Whilst until the late 1980s most migration issues developed in a parallel manner but with national specifics, important differences showed up during the 1990s and at the beginning of this decade. Since the middle of the 1990s, there has been an obvious change in policy towards migrants and foreigners in the Netherlands, and those changes have been more or less “exported” to our neighbouring countries and even to the level of the EU. Integration into society with the maintenance of the immigrant’s own culture has been replaced by integration into the Dutch society after passing an integration examination. The focus of this article is to investigate those changes and to compare the implementation of those policies in the Netherlands/Limburg and Germany/NRW, where the official understanding of not being an immigration country was dominant until the end of the 1990s, and where integration has only recently become an important political issue. Both countries are now facing similar challenges for better integration into the society, especially into the educational system. Firstly, the autors describe migration definitions, types, the numbers of migrants and the backgrounds of migrant policies in Germany and the Netherlands up until the middle of the 1990s. Secondly they discuss the integration policies thereafter: the pathway to a new policy and the Action Plan Integration in Germany, and the central ideas of the Civic Integration of Newcomers Act (WIN) in the Netherlands. Integration policy in the Netherlands is highly centralised with little differentiation on the local governmental level when compared to South Limburg. Thirdly, the autors investigate the cross-border cooperation between professional organisations and educational institutions in the Euregio Meuse-Rhine, and the involvement of social work institutions and social workers in their process of integration into the local society and the exchange of each others’ experiences (the ECSW and RECES projects).
DOCUMENT
Rapport inzake sociale en multiculturele integratie in de Euregio Maas-Rijn (SMI-EMR) ten behoeve van de netwerkvorming van multiculturele organisaties in het kader van de immigratie en integratiepolitiek van de Europese Unie in het Nederlandse deel van de Euregio Maas-Rijn.
DOCUMENT
Met het oog op de zorgen die rondom migranten spelen, is een heldere, geloofwaardige visie nodig op de problematiek. Evenals onderzoek, openheid én leiderschap. Voor onderzoekers, beleidsmakers en bestuurders is het tijd om deze handschoen op te pakken.
LINK
Met zijn kabinetsvisie op integratie heeft minister Asscher wel goede bedoelingen, maar sluit hij ‘migranten’ juist maatschappelijk uit. De overheid behoort mensen niet op hun afkomst, geloof en als groep te beoordelen, maar op hun toekomst, gedrag en als individu.
LINK
Rosa Alberto (HU) en Bart Kleine Deters (ECBO) deden onderzoek naar welke lessen we als Nederland kunnen leren van het buitenland op het gebied van beleid in gecijferdheid. Dit deden ze aan de hand van een thematische analyse op vier terreinen: 1. Samenhang in basisvaardigheden(-beleid) 2. Implementatiemethode van basisvaardighedenbeleid 3. De rol van kenniscentra 4. Rol van werkgevers in het versterken van basisvaardigheden Het onderzoek geeft mooie aanknopingspunten en inspiratie voor de ve-plannen die bij het ministerie van OCW in de maak zijn. Dit onderzoek is verschenen binnen het project Gecijferdheid als Basisvaardigheid, waarbij de HU, CINOP en Freudenthal Instituut (UU) samen optrekken.
DOCUMENT
In deze bijdrage Migratie en politiek aan het congres over “Globalisierung und Flucht” in Eupen op 25 september 2004, worden eerst de begrippen met betrekking tot globalisering gedefinieerd , beschreven en geanalyseerd, vervolgens wordt globalisering gerelateerd aan migratie en de verschillende benamingen van migranten en integratie die daar in de loop van de tijd op zijn geplakt. Daarna komt uitvoerig het Nederlandse beleid aan de orde, dat trendsettend lijkt te zijn voor Europa. Tot slot enige opmerkingen over Europa en een opinie van David Pinto, hoogleraar/directeur van het intercultureel instituut (ICI) te Amsterdam, die wellicht aanleiding tot discussie kan zijn.
DOCUMENT
Welk soortelijk gewicht heeft sociaal beleid, en aan welke dynamiek is het onderhevig? Hoe zwaar weegt het in het Haagse? Is het verbeteren van de sociale kwaliteit van onze samenleving een opdracht die opkan tegen het equivalent daarvan in de economische en fysieke sfeer? En is het soortelijk gewicht van sociaal beleid de afgelopen jaren gedaald? (Hebben stoffen eigenlijk altijd eenzelfde soortelijk gewicht? Zou water als het bevriest en ijs wordt een ander soortelijk gewicht krijgen?) In deze bundel wordt vanuit diverse hoeken stilgestaan bij het soortelijk gewicht van sociaal beleid. De teksten zijn geschreven en samengebracht als Liber Amicorum voor Wim Woertman, ter gelegenheid van diens afscheid van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport.
DOCUMENT
Financiële problematiek onder forensische cliënten is groot, complex en diepgeworteld, belemmert resocialisatie en vergroot het risico op terugval in delictgedrag. Bovendien hangt financiële problematiek vaak samen met problemen op andere levensdomeinen, zoals opleiding, werk, en mentale en fysieke gezondheid. Cliënten zelf én forensisch sociaal professionals die hen begeleiden ervaren vaak veel belemmeringen bij het aanpakken van schulden. Vanuit gemeenten wordt nog relatief weinig aandacht besteed aan deze problematiek voor deze specifieke doelgroep en gemeentelijk beleid verschilt dan ook sterk. Hoe kunnen gemeenten beleid rond financiële problemen onder forensische cliënten intern regisseren en bovendien afstemmen op andere gemeenten?
DOCUMENT
Toets en beleid: twee woorden die in dit boek in één adem genoemd worden. Goed onderwijs vraagt om goede toetsing. En goede toetsing vraagt om goed toetsbeleid: beleid dat is afgeleid van de onderwijsvisie en dat ondersteund wordt door automatisering waar dat kan en waar dat nodig is. Dit boek behandelt in deel 1 het proces van het formuleren en in stand houden van het toetsbeleid (op strategisch, tactisch en operationeel niveau) en in deel 2 de uitwerking van het toetsbeleid op het terrein van papieren geautomatiseerde toetsen. Het begrip: de toetscyclus wordt geïntroduceerd als kapstok voor de diverse processen rondom het toetsen. Het boek is toegespitst op papieren toetsen die automatisch worden aangemaakt, verwerkt en beheerd. Het boek is echter ook bruikbaar voor toetsbeleid en toetsing in het algemeen door de generieke elementen in het boek. Door de beknoptheid is het toegankelijk voor snelle kennisopname.
DOCUMENT
Bedrijventerreinen worden vaak geassocieerd met leegstand, verloedering en verrommeling. Om van dit imago af te komen, riep de Taskforce (Her)structurering Bedrijventerreinen in 2008 op om de markt van bedrijventerreinen te gaan hervormen. Deze publicatie laat zien wat er de afgelopen jaren is gebeurd: bedrijventerreinen zijn op grote schaal geherstructureerd, de overheid speelt een andere rol en kijkt met een meer zakelijke blik op bedrijventerreinen, terwijl de rol van ondernemers en vastgoedeigenaren belangrijker is geworden. Lessen en toekomstig beleid De publicatie bespreekt welke lessen we de afgelopen jaren geleerd hebben op basis van kwalitatief en kwantitatief onderzoek naar bedrijventerreinen en het gevoerde overheidsbeleid. Daarnaast vat het de inzichten samen die kunnen worden meegenomen in het formuleren van nieuw beleid voor de komende jaren. Hierbij is meer aandacht voor eigenaargebruikers van bedrijfsvastgoed en investeerders noodzakelijk, dienen ‘systeemfouten’ in de markt voor bedrijventerreinen gerepareerd te worden en is het de uitdaging om publiek geld op een ‘slimmere’ manier in te zetten. Met uiteenlopende bijdragen van onderzoekers en praktijkdeskundigen op het gebied van bedrijventerreinen is deze publicatie interessant voor iedereen die hierin inhoudelijk geïnteresseerd is. Op de eerste plaats voor beleidsadviseurs en bestuurders bij het Rijk, provincies en gemeenten, maar ook onderzoekers en adviseurs. De wisselwerking tussen beleid, de werking en uitkomsten van de vastgoedmark is bovendien ook relevant voor een breder publiek van ruimtelijke ordenaars en ruimtelijke economen.
LINK