In discussies en onderzoeken over woningcorporaties ligt de nadruk sterk op de 'institutionele vraagstukken'. Binnen welk regulerend kader moeten corporaties opereren? Welke wettelijke status moeten of mogen zij hebben? Wat moeten zij, mogen zij wel en mogen zij niet? Er is relatief weinig onderzoek gedaan naar de invulling van het ondernemen zelf: welke missie heeft een maatschappelijk ondernemende woningcorporatie en hoe kan zij haar organisatie zo inrichten dat zij die missie kan vervullen? Binnen de onderzoeksgroep MOVe van de TU Delft is daarom een studie verricht met als doel te komen tot richtinggevende uitspraken over de rol van corporaties als maatschappelijke onderneming en daarvan afgeleide uitdagingen voor hun organisatie. Dit essay is gebaseerd op deze studie.
DOCUMENT
Een mission statement zou de drijfveer van een bedrijf overtuigend moeten weergeven. Maar in werkelijkheid zijn missies vooral obligate opsommingen van marktgerichte en maatschappelijk verantwoorde woorden. En zelden gedurfd, onderscheidend of inspirerend.
DOCUMENT
Dit whitepaper heeft tot doel om concrete handvatten te bieden om leerwerktrajecten voor statushouders duurzaam in te bedden en opschaling mogelijk te maken, waardoor de moeizame arbeidsparticipatie van statushouders effectiever geadresseerd kan worden. We pleiten hierbij niet voor het (uitsluitend) corrigeren van bestaande knelpunten, maar gaan uit van een missie-gedreven aanpak, waarbij publieke, private, en maatschappelijke partijen gezamenlijk naar een ambitieus doel toewerken. Centraal hierbij staan de vragen: ‘wat willen we uiteindelijk bereiken?’ en ‘wat is daar voor nodig?’
DOCUMENT
Dit project had als doel museumprofessionals kennis en vaardigheden aan te reiken in de ontwikkeling van crossmediale diensten, ze zelf de mogelijkheid te geven diensten mee te laten ontwikkelen en ze concrete oplossingen te laten implementeren in hun eigen organisatie. Het project leverde handvatten op waarmee museale instellingen goed onderbouwde strategische keuzes voor crossmediale diensten konden maken. Gedurende de looptijd zijn er diverse activiteiten georganiseerd en is een aantal tools ontwikkeld, tezamen gebundeld in Het Museumkompas (www.museumkompas.nl). Samen met de partners zijn er vier Museum Battles georganiseerd, is een Museumwijzer ontwikkeld en een Prestatie-Indicatorenset samengesteld. Daarnaast is de Crossmedia Monitor Musea gebouwd, waarin de activiteiten op Facebook en Twitter van ruim 400 Nederlandse musea worden gevisualiseerd. Ook is een groot aantal presentaties, congresbijdragen en workshops verzorgd voor museumprofessionals, en is er een aantal wetenschappelijke artikelen gepubliceerd. Dit boekje geeft een beknopt overzicht van het onderzoeksproject Museumkompas. Wij hopen dat het u een goed beeld geeft van alle resultaten die we met elkaar de afgelopen jaren hebben neergezet
DOCUMENT
Deze openbare les is uitgesproken door dr. Ellen Gerrits ter gelegenheid van haar installatie als lector Logopedie aan Hogeschool Utrecht. Dit lectoraat is ontstaan vanuit een samenwerking tussen de Faculteit Gezondheidszorg van Hogeschool Utrecht, de opleiding Logopediewetenschap van de Universiteit Utrecht en de Koninklijke Auris Groep, een instelling voor begeleiding, zorg en onderwijs voor kinderen met een communicatieve en/of auditieve beperking. Het lectoraat Logopedie heeft als missie om de transparantie van de logopedische zorg te vergroten en kennis te ontwikkelen en te verspreiden over de effectiviteit van logopedische interventie. Hierbij ligt de focus op preventie en care bij kindertaalstoornissen. Het lectoraat wil dit bereiken met praktijkgericht, toegepast onderzoek. Het lectoraat is uniek in Nederland omdat het zich specifiek richt op het vakgebied Logopedie. Het heeft daarom ook als missie om in brede zin bij te dragen aan de onderbouwing en profilering van het beroep logopedie, en aan de professionalisering en academisering van de logopedist.
DOCUMENT
Professionals werken steeds vaker samen over de grenzen van hun eigen vakgebieden heen om de leef-wereld en ontwikkeling van kinderen en jongeren te verbeteren. Deze interprofessionele samenwerking brengt professionals uit verschillende disciplines, ouders en verzorgers samen, waarbij iedereen vanuit zijn eigen expertise bijdraagt aan een gezamenlijke missie: een kansrijke ontwikkeling voor elk kind. In Steenwijkerland is de afgelopen jaren met het initiatief 'Samen voor Ryan' (SvR) gericht ingezet op het ver-sterken van deze interprofessionele samenwerking, met als doel de pedagogische basis van kinderen en jongeren te verstevigen. In deze rapportage presenteren we de resultaten van een onderzoek, uitgevoerd binnen SvR via de Steen-wijkerlandse Academie, dat inzicht biedt in de stand van zaken (2023-2024) van de interprofessionele sa-menwerking tussen professionals in Steenwijkerland en de invloed van SvR-activiteiten daarop. De vol-gende onderzoeksvragen stonden centraal: •In hoeverre is er contact tussen de verschillende organisaties binnen SvR? •In hoeverre voelen de professionals van de organisaties binnen SvR zich onderling verbonden? •Wat zijn bevorderende en belemmerende factoren voor de interprofessionele samenwerking bin-nen SvR? •In hoeverre nemen professionals binnen SvR deel aan de georganiseerde activiteiten? •In hoeverre zijn professionals tevreden over het activiteitenaanbod binnen SvR? •Wat levert de interprofessionele samenwerking binnen SvR op volgens de professionals? Uit het onderzoek blijkt dat er binnen SvR een actief netwerk is van professionals die regelmatig contact onderhouden met diverse organisaties, waaronder scholen, opvang sociaal werk en gemeente. De meeste professionals ervaren een sterke verbondenheid met collega's uit andere disciplines en maken vaak gebruik van elkaars expertise.
DOCUMENT
Aan mij valt vanmorgen de eer te beurt deze lectorale rede uit te spreken. U verwacht van mij waarschijnlijk dat ik – als “hogeschoolbrede” Lector eLearning - het nu ga hebben over alle verworvenheden en geweldige mogelijkheden van de nieuwe informatie- en communicatietechnologieën (ICT) en wat die nu, en in de nabije toekomst, betekenen voor het onderwijs binnen Hogeschool INHOLLAND. Als dat zo is, dan moet ik U toch een beetje teleurstellen: ik ben natuurlijk wel enthousiast over de onophoudelijke stroom aan nieuwe ontwikkelingen op dit terrein, maar ik ben tegelijkertijd ook realist genoeg om te weten dat veel mensen enorme moeite hebben om de noodzakelijke praktische, emotionele en ideologische stappen die daar nu eenmaal bij horen, daadwerkelijk te zetten. Stappen die ze in staat stellen alle prachtige mogelijkheden ook werkelijk te benutten en daarmee het onderwijs te vernieuwen en te verbeteren. Begrijp me niet verkeerd: ik twijfel geen seconde aan Hogeschool INHOLLAND en haar eLearning-missie. Integendeel, ik ben hier komen werken, omdat ik geloof in de kracht en ambities van deze nieuwe instelling, om een bruisende leer- en werkgemeenschap te realiseren met optimale ICT-faciliteiten1 en goede ondersteuning in bijvoorbeeld onderwijsontwikkeling en kwaliteitszorg.2 INHOLLAND loopt voorop in haar streven naar en de realisatie van de inzet van ICT als motor voor didactische vernieuwing. Maar hier vindt, net zoals dat elders in onze “kennismaatschappij” noodzakelijk is, een geweldloze revolutie in doen en denken plaats om daadwerkelijk te komen tot onderwijs waarbinnen de student zélf zijn studie inricht en uitvoert, daarbij begeleid door docenten die als eTutoren weten hoe ze dat moeten doen. Over dat proces van eStudent tot Kenniswerker en over hoe INHOLLAND dan zal veranderen van opleiding- en ICT-gestuurd naar studentgeleid, wil ik het vandaag vooral hebben.
DOCUMENT
De klimaatcrisis raakt iedereen – maar mensen in een kwetsbare positie in het bijzonder. Het is een dure plicht voor sociaal werkers en anderen in het sociaal domein om ervoor te zorgen dat deze ‘kwetsbare groep’ gelijkwaardig onderdeel wordt van de oplossingen voor klimaatverandering. En dat de lasten van de klimaatcrisis eerlijker verdeeld worden. Dat is een belangrijke missie van het eco-sociaal werk. In deze bundel staan tien voorbeelden van eco-sociale praktijken. De initiatiefnemers, niet alleen sociaal werkers, zetten zich in voor mensen in een kwetsbare positie én voor een duurzame toekomst. Dat klinkt mooi – tegelijkertijd laten de voorbeelden zien hoe moeilijk en weerbarstig de realiteit van die eco-sociale praktijken kan zijn. De initiatiefnemers zijn actief op het gebied van energie, voedsel, groen-ontwikkeling, geestelijke gezondheidszorg of op het bredere terrein van duurzaamheid. We kijken steeds naar de aard ervan, hoe de omgeving en burgers bij hun praktijk worden betrokken en met welke hindernissen ze zich geconfronteerd zien. Aan het einde brengen we de inzichten samen in een synthese. Redactie: Richard de Brabander (lectoraat Ecosociaal werk Hogeschool Inholland), Jeanet de Jong (BPSW), Karijn van den Berg, Mirjam Andries en Marcel Ham (Movisie)
MULTIFILE
Sociaal ondernemen is al enkele jaren onderwerp van discussie in Nederland. Dit document geeft een beknopte samenvatting van de stand van zaken van dit fenomeen en van de discussie anno 2019. De tekst gaat in op wat sociaal ondernemen is en hoe in Nederland en daarbuiten sociale ondernemingen gedefinieerd worden. Vervolgens schetst die trends en ontwikkelingen in de sector van sociaal ondernemen in Nederland en gaat die tenslotte uitgebreider in op de relatie tussen sociaal ondernemen en de overheid op lokaal en nationaal niveau.
DOCUMENT
Werkgevers in de Europese Unie gebruiken draagbare technologie, zoals smartphones, om er preventief voor te zorgen dat hun bedrijf geen besmettingshaard wordt. Door bron- en contactonderzoek en tracking van werknemers proberen zij dat te bereiken. Maar hoe zit dit in relatie tot de Europese AVG-regels? Stefania Marassi van de Haagse Hogeschool stelt dat er strikte voorwaarden moeten zijn om deze technologie te mogen gebruiken.
MULTIFILE