Publinova logo

Search results

Products 36

product

Natuur-gebaseerd beheer als grootste gemene deler voor klimaatrobuuste en duurzame rivier- en beeksystemen

Inaugurele rede uitgesproken bij de aanvaarding van het ambt van lector aan Hogeschool van Hall Larenstein, 16 juni 2023. Rivieren en beken zijn een gemeenschappelijk, gedeeld goed (in het Engels: common property). De grote rivieren stonden via transport van sediment aan de oorsprong van ons Deltaland en zijn een manifestatie van een belangrijk gedeeld proces: de waterkringloop (Fig. 1). De biogeochemische processen binnen diehydrologische kringloop zorgen voor ons belangrijkste gemeenschappelijk goed: zoet water. Oppervlaktewater – zoals zeewater – verdampt, en wordt door de wind in de vorm van wolken landinwaarts gebracht. Daar valthet als neerslag en zakt in de aarde, wordt gebruikt door planten, verdampt of stroomt vanuit een groter of kleiner stroomgebied via beken en rivieren terug naar zee. Het is daarbij van levensbelang voor ons allen: mensen, dieren en planten. Wij gebruiken rivieren en beken voor ons drinkwater, omvoedsel te verzamelen, als transportader, als riool, als natuurlijke hulpbron inagrarische en industriële productie, voor energieproductie (zowel waterkracht als koeling), als aantrekkelijke woonplaats en voor recreatie. Maar ook wilde dieren en planten gebruiken het als drinkwater,transportader, om voedsel te verzamelen en als leefomgeving. Daarnaast genieten we van de schoonheid van rivieren en beken en biedt het onsinspiratie. Een goed beheer van (het stroomgebied van) beken en rivieren is daarom een gemeenschappelijk belang, waarbij het cruciaal is om de draagkracht van onze watersystemen te kennen en ze niet te overschrijden. Soms moeten we daarvoor terug of verder kijken: naar hoe het vroegerwas, hoe onze buren het doen, of hoe het zou kunnen. In deze rede wordt geschetst hoe er met natuur-gebaseerd rivierbeheer op zoek wordt gegaan naar grote gemene delers: maatregelen waar velen baat bij hebben en waar de belangen ook samenvallen, terwijl we binnen de systeemgrenzen blijven en de draagkracht niet wordt overschreden.

MULTIFILE

Natuur-gebaseerd beheer als grootste gemene deler voor klimaatrobuuste en duurzame rivier- en beeksystemen
product

Ontwerpen aan klimaatadaptatie

In Nederland zal het natter worden ten gevolge van de klimaatverandering. Meer regens, meer smeltwater in rivieren en een stijging van de zeespiegel zorgen voor een groter risico op overstromingen. Daarmee wordt klimaatverandering een niet weg te denken element in waterbeheer, kustverdediging, stedelijke ontwikkeling en natuurbeheer. Ieder ontwerp voor stedelijke of gebiedsontwikkeling zal rekening moeten houden met de mogelijke gevolgen van de opwarming van de aarde, of met een mooi woord 'klimaatbestendig' moeten zijn. De vraag hoe je klimaatbestendige landschappen kunt ontwerpen, speelt een grote rol binnen Europese projecten waar de groene hogeschool aan heeft deelgenomen en deelneemt.

MULTIFILE

Ontwerpen aan klimaatadaptatie
product

Eerste berekeningen snelheid klimaatadaptatie in steden

'Aanpassing aan klimaatverandering is mogelijk door tal van voorzieningen te creëren. Dat is al jaren gaande. Voor het eerst is gewerkt aan een overzicht van wat er al is aangelegd en hoe dit kwantitatief bijdraagt aan klimaatadaptatie.'

MULTIFILE

Projects 7

project

Dijkgravers in beeld

Graverij in oevers en waterkeringen door muskusratten, beverratten en binnenkort door bevers leidt in ons waterrijke Nederland tot aanzienlijke veiligheidsrisico’s, economische schade en structurele kosten. Vanwege zijn snelle opmars zal ook de bever, in navolging van de muskus- en de beverrat om beheersmaatregelen vragen, zij het andere want de bever is beschermd. Met een beter begrip van het gedrag en het terreingebruik van bevers is het wellicht mogelijk om ze zodanig te ‘sturen’ dat schade aan waterkeringen kan worden voorkomen. En waar doding van muskus- en beverratten noodzakelijk blijft, levert meer inzicht in het gedrag de mogelijkheid om dieren sneller en doelmatiger te vangen, hetgeen er voor zorgt dat er minder dieren gevangen en gedood hoeven te worden, dat er minder vangmiddelen ingezet hoeven te worden en dat er minder bijvangst is. De praktijkvraag van de waterschappen luidt dan ook: ‘Wat kunnen we leren van het gedrag en het terreingebruik van muskusratten, beverratten en bevers in Nederland teneinde graverij in waterkeringen en oevers te voorkomen’. Om het gedrag van deze dijkgravers beter in beeld te kunnen brengen ontwikkelen en gebruiken we zenders die zijn uitgerust met gps-locatie en gedragssensoren en die via LoRaWan kunnen worden uitgelezen. De belangrijkste onderzoeksvragen zijn: 1. Welke factoren beïnvloeden het dispersiegedrag van muskusratten, beverratten en bevers en bepalen de locatie van schuil- en nestplaatsen. Deze kennis draagt bij aan preventie (mitigatie van negatieve effecten) van graverij en kan gebruikt worden om vangstmethodes te optimaliseren. 2. Hoe kunnen we bestaande communicatie technologie en innovatieve methoden inzetten om voor real-time langeafstandscommunicatie (met weinig vermogen) toepassingen te ontwikkelen waarmee semi-aquatische knaagdieren kunnen worden gevolgd en hun gedrag in kaart kan worden gebracht.

Finished
project

Landelijk Lectorenplatform Klimaatverandering en systeemtransities (LLKS)

Beleidsambities lopen achter op de wetenschappelijk aangetoonde noodzakelijke snelheid van verandering gegeven de afspraken in het Akkoord van Parijs. Door de veelomvattendheid van het brede duurzaamheidsvraagstuk is verbinding van en afstemming tussen verschillende expertises en lectoraten noodzakelijk. Door het samenbrengen van lectoren van verschillende domeinen en sectoren zal kennis rondom succesfactoren en kennisontwikkeling in systeemtransities ten behoeve van klimaatadaptatie en -mitigatie breder verspreid en toegepast worden, ten einde gedragsverandering, gedragsbeïnvloeding, technische innovatie en natuurlijke processen elkaar te laten versterken. Transdisciplinair praktijkgericht onderzoek naar systeemtransities wordt aangejaagd. Het vernieuwende aan dit lectorenplatform is dat het sector- en domeinoverstijgend is. De eigen onderzoeksagenda wordt in samenwerking en in een netwerk met andere lectorenplatforms opgesteld en ook de output wordt in dat netwerk gedeeld. In bijeenkomsten van het platform worden succesfactoren en de rol van praktijkgericht onderzoek in systeemtransities besproken. Inzichten worden verzameld in een whitepaper met hierin 1) Visie rol toegepaste praktijkonderzoek in transities en 2) Systeemtransities: succesfactoren vanuit de praktijk. De informatie wordt verzameld en gedeeld in 6 fysieke en 6 online bijeenkomsten gedurende de 2-jarige looptijd van het platform. De kennis wordt gepubliceerd op een website die gevuld wordt met bijvoorbeeld andere vormen van communicatie zoals kennisclips, factsheets, storymap etc. Naast het opdoen van kennis wordt ook inspiratie gedeeld om hogescholen (op het niveau van de instelling en t.a.v. van onderwijs en onderzoek) systeemgericht te verduurzamen onder het motto: Verbeter de wereld begin bij jezelf. We streven ernaar dat op termijn al het hbo-onderwijs een vorm van duurzaamheid en transities in het curriculum opneemt, zodat er transitie-inclusieve curricula ontstaan. De rol van het LLKS hierin is ophalen en het verspreiden van ideeën en best practices vanuit het platform naar alle hbo- organisaties. Uiteindelijk wordt alle kennis gedeeld op een (eind)symposium waar op een interactieve manier van elkaar geleerd wordt.

Ongoing
project

Lectorenplatform Bodem Sturend

Samenwerkingsverband Op vijf hogescholen (Aeres, HAS-greenacademy, Inholland, Saxion en Van Hall Larenstein) vindt toegepast onderzoek plaats naar bodem en ondergrond. Dit gebeurt in onderlinge afstemming, regionale kenniscentra en netwerken. Vanwege de toenemende aandacht voor toegepaste kennisontwikkeling en kennisinfrastructuur rondom bodem en ondergrond en de samenhang tussen verschillende maatschappelijke opgaven, programma’s en activiteiten, is versterking van de verbinding en uitwisseling van kennis tussen bodemlectoraten op de vijf hogescholen cruciaal. Voorts bestaat erbij (nationale) overheden en bedrijfsleven behoefte aan een centraal aanspreekpunt voor het bodem gerelateerde praktijkgericht onderzoek aan de hogescholen. Doelstelling Door kennis, onderzoeksresultaten, faciliteiten en ervaringen te bundelen en te delen kunnen we effectiever onderzoeken aanvragen en uitvoeren, en bijdragen aan de realisatie van beleidsopgave: alle landbouwbodems in Nederland duurzaam beheerd in 2030. Voor de gewenste inhoudelijke afstemming en kennisontwikkeling vragen we de platformregeling aan. Intentie De vijf hogescholen hebben de intentie om de samenwerking op het gebied van bodem en ondergrond te intensiveren. De bodemgerelateerde lectoraten vinden elkaar op diverse relevante thema’s, zoals bodemkwaliteit, biodiversiteit, voedselproductie, waterbeheer, klimaatadaptatie en -mitigatie, kringlopen, duurzaam gebruik van de bodem, energie, beheer en governance. Insteek is enerzijds om de onderlinge kennisuitwisseling tussen bodemlectoraten te versterken en anderzijds een centraal aanspreekpunt en schakelpunt te vormen en de verbinding te leggen met lectoraten die werken aan gerelateerde thema’s (water, voedsel, biobased, kringlopen, socio-economisch, etc.). We willen gezamenlijk optrekken in kennisontwikkeling en kennisuitwisseling met bedrijfsleven, burgers, overheden en kennisinstellingen. Hiervoor ligt er o.a. een initiatief om, in onderlinge afstemming, regionale kenniscentra in te richten en/of bestaande centra verder te ontwikkelen, waarin kennisdisseminatie en –ontwikkeling centraal staan. Daarnaast ambiëren we een verbeterde afstemming en samenwerking met lopende en nieuwe PPS’en in de topsectoren, met het doel om de impact van deze projecten te ondersteunen en te versterken.

Ongoing