meer individuen volgen steeds meer jaren onderwijs op steeds hogere niveaus. Deze opwaartse druk is niet alleen zichtbaar aan een groeiende instroom in het hbo en wo (Ministerie van OCW, 2020). In het Nederlandse onderwijsstelsel, dat wordt gekenmerkt door vroege selectie en een sterke mate van differentiatie (Van de Werfhorst, Elffers & Karsten, 2015), is deze tevens zichtbaar aan de groeiende voorkeur van ouders en leerlingen voor instroom in het havo en vwo ten koste van het vmbo, en aan de aanzienlijke stroom studenten die een indirecte route naar het hoger onderwijs volgen (Onderwijs in Cijfers, 2019). Deze studenten volgen de route vmbo-havo-hbo of vmbo-mbo-hbo, of ze maken via het hbo de overstap naar het wo. Indirecte routes worden vaker gevolgd door studenten met lage opgeleide ouders of een migratie-achtergrond. Omdat deze leerlingen bij de overgang van het primair naar het voortgezet onderwijs vaker worden doorverwezen naar het vmbo – ook bij een prestatieniveau gelijk aan dat van andere leerlingen die naar havo of vwo worden doorverwezen – zijn zij vaker aangewezen op indirecte routes om het hoger onderwijs te bereiken (Inspectie van het Onderwijs, 2016).
MULTIFILE
Klimaatverandering, migratie, de oorlogen in Oekraïne en Jemen, racisme, hoge inflatie, woningnood, lerarentekort, corona-lockdowns, politieke onvrede en een pluriformiteit in opvattingen hierover. Het is ingewikkeld om als kind of jongere op te groeien in Nederland anno 2023. Daarom is het niet vreemd dat er brede steun is voor het idee dat scholen de opdracht hebben om leerlingen en studenten te helpen bij het leren begrijpen van deze wereld: oftewel burgerschapsonderwijs. In zijn rede houdt Hessel Nieuwelink een warm pleidooi voor het verder ontwikkelen van burgerschapsonderwijs en het versterken van een veer krachtige democratische gezindheid bij kinderen en jongeren.
Hogeschool Utrecht en politie Midden-Nederland werken samen in een community of practice om politiemedewerkers te professionaliseren en studenten te enthousiasmeren voor een carrière bij de politie. In COP komen deze activiteiten samen.
Nederland is een dynamische migratiesamenleving geworden, waar actief beleid vereist is om de aanpassing van immigranten in de Nederlandse samenleving te vergemakkelijken. Traditioneel bevordert journalistiek gedeeld begrip onder burgers, wat cruciaal is voor culturele aanpassing. Dit promotieonderzoek beoogt daarom inzicht te krijgen in hoe immigranten nieuws consumeren en welke effecten nieuwsconsumptie heeft op acculturatie.
Burgerschapsonderwijs wordt in een polariserende samenleving steeds belangrijker. Een uitdaging is het bespreken van maatschappelijk gepolariseerde vraagstukken, zoals zwarte piet, terrorisme en migratie, en daarmee bij te dragen aan de burgerschapsvorming van jongeren. Docenten zijn zoekende naar manieren om deze onderwerpen te behandelen. Met dit onderzoek willen we meer inzicht krijgen in de manieren waarop docenten vorm kunnen geven aan kritische dialogen over maatschappelijke gepolariseerde vraagstukken. Er wordt daarbij specifiek aandacht besteed aan het aanleren van basisvaardigheden en -houdingen voor dialoog. Een consortium van HvA, UvA, scholen van onder meer de Scholenpanels Burgerschap, de NVLM, VGN en Dialooggroep Burgerschap Amsterdam, gaat een interventie ontwikkelen gericht op het bespreken van deze onderwerpen voor alle maatschappijvakken in vmbo en havo/vwo. In het project wordt onderzocht wat de effecten zijn van de interventie op het burgerschap van leerlingen waarbij docenten hebben deelgenomen aan een professionaliseringstraject. In fase 1 van het project wordt, uitgaande van de kaders van de wetenschappelijke literatuur, samen met expertdocenten een prototype van de interventie bestaande uit handelingsprotocollen (gericht op basisvaardigheden en -houdingen voor dialoog), lessenseries (gericht op het voeren van kritische dialogen over maatschappelijk gepolariseerde vraagstukken) en een professionaliseringstraject ontwikkeld. In fase 2 worden interventie en professionaliseringstraject uitgeprobeerd, geëvalueerd en bijgesteld. In fase 3 wordt de effectiviteit van de ontwikkelde interventie onderzocht onder een grote groep docenten en leerlingen in een quasi-experimenteel design met een voormeting, nameting, retentiemeting en controlegroep. Het onderzoek levert kennis op over hoe docenten maatschappelijke gepolariseerde vraagstukken effectief kunnen inzetten om de burgerschapsvorming van leerlingen te bevorderen. Daarbij levert het project evidence-based handelingsprotocollen, lessenseries en een professionaliseringstraject op voor docenten van de maatschappijvakken in het voortgezet onderwijs. De lesmaterialen zijn zo vormgegeven dat ze toepasbaar zijn bij uiteenlopende maatschappelijk gepolariseerde vraagstukken die docenten in hun lessen aan de orde willen stellen.