De financiële dienstverlening voor mkb-bedrijven is de afgelopen jaren fundamenteel veranderd met de komst van non-bancaire financiers. Naast de traditionele bank zijn crowdfunding, leasing, factoring en andere verstrekkers van vreemd en eigen vermogen belangrijke financiers van het mkb geworden. De markt voor non-bancaire financiering wordt, in tegenstelling tot de bancaire markt, niet strikt gereguleerd. Dit heeft enerzijds bijgedragen aan de groei van de sector en het bijbehorende diverse aanbod. Anderzijds blijkt dat kleine ondernemers en hun adviseurs niet voldoende bekend zijn met al deze verschillende vormen van alternatieve financiering. Dit leidt tot een informatie-asymmetrie die de verdere groei van de non-bancaire mkb-financieringsmarkt belemmerd. Minimale kwaliteitseisen voor aanbieders van non-bancaire producten kunnen deze informatie-asymmetrie reduceren en non-bancaire financiers helpen bij het verwerven van een legitieme marktpositie
DOCUMENT
Op 8 november hield prof.dr. Hans van Ewijk zijn oratie Maatschappelijk werk in een sociaal gevoelige tijd*. Dit artikel is hierop gebaseerd. De oorsprong van het maatschappelijk werk ligt vooral in het bestrijden van armoede, ongeletterdheid en onbeschaafdheid. De inzet was mensen te sterken in het verbeteren van hun maatschappelijke positie. Door de jaren heen hield het zich bezig met een hele reeks van achterstandsgroepen; arbeiders, vrouwen, werklozen, mensen met een handicap of stoornis, nieuwkomers en oudkomers. In de jaren tachtig wilde het maatschappelijk werk erkend worden als een beroep in de geestelijke gezondheidszorg. Hierbij lag het accent op behandelen en therapie. Van een armoede gerichte professie ging het naar een stoornis gerichte professie. In de praktijk wilde het vooral mensen die de complexiteit van het leven (tijdelijk) niet aankonden, zo helpen dat ze met minimale professionele ondersteuning weer wat beter in staat zouden zijn zichzelf en hun omgeving ter hand te nemen.
DOCUMENT
Luchtbevochtiging is een specifiek onderdeel in de luchtbehandeling en kent een brede toepassing binnen de zorghuisvesting, met name in ziekenhuizen maar ook in de langdurige zorg. Echter, luchtbevochtiging zoals met de huidige technologie gerealiseerd is een energie-intensief proces. Deze opvallende constatering, en de wens voor duurzamere vormen van bevochtiging vormen de aanleiding om te onderzoeken wat de noodzaak van bevochtiging is en of er goede alternatieven zijn voor bevochtiging waarbij gebruik gemaakt kan worden van hernieuwbare energie in plaats van fossiele brandstoffen.
DOCUMENT
Al jarenlang roepen cybersecurity-experts hetzelfde: het is nodig dat mkb-ondernemers structureel aandacht besteden aan cybersecurity. Ondernemingen zijn in toenemende mate afhankelijk van digitale middelen. Uitval van deze middelen of schade aan digitale informatie zijn daarmee reëlerisico’s die een grote impact kunnen hebben op de bedrijfsvoering. Ook neemt de dreiging toe. Cybercriminelen gaan dusdanig professioneel te werk dat de kans op incidenten met veel impact steeds groter wordt. Bijvoorbeeld door het uitvoeren van aanvallen waarbij ze via een bedrijf diens klanten compromitteren. Ook zien we bijvoorbeeld dat cyberspionnen zich steeds vaker richten op economische belangen en daarmee op het bedrijfsleven. Als mkb-bedrijven toeleverancier zijn van grotere ondernemingen heeft hun cyberweerbaarheid in sommige gevallen direct invloed op de weerbaarheid van die grotere organisaties. Denk aan de recente aanval van een ransomware groepering op het bedrijf Kaseya, die de klanten van Kaseya rechtstreeks raakte . Door misbruik van een kwetsbaarheid in de software van Kaseya raakt een grote groep klanten besmet met ransomware. In toenemende mate maken grotere organisaties zich terecht druk over dit soort afhankelijkheden die zij hebben in de keten van bedrijven waarmee zij samenwerken. Sommige van hen zijn initiatieven gestart onder het motto ‘groot helpt klein’. Daarin worden bijvoorbeeld toeleveranciers opgeleid in basismaatregelen of mogen zij ge1. https://nos.nl/artikel/2387724-zeker-200-bedrijven-getroffen-door-grote-ransomware-aanval2. https://fd.nl/ondernemen/1383893/asml-geeft-zijn-leveranciers-bijles-over-het-weren-van-hackers gebruik maken van de cybersecurityexpertise van de grote partijen. Het is goed te zien dat er aandachtis voor het bieden van hulp en ondersteuning. Aan de andere kant zijn er ook ondernemingen die meer eisen en voorwaarden willen stellen om zekerheid in te bouwen. Het lab boog zich over de vraag op welke wijze een keten van bedrijven versterkt moet worden om de cyberweerbaarheid te verhogen tegen redelijke kosten en kwam tot een belangrijk inzicht. Als we willen dat de weerbaarheid van een keten groter wordt dan houdt dit onder andere in dat de individuele schakels in de keten ieder zelf hun weerbaarheid zullen moeten verhogen. Concreet betekent dit dat zij ervoor moeten zorgen dat ze de digitale infrastructuur die zij gebruiken bij het leveren van hun eigen producten en diensten goed hebben beveiligd. Deze infrastructuur bestaat veelal uit ingekochte producten en diensten, zoals routers, servers, software, enz. Als die als vanzelfsprekend veilig zouden zijn, dan zou de weerbaarheid van elke schakel in de keten enorm toenemen. Echter, deze is nu niet vanzelfsprekend veilig. En dus moeten organisaties die behoefte aan vanzelfsprekende veiligheid expliciet gaan maken. Dit overstijgt dus de ketenspecifieke issues, maar is wel de essentie van waar we in de toekomst naar toe zouden moeten. Daarnaast zijn er ook specifieke acties in de keten mogelijk, waardoor de weerbaarheid van de gehele keten kan worden versterkt.
DOCUMENT
Hogeschool Inholland heeft op dit moment een hoogwaardige digitale leeromgeving. Echter, gezien de continue ontwikkelingen binnen de onderwijstechnologie is het belangrijk om een alert en wendbaar digitaal leerlandschap te blijven aanbieden. Omdat technologie in sommige gevallen ook een versneller kan zijn van onderwijsinnovatie, is Inholland gestart met het project “Innovatie met EdTech” wat het mogelijk maakt om innovatieve technologieën experimenten uit te voeren. Er ontbreekt een objectief evaluatieinstrument om deze technologien op een objectieve maar inzichtelijk manier te beoordelen op hun meerwaarde om hiermee een eventuele grootschalige implementatie mogelijk te maken. Hiervoor is de Inholland Innovatie Index ontwikkeld: een multidisciplinaire evaluatiemethodiek die een kansrijke applicatie beoordeelt op drie hoofdcategorieën met diverse subcategorieën. In een workshops setting waarbij diverse actoren aanwezig zijn, worden de resultaten besproken. Na afloop worden de bevinden geplot in de Inholland Innovatie Index resulterend in een groene, oranje of rode kleur per categorie waardoor een algemeen beeld ontstaat rondom het succes van de pilot. Met behulp van de Inholland Innovatie Index zijn tien pilots geëvalueerd met een divers resultaat. De Inholland Innovatie Index blijkt een nuttig instrument om begrip te creëren voor de diverse standpunten en inzichten die mede leiden tot een negatief advies. Daarnaast blijkt dat waardevolle lessen die bij minder ‘succesvolle’ pilots zijn opgedaan door het gebruik van de Inholland Innovatie Index niet verloren gaan.
DOCUMENT
In dit artikel wordt antwoord gegeven op de vraag: wat mogen we verlangen van organisaties in het betaald voetbal als het gaat over MVO? Elke BVO hoort minimaal transactie-ethiek te hanteren. Er wordt ook verwacht dat ze in sommige situaties voor zichzelf morele plichten erkent in relatie tot rechten van stakeholders. Participatie-ethiek wordt niet gezien als een morele plicht voor een BVO, maar wel als prijzenwaardig. Veranderingsethiek mag in zijn algemeenheid niet verwacht worden van BVO’s, omdat dat teveel spanning genereert met de eigen hoofddoelstellingen. Het lijkt erop dat BVO´s in Nederland de ambitie hebben om participatie-ethiek aan te tikken. Tegelijkertijd zijn er praktijken waarbij meer basale niveaus van ethiek (transactie-ethiek en erkenningsethiek) niet of slechts voor een deel gerealiseerd worden. Zie bijvoorbeeld financieel wanbeleid en misleiding bij FC Twente in de afgelopen jaren. Maar denk ook aan structuren waarbij eigendom, bestuur en beheer van BVO’s steeds meer in één of enkele handen is. Dat raakt de democratische representatie van fans en andere stakeholders (zoals werknemers) in beleid en bestuur van de club. Dat basale niveaus van MVO soms niet gerealiseerd worden, raakt de geloofwaardigheid van maatschappelijke projecten van BVO’s.
MULTIFILE
Het doel van het onderzoek is om te bepalen welke voordelen de fusie van PET-CT en MRI-CT hebben in het voorbereidingstraject van de behandeling van de gynaecologische patiënt met radiotherapie ten opzichte van CT alleen. Hierbij is gekeken naar voordelen met betrekking tot intekenen van doelvolumina en risico organen, effecten op intekenvariaties en ook de effecten op het bestralingsplan. Vooral MRI blijkt nuttig te zijn voor de intekening van lymfeklieren, het gebruik van PET in combinatie met CT laat een afname van het doelvolume zien van de primaire tumor. Bij het maken van het bestralingsplan wordt het gebruik van één van beide modaliteiten daarom aanbevolen.
DOCUMENT
Een visie op onderwijs is een visie op leren en dus een visie op de student. Het is belangrijk dat onze visie aansluit bij onze studenten; dat onze studenten weten wat van hen verwacht wordt als ze bij ons gaan studeren, en dat wij op onze beurt aan hun verwachtingen voldoen. Alleen dan kan ons onderwijs de natuurlijke leerbehoefte en motivatie van studenten ondersteunen. En alleen dan kunnen we hen begeleiden en faciliteren om maximale leeropbrengsten te behalen.
DOCUMENT
De commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid organiseert op 17 mei 2023 een rondetafelgesprek over de vraag hoe schuldhulpverleningstrajecten verbeterd kunnen worden om mensen sneller een schuldenvrije toekomst te bieden. In voorliggend position paper worden de drie deelvragen die de commissie in dit kader stelt behandeld. Dit paper wordt afgesloten met drie overdenkingen.
DOCUMENT
In zijn openbare les “Nieuwe energie in de stad; stip op de horizon laat Ivo Opstelten niet alleen zien dat een transitie naar energieneutrale gebouwde omgeving wenselijk en realiseerbaar is voor het midden van deze eeuw, maar dat deze transitie in feite al begonnen is. Naar analogie met de geslaagde aardgastransitie in Nederland van de jaren zestig, gaat hij in op drie aspecten die de energietransitie tot een succes maken. 1.motivatie van gebruikers om zelf in actie te komen; 2.ontwikkeling van marktrijpe gebouw- en gebiedsconcepten voor de energieneutrale gebouwde omgeving; 3.het vraagstuk van opschaling.
DOCUMENT